Plannaam: Waterrijk_Almelo_fase1
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00030-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 8 Groen

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. speelvoorzieningen en hierbij passende openbare verblijfsvoorzieningen;

  3. wadi's en helofytenfilters;

  4. bos;

  5. behoud van de houtwal, ter plaatse van de aanduiding "houtwal";

  6. ter plaatse van de aanduiding "recreatie" zijn tevens functies ten behoeve van de recreatie en sport en spel toegestaan;

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. ontsluitingen en parkeervoorzieningen ten behoeve van de aanduiding "recreatie";

  2. water, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterberging en waterlopen;

  3. openbare nutsvoorzieningen;

  4. voorzieningen ten behoeve van beeldende kunst;

  5. (brom)fiets-, voet- en onderhoudspaden;

 

met de daarbij behorende :

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Gebouwen

Op de gronden, welke op de verbeelding zijn aangemerkt met de functieaanduiding "recreatie" mogen gebouwen ten behoeve van recreatie en sport en spel worden gebouwd. Deze gebouwen dienen te voldoen aan de volgende bepalingen:

  1. het bebouwingspercentage binnen de functieaanduiding "recreatie" mag niet meer bedragen dan 30%;

  2. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 10 meter;

  3. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 500 m2, met uitzondering van een rijhal welke een oppervlakte van 2000 m2 mag bedragen;

alsmede openbare nutsvoorzieningen welke dienen te voldoen aan de volgende bepalingen:

  1. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 50 m3 bedragen;

  2. het gebouw mag uit niet meer dan één bouwlaag bestaan;

  3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen.

 

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 2 meter hoog mogen zijn;

  2. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen niet meer dan 10 meter bedragen.

 

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. artikel 8, lid 2, sub 1, onder a en toestaan dat het bebouwingspercentage wordt verhoogd tot maximaal 40%;

  2. artikel 8, lid 2, sub 1 onder d en e en toestaand dat de inhoud van een openbare nutsvoorziening wordt vergroot tot maximaal 150 m3 en de bouwhoogte wordt verhoogd tot maximaal 5 meter indien deze uitbreiding noodzakelijk is in verband met een combinatie van verschillende nutsvoorzieningen;

  3. de in dit lid genoemde afwijking kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aanpassing plaatsvindt van:

    1. het stedenbouwkundig beeld;

    2. de verkeerssituatie;

    3. de parkeergelegenheid;

    4. de sociale veiligheid;

    5. de milieusituatie

    6. de groenstructuur.

    7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.