direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
ontwerp
NL.IMRO.0147.BpBGpb002-ow01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Groenbeleidsplan

De gemeente Borne heeft haar groenbeleid voor de bebouwde kommen in de gemeente uitgewerkt in het groenbeleidsplan 2008-2018. De gemeente wil nadrukkelijk streven naar behoud en verbetering van haar groenstructuren en de kwaliteit van de groene ruimte. Ze wil deze zo goed mogelijk verankeren in de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De verbeterpunten zijn middels streefbeelden vastgelegd. In het beleidsplan is met name de kwaliteit van afwikkeling van de dorpsranden en de opwaardering van de groenvoorzieningen op buurtniveau genoemd. Het plangebied Elhorsterweg valt buiten de reikwijdte van het Groenbeleidsplan.

Hiermee is geen sprake van strijdigheid met het Groenbeleidsplan.

3.3.2 Welstandsnota

De welstandsnota van Borne bevat de basisvoorwaarden, waaraan bouwaanvragen op welstandsaspecten getoetst zullen worden. Er worden criteria benoemd die ertoe moeten bijdragen dat de toekomstige bebouwing past in de omgeving. De gemeentelijke welstandsnota richt zich op de lokale karakteristieken in bestaande stedelijke gebieden en het buitengebied.

De welstandsnota, als onderdeel van het welstandsbeleid van de gemeente Borne richt zich op de relatief kleine bouwopgaven van één of enkele gebouwen, uitbreidingen van bestaande bebouwing en veel voorkomende kleine bouwwerken in bestaand stedelijk- en buitengebied (beheergebieden). Voor grootschalige ontwikkelingen of voor herontwikkelingen in bijvoorbeeld dorpscentra, vormen andere documenten, zoals beeldkwaliteitsplannen, het toetsingskader voor welstand.

De beoogde uitbreiding zal in exact dezelfde vormgeving als het huidige bouwwerk worden uitgevoerd. Hiermee wordt er van uitgegaan dat hierdoor in voldoende mate tegemoet wordt gekomen aan de huidige welstandsnota.

3.3.3 "De Groene Poort"

De gemeente Borne heeft het behoud en de verdere uitbouw van het groene gebied tussen Almelo en Borne hoog op de agenda gezet. “De Groene Poort” markeert het punt waar de stedelijke as Enschede – Hengelo – Borne – Almelo de groene landschappelijke as Zuidwest Twente – Noordoost Twente elkaar kruisen. De stedelijke dynamiek en de dynamiek van het landelijk gebied ontmoeten elkaar in “De Groene Poort”. Het boegbeeldproject is daarmee van bovenlokaal belang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGpb002-ow01_0013.png"
Kaart "De Groene Poort".
Bron: Gemeente Borne.

In velerlei opzicht is het gebied van grote betekenis:

  • Voor de kwaliteit van wonen, werken en leven van de inwoners van Borne;
  • Voor de bewoners en gebruikers van het gebied: landbouw, recreatie, wonen, natuur en ecologie, kunst en cultuurhistorie, etc.;
  • Voor het karakter, uitstraling en ruimtelijke kwaliteit van de Netwerkstad Twente: geleding en evenwicht tussen verstedelijking en groen;
  • Als belangrijke verbindende schakel tussen Noordoost en Zuidwest Twente en ter voorkoming van een landschappelijke tweedeling van Twente door een volledig verstedelijkte stedenband;
  • Voor de ruimtelijke kwaliteit, het imago en de positionering van Borne: kleinschalig en hoogwaardig winkelaanbod, kunst en cultuur en verbinding en samenhang van centrum en Oud Borne met het landschap.

In de afgelopen jaren zijn in afzonderlijke projecten reeds een aantal betekenisvolle stappen gezet, gericht op het behoud en de uitbouw van de groene as. In 2006 heeft het college van B&W besloten het werk aan de groene as een sterke impuls te geven. Er is gekozen voor de opzet van een integraal, ambitieus en wervend proces voor het behoud en de uitbouw van de groene as: 'De Groene Poort'. 'De Groene Poort' heeft betrekking op het gehele buitengebied van Borne, inclusief de samenhang en verbinding met de kernen. Gezien de ligging en betekenis van het gebied is 'De Groene Poort' van groot belang voor de Netwerkstad en Twente als geheel en is dan ook als Boegbeeldproject in het programma van de Netwerkstad Twente opgenomen.

