Plannaam: Waterrijk_Almelo_fase1
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00030-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het bestemmingsplan:

  1. voor afwijkingen ten aanzien van de in het bestemmingsplan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. voor het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar de aard en de omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken geen grotere (goot)hoogte dan 3,5 meter hebben en geen grotere inhoud hebben dan 60 m3;

  3. voor straatmeubilair, zoals lichtmasten en verkeerslichtinstallaties e.d. tot maximaal 10 meter;

  4. voor abri's, reclame- en informatieobjecten, kunstwerken, vlaggemasten e.d. tot maximaal 6 meter;

  5. voor het oprichten van erf- en terreinomheiningen mit de hoogte wordt vergroot in het belang van het af te scheiden terrein;

  6. ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmeting in het terrein en aan het beloop van bepaalde gegevenheden, met dien verstande dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het bestemmingsplan;

  7. voor het oprichten van voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van telecommunicatiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmeting zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan maximaal 15 meter voor antennes voor privégebruik en maximaal 40 meter voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik, mits:

    1. per geval vaststaat dat binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie geen gebruik kan worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of van andere bestaande hoge objecten, zoals windturbines, reclamezuilen of hoogspanningsmasten;

    2. de locatie is gelegen nabij wegen en bij voorkeur bij knooppunten van wegen of parkeerplaasten en aansluitend bij bestaande bebouwing;

    3. de mast door situering en uitvoering ter plaatse aanwezige landschappelijke waarden niet onevenredig aantast;

  8. het bepaalde van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen van bouwdelen die niet van ondergeschikte aard zijn, zoals liftkokers, trappenhuizen en lichtkappen, wordt vergroot, mits:

    1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 50 m2 bedraagt;

    2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;

  9. afwijkingen wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de sociale veiligheid en de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.