direct naar inhoud van 5.6 Archeologie
Plan: Hoek Kerkhofsweg_Ootmarsumsestraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00032-0601

5.6 Archeologie

5.6.1 Algemeen

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging op de Monumentenwet 1988, regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Nieuw in de wet is dat gemeenten een archeologische zorgplicht krijgen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.

5.6.2 Archeologische verwachting

Voor het grondgebied in Almelo is in juni 2007 door Vestigia 'Archeologie en Cultuurhistorie' onderzoek uitgevoerd naar archeologie. Het betreft een archeologische verwachtingskaart voor het grondgebied van Almelo. Op basis van de archeologische verwachtingskaart heeft het plangebied grotendeels een hoge archeologische verwachting. Een klein deel van het plangebied is niet gekarteerd. Een uitsnede hiervan is in figuur 5.2 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0141.BP00032-0601_0021.png"

Figuur 5.2 Uitsnede archeologische verwachtingskaart Almelo (Bron: Gemeente Almelo)

De regio-archeoloog van het Oversticht heeft nader bekeken of er binnen het plangebied mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn. Het advies van de regioarcheoloog is in de navolgende subparagraaf opgenomen.

5.6.3 Archeologisch advies regioarcheoloog

Het betreft een herinrichting van twee gebieden ter plaatse van de voormalige Plusmarkt van Limbeek. De hoge verwachting is gebaseerd op de aanwezigheid van enkele gebouwen die op de kadastrale minuut uit 1832 zijn te zien en net buiten de ontwikkelingsgebieden staan (iets ten zuidwesten), aan de westzijde van de Kerkhofsweg en langs de Ootmarsumsestraat. Een van deze gebouwen was een klein boerderijtje, een (keuter-)boer genaamd Bokhoven. Verder zijn er nog twee gebouwen te zien aan de Ootmarsumsestraat t.p.v. het huidige nummer 384 (dubbele woning van Hendrik Maathuis; landbouwer) en De Wheer 173-211 (dubbele woning Zeno Hinnen, landbouwer). Dit zijn rond 1832 waarschijnlijk eveneens keuterboeren.

De hoge verwachting in de zone rond deze voormalige gebouwen is gebaseerd op de aanname dat het om mogelijk laatmiddeleeuwse boerderijen kan gaan waarvan nog oudere voorgangers in de directe nabijheid hebben gestaan. De archeologische resten en sporen van deze voorgangers zouden dan nog redelijk intact in de bodem aanwezig kunnen zijn en waardevolle informatie over de bewoningsgeschiedenis kunnen opleveren.

Op de boerderijenkaart (Twente rond 1500) met de erven die op grond van middeleeuwse registers bekend zijn, komen echter geen erven voor die liggen in of nabij de betreffende plangebieden. Het is dus niet aannemelijk dat de genoemde gebouwen staan ter plaatse van erven die voor circa 1500 in de registers voorkwamen. Er zijn dus ook geen laatmiddeleeuwse bewoningssporen te verwachten. Op grond daarvan kan de hoge archeologische verwachting, zoals op de archeologische waardenkaart is aangegeven, worden opgeheven.

Voor wat betreft de overige verwachting is het gebied niet gekarteerd vanwege de bebouwde kom. Op de bodemkaart en de geomorfologische kaart zijn deze gebieden niet gekarteerd. Afgaande op historische kaarten uit de tweede helft van de 19e eeuw lijkt het erop dat er sprake is van een dekzandrug tussen de Kerkhofsweg en de Ootmarsumsestraat. Of er ook al oude bouwlanden met een plaggendek aanwezig zijn is niet duidelijk, maar die kans is aanwezig. Langs de Ootmarsumsestraat hebben sinds de 19e eeuw huizen gestaan (waaronder ook de bovengenoemde gebouwen). Verder zijn er in de tweede helft van de 20e eeuw diverse grote bouwwerken uitgevoerd waaronder een grote supermarkt (de voormalige Plusmarkt van Limbeek aan de Ootmarsumsestraat). De funderingsdiepte en omvang van dit laatste gebouw kan vermoedelijke strokenfunderingen en poeren. Dit geldt vermoedelijk ook voor alle andere gebouwen die binnen de plangebied aan de Ootmarsumsestraat aanwezig zijn of zijn geweest. Op grond hiervan kan gesteld worden dat er op deze locatie nogal wat grond is geroerd tot circa 80 cm –mv. Intacte archeologische sporen over redelijke grote oppervlakken worden hierdoor niet meer verwacht. Uit boorgegevens van oude milieukundige bodemonderzoeken kan uit de beschrijvingen niet goed de bodemkundige situatie worden afgeleid.

5.6.4 Conclusie

De conclusie is dat er ter plaatse van de percelen op de locatie aan de Ootmarsumsestraat 372- 374 geen archeologische sporen uit de Late Middeleeuwen worden verwacht en dat vanwege de diverse funderingen van huidige en voormalige gebouwen de bodem niet meer over aanzienlijke vlakken relatief ongeroerd is. Daarmee zijn ook de vlakken waar eventuele oudere archeologische sporen en resten aanwezig kunnen zijn, te versnipperd om bij onderzoek nog waardevolle vindplaatsen te kunnen bevatten.