direct naar inhoud van 2.1 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Borne, herziening sportpark Zenderen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz011-ow01

2.1 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel. Deze visie is op 1 juli 2009 vastgesteld. In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De visie is opgesteld met een doorkijk tot 2030.

De provincie wil de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren, met het oog op een goed vestigingsklimaat, een veilige en aantrekkelijke woonomgeving en een fraai buitengebied. De leefomgeving moet geschikt zijn voor de grote diversiteit aan activiteiten die mensen in de provincie Overijssel willen ondernemen (ruimtelijke kwaliteit). De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door naast bescherming in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen.

De provincie heeft in haar visie bepaald welke ontwikkelingen zij van provinciaal belang achten. Hiervoor zijn ontwikkelingsperspectieven gedefinieerd. Voor het plangebied geldt het volgende ontwikkelingsperspectief: mixlandschap, buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte (zie figuur 2.1). Deze gebieden zijn bedoeld voor gespecialiseerde landbouw en mengvormen van landbouw met andere functies (recreatiezorg, natuur, water) en bijzondere woon-, werk- en recreatiemilieus die de karakteristieke gevarieerde opbouw van de cultuurlandschappen in deze gebieden versterken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGhz011-ow01_0006.jpg"

Figuur 2.1) Ontwikkelingsperspectief Omgevingsvisie provincie Overijssel

De plaatsing van de lichtmasten bij een al bestaand sportcomplex brengt geen nadelige effecten voor die perspectief met zich mee.

Op de gebiedskenmerkenkaart (figuur 2.2) van de Omgevingsvisie worden per laag specifieke gebiedskenmerken beschreven. Voor dit plan zijn alleen de natuurlijke laag en de laag van het agrarisch cultuur landschap van toepassing. Het sportcomplex ligt buiten de stedelijke laag en de lust en leisurelaag kent ter plaatse geen specifieke kenmerken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGhz011-ow01_0007.jpg"

Figuur 2.2) Gebiedskenmerken Omgevingsvisie provincie Overijssel

Bij de natuurlijke laag bepalen de kenmerken 'dekzandvlakte' en 'beekdalen en natte laagtes' het gebied.

Dekzandvlakte en ruggen

De afwisseling van opgewaaide ruggen en uitgesleten beekdalen en de daarbij horende hoogteverschillen kenmerken de dekzandvlaktes van Overijssel. Opvallend is de overwegend oost-west georienteerde richting van ruggen en dalen.

Beekdalen en natte laagtes 

De beekdalen en natte laagtes zijn belangrijke ruimtelijke en functionele dragers van de zandgebieden. De beken voeren het water af naar lager gelegen delen, maar vormen ook belangrijke verbindingen voor mens, plant en dier. Samenhang en dynamiek zijn belangrijk voor het functioneren van het watersysteem.

De plaatsing van de lichtmasten bij het nieuwe kunstgrasveld van Zenderen Vooruit heeft geen nadelige invloed op deze gebiedskenmerken.

Het 'maten en flierenlandschap' vormt het gebiedskenmerk van de laag van het agrarisch cultuurlandschap.

Het maten en flierenlandschap kenmerkt zich door het hoge waterpijl, het onbebouwde karakter, de continuïteit van de beekloop, het lineaire landschap met open ‘kamers’ en coulissen en de duidelijk zichtbare overgang naar hogere gronden.

Conclusie

Het gaat in dit plan om de plaatsing van zes lichtmasten bij een bestaande sportcomplex in Zenderen. Deze lichtmasten hebben geen invloed op het beschreven ontwikkelingsperspectief en brengt evenmin nadelige effecten met zich mee met betrekking tot de betreffende gebiedskenmerken. Hiermee past het plan in de Omgevingsvisie Overijssel.