direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Buitengebied Borne, herziening Lodiek Landen 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz008-vg01

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening worden de gevallen opgesomd waarvoor een exploitatieplan dient te worden opgesteld. Het gaat onder andere om de bouw van één of meer woningen. In dit geval is er sprake van het planologisch legaliseren van een tweede dienstwoning. Voor deze woning is echter in het verleden een omgevingsvergunning verleend, welke inmiddels onherroepelijk is. Tegen de vergunning staan dus geen rechtsmiddelen meer open. Los van de vraag of in een dergelijke situatie nog een exploitatieplan moet worden vastgesteld, is ten aanzien van de bouw van deze woning is in het verleden een anterieure overeenkomst tussen de initiatiefnemer en de gemeente gesloten. Hiermee is de bouw van de woning anderszins verzekerd. Er wordt derhalve voldaan aan de bepaling in artikel 6.12 Wro, 2e lid waarin is bepaald dat geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld indien het verhaal van kosten anderszins is verzekerd. Ook is het stellen van eisen aan de fasering of locatie-eisen in het onderhavige geval niet nodig.

Voor de werktuigenberging geldt dat dit geen bouwplan betreft waarvoor een exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld (6.12 Wro jo 6.2.1 Bro).

Voor het bouwplan als geheel geldt dat de uitzondering van artikel 6.12 lid 2 Wro jo 6.2.1a sub a Bro van toepassing is. De exploitatiebijdrage die zou kunnen worden verhaald bedraagt minder dan € 10.000,--. Overigens is ook sprake van de uitzondering van artikel 6.2.1a sub b Bro.

Voorts is het plan een particulier initiatief. De kosten voor de, na voorliggende wijziging, te realiseren initiatief zijn geheel voor rekening van de initiatiefnemer. De initiatiefnemer beschikt over voldoende draagkracht om de uitvoering van het plan te garanderen.

Ook voor het overige zijn er geen gemeentelijke financiën met het project gemoeid. De gemeente loopt hier geen ontwikkelingsrisico in. Hierdoor hoeft er geen exploitatieplan voor het plan opgesteld te worden.