direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Partiële herziening 'Meppel - Bedrijventerrein Oevers E'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.OeversE2020-BPC1

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Rond de Meppeler bedrijventerreinen is sprake van veel dynamiek. De gemeente merkt echter op dat de (ruimte-) vraag van ondernemers niet altijd aansluit op het aanbod van de bedrijventerreinen in Meppel. Hierom heeft de gemeente besloten om onderzoek te doen naar de kwalitatieve en kwantitatieve vraag voor de bedrijventerreinen in Meppel, waaronder het bedrijventerrein Oevers E.

Het bedrijventerrein Oevers E is ooit opgezet als een woon-werk bedrijventerrein. Om te waarborgen dat er op het bedrijventerrein ook gewoond wordt, zijn in het geldende bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015" bepalingen opgenomen die erop toezien dat op bepaalde locaties bedrijfswoningen moeten worden gebouwd.

Uit onderzoek en in de praktijk is echter gebleken dat de vraag naar deze bedrijfswoningen er nauwelijks (meer) is. Om in dit geval te kunnen voldoen aan de kwalitatieve (ruimte-) vraag van ondernemers, is de gemeente Meppel voornemens de plicht voor bedrijfswoningen ter plaatse van een aantal gebieden op Oevers E te 'verzachten' naar een mogelijkheid voor een bedrijfswoning.

Om het voornemen mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan partieel te worden herzien. Voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. Aangetoond wordt dat het voornemen in overeenstemming is met 'een goede ruimtelijke ordening'.

1.2 Plangebied

Het plangebied bevindt zich in het noordwesten van Meppel en omvat een drietal gebieden behorende bij het bedrijventerrein Oevers E. In afbeelding 1.1 is de ligging van het plangebied in Meppel (rode ster) en ten opzichte van de directe omgeving weergegeven (rode belijning).

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.OeversE2020-BPC1_0001.png"

Afbeelding 1.1: Ligging van het plangebied ten opzicht van Meppel en de directe omgeving (Bron: PDOK)

1.3 Vigerende bestemmingsplan

Het plangebied ligt binnen de begrenzing van de bestemmingsplannen "Meppel - Oevers E 2015" en "Meppel - Paraplubestemmingsplan Parkeren". Deze bestemmingsplannen zijn respectievelijk op 19 oktober 2017 en 15 november 2018 vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Meppel.

Afbeelding 1.2 toont de verbeelding van het meest relevante geldende bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015" ter plaatse van het voorliggende plangebied (rode omlijning).

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.OeversE2020-BPC1_0002.png"

Afbeelding 1.2: Vigerend bestemmingsplan (Bron: Ruimtelijkeplannen.nl)

1.3.1 Meppel - Oevers E 2015
1.3.1.1 Algemeen

Op basis van het bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015" is het plangebied voorzien van de enkelbestemmingen 'Bedrijventerrein' met bouwvlakken en 'Tuin'. Daarnaast is het plangebied voorzien van de volgende gebiedsaanduidingen:

  • overige zone - gezoneerd industrieterrein;
  • vrijwaringszone - laagvliegroute;
  • wetgevingzone - afwijkingsgebied.

Tevens zijn de volgende bouwaanduidingen opgenomen:

  • specifieke bouwaanduiding - representatieve zone;
  • specifieke bouwaanduiding - zone bedrijfswoning;
  • specifieke bouwaanduiding - zone gemengd.

Tot slot bevinden zich in het plangebied maatvoeringsaanduidingen. Deze aanduidingen bepalen de maximale toegestane bouwhoogte. Daarnaast is het noordelijke deel van het plangebied voorzien van de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.

1.3.1.2 Bestemming 'Bedrijventerrein'

Gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn onder andere bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2. In de bouwregels is bepaald dat een hoofdgebouw uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd. Daarbij is bepaald dat er één bedrijfswoning per bouwperceel moet worden gebouwd (tenzij anders aangeduid). Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zone bedrijfswoning' moeten bedrijfswoningen in het aanduidingsgebied worden gebouwd. Op bedrijfspercelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zone gemengd' mogen zowel bedrijfswoningen als bedrijfsgebouwen in het aanduidingsgebied worden. Daarnaast gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - representatieve zone' bepaalde bouwregels.

Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied' is het toegestaan om af te wijken van de bouwregels. Binnen de aanduiding is het onder voorwaarden toegestaan om bedrijfswoningen te bouwen.

