direct naar inhoud van 4.1 Geluid
ontwerp
NL.IMRO.0147.BpBGpb002-ow01

4.1 Geluid

Bij het doorlopen van een afwijkingsprocedure op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dient het aspect geluid nader te worden getoetst. Deze toetsing richt zich op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen die binnen een geluidszone van een weg, een spoorweg of een industrieterrein zijn gelegen.

Er worden geen geluidsgevoelige objecten opgericht binnen de geluidszone van een weg/spoorweg of industrieterrein.

Het oprichten van een overnachtingsgelegenheid/rustruimte voor grooms en stagiairs, welke direct tot doel heeft de bedrijfsvoering te optimaliseren, staat zo direct in relatie tot het bedrijf dat deze gelijk gesteld mag worden aan een dienstwoning. Voor dienstwoningen geldt geen bijzonder beschermingsregime als het hinder vanuit de eigen onderneming betreft.

Voor wat betreft de hinder vanuit de inrichting zelf het volgende:

Zoals blijkt uit navolgende figuur, is er op zeer korte afstand een woonhuis van derde gelegen. In onderhavig geval wordt een uitbreiding beoogd van een binnenrijhal, waarin paarden gereden zullen worden. Het betreft een gesloten gebouw, waarbij geen sprake zal zijn van geluidshinder. Het trainen van paarden produceert nagenoeg geen geluid. Het overige geluid afkomstig van de inrichting zoals dat van vrachtwagens en ander materieel zal niet toenemen of veranderen door de verlenging van de rijhal. Dit komt doordat er niet meer paarden zullen worden getraind of gehouden op dit bedrijf dan in de huidige situatie.

Voor wat betreft de overnachtingen ter plaatse van personeel, grooms en stagiairs kan gesteld worden dat hierbij hooguit sprake kan zijn van verkeersbewegingen met een enkele personenauto. Omdat het woonhuis van derden aan de andere zijde van de Elhorsterweg is gelegen kan gesteld worden dat de verkeersbewegingen behorende bij deze activititeit, zullen opgaan in het huidige verkeersbeeld van de Elhorsterweg en derhalve zo'n geringe invloed zullen hebben dat er geen sprake zal zijn van hinder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGpb002-ow01_0014.png"
Luchtfoto met afstand beoogde uitbreiding tot dichtstbijzijnde burgerwoning.
Bron: Google.

Zoals uit de bovenstaande figuur blijkt zal de rijhal dichter bij het geluidsgevoelige woonhuis van derden komen te liggen. In de huidige situatie ligt de rijhal op 22 meter afstand. In de toekomstige situatie zal dit 18 meter zijn. Omdat met de uitbreiding van de rijhal geen toename van de geluidbelasting is gemoeid, zal dit echter geen negatief effect op het woonhuis kunnen veroorzaken.