Plannaam: Waterrijk_Almelo_fase1
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00030-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 18 Leiding - Hoogspanningsverbinding

 

18.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding als dubbelbestemming voor bovengrondse hoogspanningsleiding aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen tevens bestemd voor:

        1. het bovengrondse transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding, met de daarbij behorende

        2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

18.2 Bouwregels

        1. in afwijking van het bepaalde in de basisbestemming en de andere dubbelbestemmingen mag op deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming bovengrondse hoogspanningsleiding.

        2. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;

        3. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming bovengrondse hoogspanningsleiding gelden de volgende regels:

        4. de bouhoogte van erf - en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:

          1. op het terrein reeds een gebouw staat;

          2. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg toegekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;

          3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van de weg of het openbaar groen;

        5. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 65 meter bedragen.

 

18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

          1. artikel 18, lid 2, onder a en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de basisbestemming en de andere dubbelbestemmingen.

          2. er wordt slechts afgeweken, mits:

            1. geen aantasting plaatsvind van het doelmatig en veilig functioneren van de bovengrondse hoogspanningsleiding;

            2. de veiligheid van mens, dier en goederen niet in gevaar wordt gebracht;

            3. vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingsbeheerder.

 

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

18.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanbrengen van beplanting en bomen;

  2. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;

  3. het indrijven van voorwerpen in de bodem;

  4. het uitvoeren van voorwerpen in de bodem;

  5. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, opginnen ehn ophogen;

  6. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

  7. het parmanent opslaan van goederen.

 

18.4.2 Afwegingskader

  1. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

  2. Een omgevingsvergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat de leidingbeheerder schriftelijk advies heeft uitgebracht.

 

18.4.3 Uitzondering op het verbod

Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:

  1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;

  3. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die worden uitgevoerd binnen het bouwvlak.