direct naar inhoud van Hoofdstuk 2 Bestaande situatie
Plan: Buitengebied Borne, herziening Landinrichting
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz006-ow03

Hoofdstuk 2 Bestaande situatie

Saasveld-Gammelke
Ten noorden van Hengelo en ten (noord)oosten van Borne en Hertme ligt het gebied Saasveld-Gammelke. Ten oosten daarvan ligt de stuwwal van Oldenzaal en aan de noordzijde de stuwwal van Ootmarsum. Deze stuwwallen zijn in de ijstijd door het landijs opgestuwd. Door de bevroren ondergrond ontstonden destijds rondom de stuwwallen smeltwaterafzettingen. Tussen de stuwwallen lagen de tongbekkens, waar ook het gebied Saasveld-Gammelke een voorbeeld van is. Hier heeft het landijs door het gewicht van het ijs keileem gevormd. Dit keileem is relatief ondoorlatend voor water.

In latere tijden is hier dekzand overheen komen te liggen, waarvan de wind dekzandruggen vormde. Op deze ruggen was het bouwland gelegen, met hooi- en weiland in en langs de beekdalen (de maten of meden), bos in de natste delen van de beekdalen (de broeken) en extensieve beweiding door schapen en koeien ver weg van de bewoning in de heidevelden. In het gebied Saasveld-Gammelke hebben zich op deze wijze de volgende landschapstypen gevormd:

  • essen- en oude hoevenlandschap;
  • maten- en flierenlandschap;
  • jonge heide- en broekontginningen.

Deze landschapstypen vormen tezamen een typisch Twents landschap. Het gebied Saasveld-Gammelke is kleinschalig, licht glooiend en wordt doorsneden door beken. Duidelijk herkenbaar is een aantal historische landschapstypen zoals het essen-, kampen-, maten- en beekdallandschap, met landgoederen, bossen en het jonge ontginningenlandschap. Het wegenpatroon in Saasveld-Gammelke is dicht. Het gebied heeft verder een belangrijke functie voor recreatief medegebruik als het gaat om wandelen, fietsen en paardrijden. Agrarische gronden zijn voor het grootste deel als grasland in gebruik bij melkveehouders. Tenslotte komen verspreid in het gebied percelen voor die in worden gebruikt voor meerjarige gewassen.

In 1998 is voor dit karakteristiek Twentse landbouwgebied een landinrichtingsplan vastgesteld, bedoeld om meer ruimte te bieden voor landbouw, natuur, landschap en leefbaarheid. Landinrichting Saasveld-Gammelke (2770 hectare) bestaat uit de deelgebieden Saasveld- Gammelke (2600 hectare groot) en Weerselo- Zuid (170 hectare). Het ligt in de gemeenten Dinkelland, Oldenzaal, Hengelo en Borne. In het deelgebied Saasveld-Gammelke wordt een wettelijke herverkaveling uitgevoerd. In deelgebied Weerselo-Zuid speelt alleen vrijwillige kavelruil. Hiermee wordt pas begonnen nadat er voldoende gronden zijn verworven.

Deurningerbeek
De Deurningerbeek is een beek in het oosten van Twente, gelegen tegen de stadsrand van Hengelo en Borne. De beek ontspringt ten zuidwesten van Oldenzaal, stroomt door Deurningen en mondt uit in de Bornsebeek en vervolgens in de Loolee. In de gemeente Borne stroomt de Deuringerbeek vlak langs de Bornse wijken Stroom Esch en Bornsche Maten en het Bornse dorp Hertme. De totale lengte van de Deurningerbeek tot waar deze overgaat in de Bornsebeek is ongeveer twaalf kilometer. De Deurningerbeek is een onderdeel van het stelsel van beken die ten westen van Oldenzaal parallel aan elkaar van oost naar west stromen. De andere beken in dit stelsel zijn de Spikkersbeek, Lemselerbeek, Saasvelderbeek en Gammelkerbeek. Binnen de Landinrichting is de Deurningerbeek de ecologisch meest waardevolle beek, vanwege het feit dat het systeem van bron tot monding relatief goed bewaard is gebleven.

Over de hele lengte vlecht het Marskramerpad langs en over de Deurningerbeek. Het is een lange afstandswandelpad dat Nederland van oost naar west doorkruist.

Waar vroeger duidelijke verschillen waren tussen het heide(ontginnings)landschap, het beeldallandschap en het essenlandschap is dit nu veel minder. Schaalvergroting zorgde ervoor dat er behoefte kwam aan grotere percelen. Hierdoor zijn essen en beekdalen aan elkaar getrokken, zijn steilranden afgevlakt en is de oude karakteristieke beplanting verdwenen. Door ontwatering van lage percelen en bemesting van schrale gebieden kunnen nagenoeg alle gronden voor elk gebruik (zoals akkerbouw, boomteelt en woningbouw) worden toegepast. Het landgebruik in het beekdal van de Deurningerbeek is hierdoor uniformer geworden. De Deurningerbeek is op dit moment nauwelijks herkenbaar in het landschap.

De beek is over nagenoeg het hele traject rechtgetrokken ten behoeve van ontwatering van de aanliggende landbouwgronden. Hierdoor is er weinig variatie in structuur en vegetatie langs de beek aanwezig. De oevers van de huidige beekloop bestaan uit een talud van ongeveer 1-op-1 met een korte grasvegetatie welke geregeld gemaaid wordt.

De beek is waarschijnlijk in het verleden uitgediept en ligt circa 1,5 tot 2 meter beneden maaiveld. Langs het grootse deel van het tracé liggen langs de beek intensief agrarisch gebruikte percelen van afwisselend grasland of maïsakkers. Lokaal zijn kleine bospercelen aanwezig, maar deze grenzen nooit direct aan de beek, tussen het bos en de beek ligt overal nog een onderhoudspad van circa 2 tot 4 meter breed.

Bij de kruising van de beek met de Bornsedijk aan de westzijde van Deurningen is onlangs een vistrap gerealiseerd. Verder is enkele jaren geleden is de Deurningerbeek in het dorp Deurningen heringericht en voorzien van meer natuurlijke oevers en ruimte voor retentie. Hierdoor is de belevingswaarde van de beek sterk verhoogd en voldoet de beek ruimschoots aan de minimale kwaliteit zoals die in het vooraf opgestelde programma van eisen was neergelegd.