Ook de Provincie Overijssel onderkent het belang van boegbeeldproject 'De Groene Poort'. In samenwerking met de Regio Twente koerst de provincie op het structureel verbeteren van de sociaal-economische ontwikkeling van Twente. Om daar vorm en inhoud aan te geven zijn duoschappen ingesteld. Het duoschap wordt gevormd door een bestuurlijke vertegenwoordiger van de provincie en van de Regio Twente, die gezamenlijk werken aan de voortgang, profilering en lobby van het project. Doel van deze duoschappen de projectvoorbereiding en/of -uitvoering te versnellen, door bestuurlijk en ambtelijk intensief samen te werken. Begin 2007 is ook voor 'De Groene Poort' het duoschap ingevuld.

De planlocatie is gelegen in het gebied dat is aangewezen als Groene Poort. De huidige ruimtelijke inpassing heeft bijgedragen aan de beleving van dit gebied. De optimalisatie van het bedrijfsgebouw is noodzakelijk om de paarden te kunnen trainen en zal geen nadelige gevolgen hebben op de ruimtelijke en groene kwaliteit van de omgeving. Het geheel is reeds op een goede wijze landschappelijk ingepast, wat in de nieuwe situatie niet zal veranderen. Hiermee is geen sprake van strijdigheid met de uitgangspunten voor 'De Groene Poort'.

3.3.4 Gemeentelijk Waterplan Borne

Een duurzaam watersysteem en een gezonde waterketen vormen een primaire voorwaarde voor een hoogwaardig woon-, werk-, en leefklimaat. Voor een effectief en efficiënt waterbeheer is het noodzakelijk dat de verschillende instanties die hierbij betrokken zijn, goed samenwerken. Daarbij is essentieel dat ook samenwerking wordt gezocht met burgers en bedrijfsleven. Alleen zo is draagvlak mogelijk bij het ontwikkelen van een visie op de gewenste inrichting van (delen van) het watersysteem. Maar ook om de visies tot uitvoering te brengen is dit draagvlak van groot belang.

De gemeente ziet een grote meerwaarde in de samenwerking met andere partijen die een rol spelen in het waterbeheer in de gemeente Borne. Samen met het waterschap Regge en Dinkel en het waterleidingbedrijf Vitens is dan ook het initiatief genomen om het "Gemeentelijk Waterplan Borne" op te stellen. In 2004 is het Gemeentelijk Waterplan Borne bestuurlijk vastgesteld. De doelstelling is om kansen en knelpunten te signaleren, die worden vertaald naar operationele plannen. Het gemeentelijk Waterplan Borne is opgebouwd uit een strategisch deel en een uitvoeringsprogramma.

Er is geen sprake van een toename van het verhard oppervlak en geen sprake van lozing van verontreinigd water op oppervlakte- en/of grondwater, waardoor de kwaliteit van het watersysteem niet zal worden aangetast met de voorgenomen ontwikkeling. Hiermee zijn geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van het Waterplan Borne.

3.3.5 Gemeentelijk Archeologiebeleid

Op grond van artikel 38 van de Monumentenwet heeft de gemeenteraad op 30 juni 2009 archeologiebeleid vastgesteld. Dit beleid bestaat uit een kaart met archeologische verwachtingszones en archeologische terreinen en monumenten. Op basis van de verwachtingszones wordt in het archeologiebeleid vrijstelling van de onderzoeksverplichting verleend voor:

  • plangebieden of ingrepen met een omvang kleiner dan 2.500 m2 en niet dieper dan 40 cm, waarbinnen een gebied met hoge archeologische verwachting geldt;
  • plangebieden of ingrepen met een omvang kleiner dan 5.000 m2 en niet dieper dan 40 cm, waarbinnen een gebied met middelmatige verwachting geldt;
  • plangebieden of ingrepen met een lage archeologische verwachtingswaarde bij bodemingrepen niet dieper dan 40 cm;
  • delen van verwachtings- en bufferzones die als verstoord op de verwachtingskaart worden aangegeven. Voor deze gebieden geldt een algemene vrijstelling voor de onderzoeksverplichting;
  • plangebieden of ingrepen met hoge archeologische verwachtingswaarde: hiervoor geldt een vrijstelling bij ingrepen kleiner dan 100 m2 en niet dieper dan 40 cm.

In plangebieden met meerdere verwachtingszones is wat betreft de noodzaak tot onderzoek de zone met de hoogste verwachting maatgevend. Daar waar grenzend aan plangebieden met een lage archeologische verwachting waardevolle resten bekend zijn, dient onderzoek te worden uitgevoerd in een zone grenzend aan het archeologisch waardevol gebied.

Zoals verder aangetoond in de paragraaf "Archeologie" (paragraaf 4.8.1) past de voorgenomen ontwikkeling binnen de vrijstellingsmogelijkheden voor archeologisch onderzoek en zal de voorgenomen ontwikkeling geen nadelige invloed hebben op mogelijk aanwezige archeologische waarden.