Plannaam: Waterrijk_Almelo_fase1
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00030-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 4 Bedrijf

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. uitsluitend een tuincentrum/hoveniersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifiek vorm van bedrijf- tuincentrum";

  2. uitsluitend een agrarisch hulpbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - agrarisch hulpbedrijf";

  3. kassen en gebouwen ten behoeve van het onder a en b genoemde bedrijf;

  4. bedrijfswoning(en);

  5. parkeervoorzieningen;

  6. het aanleggen en instandhouden van een groenblijvende houtwal, ter plaatse van de aanduiding "houtwal";

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. wegen en paden

  2. openbare nutsvoorzieningen

  3. groenvoorzieningen

  4. waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

met de daarbij behorende:

  1. tuinen, erven en terreinen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

met dien verstande dat:

  1. het bedrijfmatig stallen van (rijdend) materieel uitsluitend binnen de gebouwen is toegestaan;

  2. opslag van materialen van het in lid b genoemde bedrijf uitsluitend is toegestaan achter de bedrijfsgebouwen.

 

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwenen kassen gelden de volgende bepalingen:

  1. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen en kassen van het in lid 1, onder a genoemde bedrijf bedraagt maximaal 7.600 m2, onder voorwaarde dat een beplantingsplan wordt overlegd waarbij de aanleg en instandhouding van de houtwal, zoals in lid 1, onder f benoemd, voldoende is aangetoond;

  2. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen en kassen van het in lid 1, onder b genoemde bedrijf bedraagt maximaal 1100 m2, onder voorwaarde dat een beplantingsplan wordt overlegd waarbij de aanleg en instandhouding van de houtwal, zoals in lid 1, onder f benoemd, voldoende is aangetoond;

  3. bedrijfsgebouwen en kassen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;

  4. de goothoogte van een bedrijfsgebouw en/of kas mag niet meer dan 6 meter bedragen;

  5. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw en/of kas mag niet meer dan 10 meter bedragen;

 

4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  1. binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd, dan wel zoveel meer zoals bestond op het tijdstip van terinzage legging van het ontwerp van dit plan ;

  2. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen;

  3. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 11 meter bedragen;

  4. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen;

  5. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. de gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning mag niet meer dan 100 m2 bedragen;

      2. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 meter;

      3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter

 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;

  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen;

  3. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen niet meer dan 10 meter bedragen.

 

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in arikel 4.2.1 en 4.2.2 voor het overschrijden van het bouwvlak, mits:

  1. het bouwvlak met maximaal 25 m wordt overschreden;

  2. de overschrijding noodzakelijk is in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;

  3. niet reeds eerder een afwijking voor de overschrijding van het bouwvlak is verleend;

  4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

  5. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1, onder d en artikel 4.2.2, onder e voor het gebruik van een woning dan wel de daarbij bijbehorende bouwwerken voor inwoning, uitsluitend ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:

  1. inwoning is toegestaan in maximaal 1 woning per bouwvlak;

  2. de inhoud van de woning mag worden uitgebreid tot 1000 m3;

  3. de vloeroppervlakte van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg maximaal 75 m2 mag bedragen;

  4. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende percelen

 

4.5 Specifieke gebruiksregels

Voor de in 4.1 genoemde bedrijven geldt dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.