direct naar inhoud van 8.4 Vaststellingsprocedure
Plan: Buitengebied Borne, herziening Landinrichting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz006-vg01

8.4 Vaststellingsprocedure

8.4.1 Zienswijzen

De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden volgens de artikelen 3.7 t/m 3.9 van de Wet ruimtelijke ordening. Het ontwerpbestemmingsplan is in dit kader met ingang van 30 augustus 2012 ter visie gelegd gedurende een periode van zes weken. Gedurende deze periode kon een ieder zijn zienswijzen kenbaar maken tegen het plan.

Er twee zienswijzen ingediend:

  • Zienswijze 1 d.d. 9 oktober 2012 is ingekomen op 10 oktober 2012 en is ingediend door Kuiphuis vastgoed en advies bv, Groene Juffer 1 (7623 KE) te Borne, namens F.A.H. van Schoot, Lodiek Landen 1 (7626 NA) Hertme.
  • Zienswijze 2 d.d. 10 oktober 2012 is ingekomen op 10 oktober 2012 en is ingediend door dhr. T.A.M. Boomkamp, Weerselosestraat 303 (7626 LJ) Hertme.

Ontvankelijkheid
De zienswijzen zijn ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn en zijn mitsdien ontvankelijk.

Reactie zienswijzen

Zienswijze 1

Onderdeel 1
Het perceel naast het bedrijf aan de Lodiek Landen 1 krijgt de bestemming 'agrarisch met waarden' te weten 'Bijzondere waterhuishoudkundige situatie', 'hoogteverschillen', 'beplantingselementen' en 'extensieve recreatie'. De praktijk zal er toe leiden dat er natuur ontstaat met een hoger onkruiddruk en schaduwontwikkeling voor de landbouwpercelen van de heer Van Schoot waardoor deze schade zal gaan leiden. Extensieve recreatie heeft tot gevolg een grotere kans op neospora bij het melkvee met alle nadelige gezondheidseffecten van dien.

Reactie:
De in deze zienswijze genoemde waarden, zijn aan een gebied eigen zijnde visueel-ruimtelijke, ecologische en/of cultuurhistorische aanwezige landschapswaarden en zijn derhalve specifiek benoemd in de regels van het bestemmingsplan. Extensieve recreatie is overigens geen specifieke waarde, maar is een vorm van medegebruik dat wordt toegestaan binnen de regels van het bestemmingsplan. De landschapswaarden en het toestaan van extensieve recreatie zijn geen planologische wijzigingen ten opzichte van het huidige bestemmingsplan: In het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Borne' (vastgesteld in 2005), zijn deze doeleinden ook reeds opgenomen.

Ten overvloede merken wij op dat voor wat betreft schaduwwerking de heer Van Schoot onlangs heeft aangegeven bezwaren te hebben tegen een gepland beplantingselement achter zijn perceel aan de Lodiek Landen. De heer Van Schoot is vervolgens door de Uitvoeringscommissie schriftelijk geïnformeerd (bijlage 7) over het voornemen van de Uitvoeringscommissie om het desbetreffende beplantingselement op verzoek van heer Van Schoot niet aan te leggen.

Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

Onderdeel 2
Een brede strook langs de Deurningerbeek krijgt de bestemming 'water': Deze bestemming biedt de mogelijkheid voor de ontwikkeling van "natuur en bos' en de mogelijkheid van 'extensieve recreatie'. Hiertegen heeft de heer van Schoot dezelfde bezwaren als bij het voorgaande onderdeel. Verder zal deze bestemming tot gevolg hebben dat het waterpeil wordt verhoogd wat nadelig is voor de exploitatie van zijn landbouwgronden en zal leiden tot opbrengstschade en waardevermindering van de grond;

Reactie:
Het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Borne' staat reeds behoud en ontwikkeling van natuur en medegebruik voor extensieve recreatie toe. Dit zijn derhalve geen planologische wijzigingen ten opzichte van de huidige mogelijkheden.

In het ontwerp van de Deurningerbeek wordt het waterpeil voor de Deurningerbeek - ter hoogte van de percelen van de heer van Schoot - niet gewijzigd. Daardoor treedt er ook geen verandering op in de grondwatersituatie als gevolg van de herinrichting van de Deurningerbeek. Daarmee achten wij het niet aannemelijk dat de bestemming "water" op deze plek leidt tot opbrengstschade en waardevermindering van de grond

Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

Onderdeel 3
Het bestemmingsplan is strijdig met het gewijzigde inrichtingsplan uit 2008 waarin alleen een waterdoelstelling is opgenomen op het perceel naast dat van de heer Van Schoot en langs de beek, zonder beplantingselementen;

Reactie:
In het wijziging-inrichtingsplan 2008 is langs de Deurningerbeek ter plaatse van het perceel van de heer Van Schoot aan beide zijden een '25 meter strook' opgenomen. Conform de tekst 'wijziging inrichtingsplan 2008' krijgt de beek binnen deze natuurstrook de vrije ruimte om zich natuurlijk te ontwikkelen. Het aanbrengen van beplantingselementen wordt daarbij genoemd. Voorts is een gebied ten noordwesten van het erfperceel van de heer van Schoot op de plankaart aangegeven als blauwe maatregelgebied. Tenslotte dient gemeld te worden dat in het oorspronkelijke landinrichtingsplan, vastgesteld door GS in 1998, ook reeds maatregelen zijn opgenomen om de Deurningerbeek aan te passen en natuurlijk in te richten. In het plan is duidelijk aangegeven (o.a. dwarsprofielen) dat met name op de in te richten stroken langs de beek beplanting wordt aangelegd.

Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

Zienswijze 2

Inhoud
De afwatering van het perceel kadastraal bekend als Sectie C 1104 geschied via een sloot parallel aan de Groene weg naar de Gammelkerbeek. In het kader van de herinrichting Saasveld-Gammelke zullen er wijzigingen plaatsvinden in het tracé van de Gammelkerbeek. In het vigerende bestemmingsplan heeft de Gammelkerbeek ter hoogte van de afwatering de bestemming "water". In het ontwerpbestemmingsplan zal deze bestemming gewijzigd worden in de bestemming "agrarisch met waarden". Door deze wijziging is het voor de heer Boomkamp niet zeker of de afwatering van zijn perceel onder dezelfde voorwaarden zal geschieden. De heer Boomkamp verzoekt daarom om de bestemming vanaf het punt waar de afwatering plaatsvindt niet te wijzigen.

Reactie:
In onderhavige situatie zal de beekloop ter plaatse wijzigen. De nieuwe beekloop zal hierbij de bestemming 'water' verkrijgen en de huidige beekloop de bestemming 'Agrarisch met waarden'. Ook binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' kan afwatering plaatsvinden. De wijziging van de bestemming als zodanig heeft dan ook geen nadelige gevolgen voor de afwateringsmogelijkheden. Bij brief d.d. 5 oktober 2012 (bijlage 8) is de heer Boomkamp door de Uitvoeringscommissie Saasveld Gammelke reeds geïnformeerd over de afwatering van diens percelen. Hierbij is door de Uitvoeringscommissie aangegeven dat bij de herinrichting van beken binnen de landinrichting de ontwatering van aangrenzende percelen in stand blijft en dat onderhavig perceel blijft afwateren op de Gammelkerbeek, ondanks de beekverlegging ter plaatse. De oude beekloop zal blijven functioneren als ontwatering van aanliggende percelen, waaronder het perceel van de heer Boomkamp, binnen de bestemming 'agrarisch met waarden'.

Deze zienswijze geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

8.4.2 Ambtshalve wijzigingen

Na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan werden de volgende ondergeschikte aanpassingen nodig geacht:

  • Artikel 1: het begrip:
    • 1. 'extensief agrarische gebruik en beheer' (genoemd in artikel 4, lid 1, onder d) is met de volgende omschrijving toegevoegd: 'agrarisch gebruik en beheer dat zodanig beperkt en afwisselend wordt beweid, bemaaid en bemest dat er geen sprake is van monocultuur, maar waardoor gepoogd wordt bepaalde natuurdoelen te behalen. Het agrarisch gebruik staat ondergeschikt aan of is ten dienste van het behalen van deze doelen.';
    • 2. 'keur' is met de volgende omschrijving toegevoegd: 'Verordening van een waterschap of hoogheemraadschap, waarin een stelsel van verbods- en gebodsbepalingen is opgenomen ter bescherming en instandhouding van de waterhuishouding en waterstaatswerken.'
    • 3. 'waterschap / hoogheemraadschap': overheidsorgaan waarop de waterschapswet van toepassing is. Dit overheidsorgaan heeft tot taak de kwantiteit en de kwaliteit van het water in bepaalde gebieden te beheren.'
  • Artikel 4, lid 4, sub 2 en artikel 7, lid 5, sub 2: 'normaal beheer en onderhoud' toegevoegd;
  • Artikel 5, lid 2, sub 2: subsubleden a en b zijn hier niet nodig en daarom verwijderd. Subsubleden c en d zijn nu doorgeschoven naar a en b;
  • Artikel 4, lid 1, artikel 5, lid 1 en artikel 7, lid 1: 'paden' toegevoegd, zodat eventuele wandel-, ruiter- en/of fietspaden kunnen worden gerealiseerd als extensieve vorm van recreatie (reeds toegestaan);
  • Artikel 4, lid 2: 'de maximale bouwhoogte van bouwwerken, zijnde speelvoorzieningen en kunstobjecten, bedraagt 4,5 meter' toegevoegd;
  • Artikel 7, lid 5: 'gronden waarop de Keur van het waterschap van toepassing is' toegevoegd, zodat er niet een omgevingsvergunning en een Keurontheffing/-vergunning voor dezelfde werkzaamheden nodig zijn, daar beide vergunningstelsels dezelfde belangen beschermen.