Plannaam: Waterrijk_Almelo_fase1
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00030-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen

 

 

Artikel 19 Anti-dubbeltelregel

Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 20 Algemene gebruiksregels

  1. Ten aanzien van het gebruik van gronden geldt het bepaalde in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening.

  2. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 indien strikte toepassing van de verbodsbepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatig gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 

Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het bestemmingsplan:

  1. voor afwijkingen ten aanzien van de in het bestemmingsplan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

  2. voor het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar de aard en de omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken geen grotere (goot)hoogte dan 3,5 meter hebben en geen grotere inhoud hebben dan 60 m3;

  3. voor straatmeubilair, zoals lichtmasten en verkeerslichtinstallaties e.d. tot maximaal 10 meter;

  4. voor abri's, reclame- en informatieobjecten, kunstwerken, vlaggemasten e.d. tot maximaal 6 meter;

  5. voor het oprichten van erf- en terreinomheiningen mit de hoogte wordt vergroot in het belang van het af te scheiden terrein;

  6. ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmeting in het terrein en aan het beloop van bepaalde gegevenheden, met dien verstande dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het bestemmingsplan;

  7. voor het oprichten van voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van telecommunicatiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmeting zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan maximaal 15 meter voor antennes voor privégebruik en maximaal 40 meter voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik, mits:

    1. per geval vaststaat dat binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie geen gebruik kan worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of van andere bestaande hoge objecten, zoals windturbines, reclamezuilen of hoogspanningsmasten;

    2. de locatie is gelegen nabij wegen en bij voorkeur bij knooppunten van wegen of parkeerplaasten en aansluitend bij bestaande bebouwing;

    3. de mast door situering en uitvoering ter plaatse aanwezige landschappelijke waarden niet onevenredig aantast;

  8. het bepaalde van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen van bouwdelen die niet van ondergeschikte aard zijn, zoals liftkokers, trappenhuizen en lichtkappen, wordt vergroot, mits:

    1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 50 m2 bedraagt;

    2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;

  9. afwijkingen wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeersveiligheid;

    4. de sociale veiligheid en de milieusituatie;

    5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

 

 

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de basisbestemming "Agrarisch", "Bedrijf", "Verkeer" en "Water" wijzigen door de dubbelbestemming "Leiding-Gas" en/of "Leiding-Hoogspanning" toe te voegen op de verbeelding, met dien verstande dat:

  1. de wijziging plaatsvindt in samenhang met de verplaatsing van de dubbelbestemming "Leiding-Gas" en "Leiding-Hoogspanning" op de verbeelding;

  2. de planregels van de basisbestemming ongewijzigd van toepassing blijven;

  3. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

 

 

Artikel 23 Algemene procedureregels

Bij de toepassing van een wijzingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht ingevolge dit plan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.