direct naar inhoud van 4.4 Het plangebied
Plan: Nijrees Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00037-0401

4.4 Het plangebied

Het uitvoeren van de watertoets maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan. Er wordt naar gestreefd om het bestaande waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed toe te passen en uit te voeren.

Devri Infra, het waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Almelo hebben overleg gevoerd over het voorliggende bestemmingsplan.

Hoewel het plan zich binnen de kern van Almelo bevindt is het terrein van oorsprong een agrarisch gebied en derhalve voor het grootste deel onverhard.

De aanwezige bestaande bebouwing wordt geïntegreerd in het nieuwe plan. Langs de zuidzijde van het plan ligt de onlangs gereconstrueerde Nijreesweg. Vooruitlopend op de realisatie van het plangebied is hiervan o.a. het bestaande gemengde stelsel vervangen door een volledig gescheiden stelsel.

Langs de noordzijde is de Weezebeek gesitueerd. Deze watergang is in beheer, onderhoud en eigendom bij het waterschap Regge en Dinkel en staat hier onder nummer 12 op de legger van de watergangen. De functie van de Weezebeek zal in de toekomst sterk veranderen. Momenteel wordt hierdoor ook nog veel 'landelijk water' afgevoerd (tot ca. 10 m3/sec.). Na gereed komen van de 'Doorbraak' zal via de Weezebeek alleen nog maar 'stedelijk water' afgevoerd worden hetgeen nog maar een fractie van de huidige afvoer is. Bij de ontwikkeling van Nijrees Noord wordt hier echter geen rekening mee gehouden

Bestaande bebouwing bevindt zich ten oosten van het plangebied en een volkstuinencomplex begrenst de westzijde.

Het oorspronkelijke terrein loopt ligt hellend af in zuidoostelijke richting en kent een hoogteverschil van ca. 0,50 meter. In deze zuidoosthoek zorgt een sloot voor de afvoer van overtollig regenwater richting de Weezebeek. De gemiddelde terreinhoogte is ca. 10.50+ NAP. Bij de realisatie van de plannen zal het lager gelegen deel van het terrein opgehoogd worden.

De geohydrologische paragraaf uit het onderzoek van Tebodin laat de volgende resultaten zien:

  • a. De bodem bestaat tot circa 2,50m beneden maaiveld overwegend uit zwak siltig, matig fijn zand. Op een diepte vanaf ca. 2,50m tot einddiepte van de boring 4,00m, is een matig grindige laag aangetroffen;
  • b. De grondwaterstand ten tijde van het onderzoek bedroeg 1,20m tot 1,30m beneden maaiveld;
  • c. Uit de kweltypen kaart blijkt dat er in het gebied overwegend kwel aanwezig is;
  • d. Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied;
  • e. Het plangebied is geschikt voor het aanleggen van infiltratievoorzieningen. De verticale doorlatendheid van de bodem is afdoende.

Aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten en de resultaten van de verschillende onderzoeken zal nog een gedetailleerd 'plan' opgesteld worden. Als uitgangspunt voor het streven naar duurzame watersystemen wordt voor de inrichting van het gebied het principe gehanteerd van: vasthouden, bergen en dan pas afvoeren. Als tweede principe wordt het uitgangspunt van schoon houden, scheiden en zuiveren gehanteerd.

In de nieuwe situatie wordt het afvalwater (dwa-afvoer) en het hemelwater (hwa-afvoer) afzonderlijk ingezameld. Het afvalwater wordt via een dwa-riolering ingezameld en afgevoerd naar de het gemengde rioolstelsel van de Bornerbroeksestraat. Via dit rioolstelsel zal het afvalwater uiteindelijk afgevoerd worden naar de RWZI, waar het afvalwater gezuiverd zal worden.

Het hemelwater zal zo weinig mogelijk verontreinigd worden en komt ten goede aan het lokale water- en/of grondwatersysteem. Wat betreft de opvang van het hemelwater heeft infiltratie de voorkeur. Het toepassen van infiltratieriolen is inmiddels een algemeen geaccepteerd en toegepast systeem.

Bekend is dat er in het gebied hogere grondwaterstanden voor komen. Gedurende deze natte perioden kan het voorkomen dat regenwater niet optimaal geïnfiltreerd kan worden. Dezelfde IT-buizen (Infiltratie Transport) functioneren op dat moment niet alleen voor de opvang en afvoer van regenwater naar de wadi's in de groenzone langs de Weezebeek maar dienen tevens als drainageleiding waardoor dit systeem zal bijdragen aan een verlaging van de grondwaterstand op de momenten dat het gewenst is.

Bewoners zullen hun regenwater van de verharde oppervlakken van de woningen (daken, terrassen en opritten) bovengronds t.p.v. de perceelsgrens aanbieden. Samen met het regenwater van de wegen zal dit vervolgens via kolken verzameld en in het IT-riool opgevangen worden. Zodra deze buizen gevuld zijn zullen via overloopconstructies de wadi's langs de Weezebeek gevuld worden. Op deze wijze zal de totale berging (40 mm) gebruikt kunnen worden.

De situering van de wadi's langs de Weezebeek heeft als groot bijkomend voordeel dat, in geval van calamiteiten (bij zeer extreme regenval), geen wateroverlast kan ontstaan omdat er vanuit de wadi's een vrije 'nood' overloopconstructie naar de Weezebeek gerealiseerd zal worden.