direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied, herziening Erve Hemmelhorst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz003-ow01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie

In de Omgevingsvisie schetsen Provinciale Staten hun visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van onze provincie. Het vizier is daarbij gericht op 2030. Zij geven aan wat volgens hen de ambities en doelstellingen van provinciaal belang zijn en hoe zij Gedeputeerde Staten opdragen deze te realiseren. Provinciale Staten heeft de Omgevingsvisie op 1 juli 2009 vastgesteld.

De Omgevingsvisie heeft de status van:

  • Structuurvisie onder de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening;
  • Regionaal Waterplan onder de (nieuwe) Waterwet (en Provinciaal Waterhuishoudingsplan onder de Wet op de waterhuishouding tot de inwerkingtreding van de Waterwet);
  • Milieubeleidsplan onder de Wet milieubeheer;
  • Provinciaal verkeer- en vervoersplan onder de Planwet Verkeer en Vervoer;
  • Bodemvisie in kader van ILG-afspraak met het Rijk.

Enkele belangrijke beleidskeuzes waarmee Provinciale staten hun ambities willen realiseren:

  • Een continu en beleefbaar watersysteem als dragende structuur van Overijssel: de wateropgave wordt meer met natuuropgaven verbonden. Gestreefd wordt naar realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018.
  • Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik bij bebouwing door de zogenaamde 'SER-ladder' als regel voor Overijssel in te voeren. Deze methode gaat ervan uit dat eerst het gebruik van de ruimte wordt geoptimaliseerd, dan de mogelijkheid van meervoudig ruimtegebruik wordt onderzocht en dan pas de mogelijkheid om het ruimtegebruik uit te breiden wordt bekeken.
  • Ruimtelijke plannen dienen te worden ontwikkeld aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
  • Ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw zullen worden zekergesteld, maar wel met behoud en versterking van ruimtelijke kwaliteit.

Het plangebied 'Erve Hemmelhorst' is in de vastgestelde Omgevingsvisie Overijssel aangegeven als 'stadsrandgebied', met het ontwikkelingsperspectief 'buitengebied accent veelzijdig ruimtegebruik; mixlandschap' (kortweg: mixlandschap). In het mixlandschap (buitengebied met accent veelzijdige gebruiksruimte) is sprake van verweving van functies. Aan de ene kant is melkveehouderij en akkerbouw een belangrijke vorm van landgebruik. Aan de andere kant gebruik voor landschap, natuur, milieubescherming, cultuurhistorie, recreatie, wonen en andere bedrijvigheid. In paragraaf 5.3 wordt nader ingegaan op de relatie van dit bestemmingsplan met de Omgevingsvisie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGhz003-ow01_0006.jpg"

Fragment Omgevingsvisie Overijssel (plangebied in rood aangegeven)

3.2.2 Omgevingsverordening

De Omgevingsverordening (1 juli 2009) zorgt voor de juridische borging van de Omgevingsvisie. De Omgevingsverordening is op 1 september 2009 in werking getreden en heeft de status van:

  • ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1. Wet ruimtelijke ordening;
  • milieuverordening in de zin van artikel 1.2. Wet milieubeheer;
  • waterverordening in de zin van de Waterwet;
  • verkeersverordening in de zin van artikel 57. Wegenwet en artikel 2A. Wegenverkeerswet.

De Omgevingsverordening bepaalt ondermeer in het kader van ruimtelijke kwaliteit dat in de toelichting van een bestemmingsplan wordt gemotiveerd dat de nieuwe ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het gebied is neergelegd.