direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: De Driehoek
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BP00233-0003

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel uitsluitend op de begane grond, met uitzondering van een supermarkt, die staan vermeld in de categorie A van de Lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging;
  • b. horeca uitsluitend op de begane grond, die staan vermeld in de categorie A van de Lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging, met dien verstande dat horeca ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' niet is toegestaan;
  • c. dienstverlening uitsluitend op de begane grond, die staan vermeld in de categorie A van de Lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging;
  • d. wonen op de verdieping, met dien verstande dat aan de zijde van de Stationsstraat tevens wonen op de begane grond is toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', voor een al dan niet halfverdiepte ondergrondse parkeergarage;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum – ingang parkeergarage', voor de ingang van de ondergrondse parkeergarage;

met de daarbij behorende:

  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. gebouwen van algemeen nut;
  • i. verhardingen;
  • j. groenvoorzieningen en tuinen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de aanduidingen en de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. vanaf de maximale toegestane goothoogte (kniklijn) dienen de gebouwen te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 600, met dien verstande dat:
  • 1. tussen de toegestane (denkbeeldige) dakvlakken met een helling van 600 en de maximale nok/bouwhoogte, zoals bepaald in sub d (de envelop) ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer dan 600 en rechtopstaande gevelconstructies, waaronder ook topgevels zijn toegestaan;
  • 2. overschrijding van de (denkbeeldige) 600- lijn is toegestaan voor dakkapellen, schoorstenen en andere uitstekende bouwdelen van ondergeschikte betekenis. Bouwdelen van ondergeschikte betekenis aan de voorgevel mogen niet meer dan tweederde van de breedte van het dakvlak beslaan;

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. vóór de voorgevelrooilijn mag de hoogte maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat:
  • 1. de maximale hoogte van een vlaggenmast 5 meter bedraagt;
  • 2. de maximale hoogte van speeltoestellen 3 meter bedraagt;
  • b. achter de voorgevelrooilijn mag de hoogte maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat:
  • 1. de maximale hoogte van een vlaggenmast 5 meter bedraagt;
  • 2. de maximale hoogte van tuinmeubilair 3 meter bedraagt;
  • 3. de maximale hoogte van speeltoestellen 3 meter bedraagt.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Kantoren

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.1 voor het toestaan van kantoren, die staan vermeld in de categorie A of B van de Lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging, mits de detailhandels- en horecafuncties hierdoor niet worden verstoord. Voor de categorie B activiteiten geldt, dat door onderzoek aangetoond wordt dat deze activiteiten een goed woon- en leefklimaat voor woningen en andere gevoelige functies niet in de weg staan.

3.5.2 Horeca

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.1 sub b voor het toestaan van horeca met dien verstande dat:

  • a. de detailhandelsfunctie hierdoor niet verstoord wordt;
  • b. de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • c. horeca uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
  • d. horeca dient te zijn vermeld in categorie A van de Lijst van bedrijfsactiviteiten.

3.5.3 Categorie B activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.1 sub a, b en c voor activiteiten die staan vermeld in de categorie B van de Lijst van bedrijfsactiviteiten – functiemenging, met dien verstande dat door onderzoek aangetoond wordt dat deze activiteiten een goed woon- en leefklimaat voor woningen en andere gevoelige functies niet in de weg staan.