direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Bornsche Maten, herziening Waterveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBMhz002-vg01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met daaronder begrepen beroep-aan-huis, waarbij minimaal 8 en maximaal 10 woningen zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • d. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. uitsluitend vrijstaande, twee-aaneen gebouwde, geschakelde en aaneengebouwde woningen mogen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedraagt de maximale bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient de voorgevel van het hoofdgebouw in de gevellijn te worden gebouwd, waarbij in het geval van een hoekperceel tevens de zijgevel van het hoofdgebouw in de zijgevellijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient te worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'minimum aantal bouwlagen' bedraagt het aantal bouwlagen ten minste het op de verbeelding aangegeven aantal bouwlagen, waarbij een kap gelijkgesteld wordt met een bouwlaag;
  • f. ten aanzien van de minimale breedte van bouwpercelen gelden de volgende maten:
  • g. de afstand van een vrijstaande woning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan beide zijden ten minste 2,5 meter, tenzij door de aanduiding 'gevellijn' anders is bepaald;
  • h. de afstand van twee-aaneen gebouwde woningen of een geschakelde woning tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan één zijde ten minste 2,5 meter, met dien verstande dat maximaal één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, tenzij door de aanduiding 'gevellijn' anders is bepaald;
  • i. ten aanzien van het parkeren op eigen erf dient per vrijstaande, twee-aaneen gebouwde en geschakelde woning op eigen terrein ruimte gereserveerd te worden voor minimaal twee parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen mogen ook gerealiseerd worden binnen de bestemming 'Tuin'.

6.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 3 meter;
  • b. het gezamenlijke oppervlak van hoofdgebouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 60% van het oppervlak van het bouwperceel bedragen;
  • c. het gezamenlijke oppervlak van bijgebouwen op het zij- en achtererf bedraagt ten hoogste:
    • 1. 50 m² op bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m²;
    • 2. 60 m² op bouwpercelen met een oppervlakte van 501 tot en met 750 m²;
    • 3. 70 m² op bouwpercelen met een oppervlakte van 751 tot en met 1.000 m²;
    • 4. 80 m² op bouwpercelen met een oppervlakte van 1.001 m² tot en met 1.500 m²;
    • 5. 90 m2 op bouwpercelen met een oppervlakte van 1.501 m² tot en met 2.000 m²;
    • 6. 110 m² op bouwpercelen met een oppervlakte van 2.001 m² tot en met 3.000 m²;
    • 7. 130 m² op bouwpercelen met een oppervlakte van 3.001 m² en groter;
  • d. het bepaalde onder c geldt met dien verstande dat de overkappingen en carports, niet worden meegerekend met het maximaal toelaatbare oppervlak aan bijgebouwen;
  • e. de maximale oppervlakte per bijgebouw bedraagt ten hoogste 75 m2;
  • f. de maximale bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 5,5 meter bedragen;
  • g. de maximale goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte van een met het hoofdgebouw verbonden bijgebouw niet meer bedraagt dan:
    • 1. 3 m of;
    • 2. de hoogte van de eerste bouwlaag of;
    • 3. de hoogte van het verlengde van de dakhelling van het hoofdgebouw.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de voorgevel bedraagt maximaal 1 meter en maximaal 2 meter achter de voorgevel met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte van tuinmeubilair voor de voorgevelrooilijn 2 meter bedraagt;
    • 2. de maximale bouwhoogte van tuinmeubilair achter de voorgevelrooilijn 3 meter bedraagt.

6.2.4 Carports en overkappingen

Voor het bouwen van carports en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. carports mogen tot 1 meter achter de voorgevellijn gebouwd worden met een maximaal oppervlak van 30 m² en een maximale bouwhoogte van:
    • 1. 3 meter of;
    • 2. de hoogte van de eerste bouwlaag.

met dien verstande dat het gezamenlijke oppervlak van hoofdgebouw en bijgebouwen, carports en overkappingen ten hoogste 60% van het oppervlak van het bouwperceel bedraagt;

  • b. overkappingen zijn toegestaan met een maximaal oppervlak van 30 m2 en een maximale bouwhoogte van:
    • 1. 3 meter of;
    • 2. de hoogte van de eerste bouwlaag.

met dien verstande dat het gezamenlijke oppervlak van hoofdgebouw en bijgebouwen, carports en overkappingen ten hoogste 60% van het oppervlak van het bouwperceel bedraagt;

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de aanleg en omvang van parkeergelegenheid;
    • 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
    • 3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
    • 4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
    • 5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3 sub a voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevelrooilijn met een maximale bouwhoogte van 2 meter, met dien verstande dat er vanaf 1 meter hoogte sprake dient te zijn van een open constructie (minimaal 80% open).

6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Beroep-aan-huis

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken voor een beroep-aan-huis gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van een beroep-aan-huis mag maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en bijgebouw bedragen met een maximum van 45 m2.
6.5.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval het gebruik van, of laten gebruiken van de in de bestemming aangegeven gronden en bouwwerken voor:

6.6 Afwijking van de gebruiksregels
6.6.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 6.1 sub d voor de uitoefening van een bedrijf-aan-huis in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. een omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit);
    • 2. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden;
  • e. dat detailhandel uitsluitend in de volgende vormen is toegestaan:
    • 1. een beperkte verkoop in het klein in verband met de uitoefening van het bedrijf-aan-huis in of bij het hoofdgebouw;
    • 2. detailhandel waarbij de verkoop uitsluitend via elektronische weg plaatsvindt en ter plaatse geen goederen worden uitgestald of aan particulieren worden afgeleverd;
  • f. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van een bedrijf-aan-huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 45 m².