direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Rogat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Rogat-BPC1

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden behorende hoofdgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. paden;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. verhardingen;
  • h. bebouwing.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de tot 'Tuin' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers en ingangspartijen;
  • b. luifels, balkons en galerijen ten dienste van de bestemming wonen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2.2 Gebouwen

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. erkers en ingangspartijen van aangrenzende bestemmingen mogen tot een breedte van ten hoogste 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en tot een diepte van ten hoogste 1,5 meter en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 meter worden gebouwd.
9.2.3 Luifels, balkons en galerijen

Voor het bouwen van luifels, balkons en galerijen ten dienste van de bestemming wonen gelden de volgende bepalingen:

  • a. deze (van een woonhuis deeluitmakende) bebouwing mag de (verlengde) bouwgrenzen over ten hoogste de halve gevelbreedte met ten hoogste 1,5 meter overschrijden;
  • b. de afstand tussen de bebouwing en gronden met een bestemming verkeer of groen mag niet minder bedragen dan 3 meter.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 meter bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte ten hoogste 6 meter bedragen.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik of het laten gebruiken van gronden en gebouwen als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen.