Plannaam: Noord Turfkade
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00043-0601
Type Plan: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Status: Onherroepelijk

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

Artikel 14 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 15 Algemene bouwregels

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

  2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

  3. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

  4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;

  5. de ruimte tussen bouwwerken.

 

Artikel 16 Algemene aanduidingsregels

 

16.1 Geluidzone - industrie

  1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

 

  1. Binnen de onder de 1. genoemde zone mag geen nieuwe geluidsgevoelige functie worden gerealiseerd.

 

16.2 Veiligheidszone - lpg

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 10-5' zijn (beperkt) kwetsbare objecten niet toegestaan.

 

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 10-6' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.

 

  1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in de zin dat:

    1. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 10-5' wordt verkleind of verwijderd;

    2. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 10-6' wordt verkleind of verwijderd;

 

  1. Burgemeester en wethouders wijzigen het plan zoals genoemd onder 3 slechts indien van de mogelijkheden welke gegeven zijn door de aanduiding op het betreffende perceel geen gebruik meer wordt gemaakt.

 

16.3 Veiligheidszone - bevi

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi 10-5' zijn (beperkt) kwetsbare objecten niet toegestaan.

 

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi 10-6' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.

 

  1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in de zin dat:

    1. de aanduiding 'veiligheidszone - bevi 10-5' wordt verkleind of verwijderd;

    2. de aanduiding 'veiligheidszone - bevi 10-6' wordt verkleind of verwijderd;

 

  1. Burgemeester en wethouders wijzigen het plan zoals genoemd onder 3 slechts indien van de mogelijkheden welke gegeven zijn door de aanduiding op het betreffende perceel geen gebruik meer wordt gemaakt.

 

16.4 Wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in de zin dat de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' gewijzigd worden in de bestemming 'Bedrijven - Uit te werken'.

 

Artikel 17 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van:

  1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. de bestemmingsbepalingen voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;

  3. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

  4. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten voor gemeenschappelijk gebruik, wordt vergroot tot niet meer dan 40 meter;

  5. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

  6. de oppervlakte van de vergroting ondergeschikt is;de hoogte niet meer dan 1,5 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt.

  7. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken geen grotere (goot)hoogte dan 3,5 meter hebben en geen grotere inhoud dan 60 m3;

  8. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen in het terrein en aan het beloop van de bepaalde gegevenheden, met dien verstande dat de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;

 

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bestemmingsgrenzen te wijzigingen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is en voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijke ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken niet met meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.

 

Artikel 19 Algemene procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen die onderdeel uitmaken van de regels van dit bestemmingsplan worden de navolgende procedureregels in acht genomen:

  1. het ontwerp-besluit ligt gedurende twee weken ter inzage;

  2. burgemeester en wethouders geven tevoren kennis van de terinzagelegging in een of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze;

  3. de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het schriftelijk kenbaar maken van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit, gedurende de hiervoor onder a. genoemde termijn;

  4. indien tegen het ontwerp-besluit zienswijzen zijn kenbaar gemaakt, wordt het besluit met redenen omkleed;

  5. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze hebben kenbaar gemaakt de beslissing daaromtrent mede.