direct naar inhoud van 5.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden
Plan: Centrum
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpCT2010-vo01

5.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden

Regelgeving en beleid

Wet archeologische monumentenzorg

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer, voorafgaand aan bodemingrepen, archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Gemeentelijk beleid

Ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in opdracht van de gemeente Borne in 2007 en 2008 een archeologische verwachtings- en advieskaart vervaardigd. Op de kaart geldt in het plangebied een hoge en lage archeologische verwachtingswaarde. De hoogste verwachtingswaarde is maatgevend in dit bestemmingsplan. Hierbij geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is in plangebieden groter dan 2.500 m² bij bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor gebieden kleiner dan 2.500 m² geldt vrijstelling van archeologisch onderzoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpCT2010-vo01_0005.png"

Figuur 5.1 Archeologische verwachtings- en advieskaart gemeente Borne

Onderzoek en conclusie

Uit de archeologische verwachtingswaarde en advieskaart blijkt dat voor het plangebied diverse archeologische waarden gelden. Voor de delen, waar de geomorfologie bestaat uit dekzandhoogten- en ruggen, al dan niet met een stuifzanddek, geldt een hoge verwachtingswaarde. Voor het bijbehorende beleidsadvies geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is voor gebieden groter dan 2.500 m² en bij bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor de delen, waar de morfologie bestaat uit dekzandwelvingen en -vlakten geldt een onderzoeksplicht bij plangebieden groter van 5.000 m² en bodemingrepen dieper dan 40 cm.

Delen van het plangebied maken onderdeel uit van de historische kern Borne. Voor de delen die dit betreft (percelen, bebouwing en wegen) geldt een onderzoeksplicht bij bouwwerken groter van 100 m² en bodemingrepen dieper dan 40 cm.

Voor gebieden, waarbij eventuele archeologische waarden in het verleden al zijn verstoord, is geen archeologische verwachtingswaarde en geldt geen onderzoeksplicht.

Om eventuele archeologische waarden in het plangebied te beschermen, is het bovenstaand beleid in dit bestemmingsplan geborgd, door het opnemen van drie dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie op die plaatsen waar een verwachtingswaarde geldt. In afwijking van het bovenbeschreven beleid, wordt ter plaatse van de (gerealiseerde) projecten Atria en De Driehoek geen verwachtingswaarde opgenomen, aangezien in het kader van deze projecten reeds voldaan is aan de onderzoeksplicht.