direct naar inhoud van 5.6 Flora en fauna en de natuurbeschermingswet (Natura 2000)
Plan: Bestemmingsplan Bornsche Maten, uitwerkingsplan Bornsche Beekpark
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBMuw002-0h01

5.6 Flora en fauna en de natuurbeschermingswet (Natura 2000)

Voor de gehele ontwikkeling van de Bornsche Maten is in het kader van het bestemmingsplan uitgebreid onderzoek verricht naar flora en fauna. Naar aanleiding van dit onderzoek is tevens een compensatieplan opgesteld. Voor de resulaten van deze onderzoeken wordt verwezen naar paragraaf 7.1 en 7.2 van het bestemmingsplan 'Bornsche Maten'.

Sinds 2003 is de lijst met jaarrond beschermde nesten van vogels gewijzigd waardoor op dit punt een actualisatie noodzakelijk is van het onderzoek. Voor het gebied van het Bornsche Beekpark en de Bornsche Beeklaan is onderzoek verricht (Actualiserend veldinventarisatie van broedvogels in het gebied van het Bornsche Beekpark, Adviesbureau Mertens B.V., juli 2010, zie Bijlage 8 en Actualiserende quickscan flora- en faunawet Bornsche Beeklaan te Borne, Adviesbureau Mertens B.V., juli 2010, zie Bijlage 9).

Bornsche Beekpark

In en rond het plangebied van het Bornsche Beekpark zijn 26 soorten broedvogels vastgesteld waaronder twee soorten van de Rode lijst van bedreigde diersoorten (patrijs en kwikstaart). Ontheffingsplichtige soorten zijn niet aangetroffen. Wel is de torenvalk aangetroffen waarvan inventarisatie gewenst is. Het voorkomen hiervan heeft geen consequenties voor de uitvoering. Wel dient bij de uitvoering rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels.

Bornsche Beeklaan

Van de in 2003 aangetroffen beschermde soorten waarvoor ontheffing is verleend bestaat voor de licht beschermde soorten een algemene vrijstelling. Bermpje en steenmarter zijn matig beschermd en daarvoor geldt de ontheffingsplicht. Bermpje en steenmarter komen echter niet voor op of in de nabijheid van het tracé. Voor de aanleg en het gebruik van de Bornsche Beeklaan is derhalve geen ontheffing van de Flora- en faunawet vereist. Het voorkomen van andere matig beschermde soorten wordt uitgesloten.

Vleermuizen zijn de enige zwaar beschermde soorten die voorkomen op en nabij de Bornsche Beeklaan. Voor de vleermuizen is de Bornsche Beeklaan en omgeving alleen marginaal foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis. Met de aanleg en het gebruik van de weg zal dit niet wezenlijk veranderen. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten.

Er is een kleine kans op het voorkomen van algemene broedvogels. Voor deze vogels geldt dat op een manier moet worden gewerkt dat gebruikte nesten niet verloren gaan. Dit betekent dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd buiten het broedseizoen of er moet worden voorkomen dat vogels tot nestelen komen.

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat de aanleg van het Bornsche Beekpark en de aanleg en het gebruik van de Bornsche Beeklaan kan plaats vinden zonder ontheffing van de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet staat de aanleg en het gebruik van de voorgenomen ontwikkelingen niet in de weg.