1.3.1.3 Bestemming 'Tuin'

Gronden met de bestemming 'Tuin' zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden behorende hoofdgebouwen. Ter plaatse van deze gronden mogen uitsluitend bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers en ingangspartijen, luifels en balkons ten dienste van de bestemming wonen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

1.3.2 Meppel - Paraplubestemmingsplan Parkeren

Het bestemmingsplan "Meppel - Paraplubestemmingsplan Parkeren" legt planologisch vast dat bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden voldaan aan bepaalde parkeernormen. Deze regeling wordt in voorliggend bestemmingsplan overgenomen.

1.3.3 Strijdigheid

Voorliggend bestemmingsplan dient een flexibiliteit te bieden voor de ter plaatse van het plangebied aanwezige bedrijfspercelen. Zoals hiervoor beschreven, is op basis van het geldende bestemmingsplan in de bouwregels bepaald dat per bouwperceel ten minste één bedrijfswoning moet worden gebouwd (tenzij anders aangeduid). Dit is niet in aansluiting op de kwalitatieve (ruimte-) vraag van ondernemers.

Door middel van voorliggend bestemmingsplan wordt deze plicht voor het bouwen van een bedrijfswoning gewijzigd naar de mogelijkheid om deze te bouwen. Daarnaast wordt de tuinbestemming gewijzigd in de bestemming 'Bedrijventerrein' zonder bouwvlak. Reden hiervoor is dat de tuinbestemming feitelijk toeziet op voortuinen bij de verplichte bedrijfswoningen. Nu deze plicht in voorliggend bestemmingsplan wordt verwijderd, is een tuinbestemming ter plaatse niet een logische bestemming.

Tot slot wordt de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied' eveneens verwijderd. Deze aanduiding is op basis van de feitelijke invulling in en om deze aanduiding onlogisch en daarmee onwenselijk.

1.4 Juridische vorm

Met ingang van 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wro is de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) komen te vervallen.

Met de invoering van de Wro is ook de digitaliseringsverplichting in werking getreden. Ruimtelijke plannen die na 1 juli 2013 ter inzage worden gelegd moeten digitaal raadpleegbaar zijn (conform STRI 2012) en voldoen aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Het plan wordt digitaal beschikbaar gesteld.

1.5 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels, verbeelding en eventuele bijlagen. Deze toelichting is opgebouwd uit zeven hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk is in hoofdstuk 2 de bestaande ruimtelijke en toekomstige situatie in het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 is kort ingegaan op het beleidskader. Hoofdstuk 4 gaat in op de planologische- en milieutechnische aspecten die betrekking hebben op dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 5 is de planologisch juridische opzet van het plan behandeld. De economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van voorliggend plan komt aan bod in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 is ten slotte een bespreking van de resultaten van de procedure opgenomen.

Hoofdstuk 2 Beschrijving plangebied

2.1 Huidige situatie

Het plangebied omvat een aantal bedrijfspercelen op het bedrijventerrein Oevers E te Meppel. In afbeelding 2.1 is door middel van een luchtfoto de huidige situatie ter plaatse van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.OeversE2020-BPC1_0003.png"

Afbeelding 2.1: Luchtfoto plangebied (Bron: PDOK)

Het plangebied bestaat grotendeels uit nog braakliggende onbebouwde bedrijfspercelen. Uitsluitend aan de straat Ampere en aan de straat Celsius zijn de bedrijfspercelen binnen het plangebied reeds ingevuld door bedrijven.

2.2 Nieuwe ontwikkelingen in het plangebied

De uitgifte van de gronden van Oevers E is lager dan verwacht. Uit een marktonderzoek (zie bijlage 1) blijken de vigerende planologische regels reden te zijn voor deze lage uitgifte. Er zijn in de afgelopen jaren verschillende aanvragen geweest bij de gemeente, maar er worden geen omgevingsvergunningen verleend. Er zijn ruimtevragers die zich willen vestigen op Oevers E (en waarvan het type bedrijf aansluit bij de functies van Oevers E), maar die hier niet willen wonen. Hetgeen is op basis van het bestemmingsplan verplicht.

De markt voor wonen op een bedrijventerrein is beperkt. In de eerste plaats vanuit de beleving van aantrekkelijk wonen, in de tweede plaats omdat een initiële koppeling tussen wonen en werken op termijn voor een ondernemer soms niet de noodzakelijke flexibiliteit biedt en in de derde plaats doordat banken om diezelfde redenen ook meer terughoudend zijn met de financiering van dergelijke woon-werk-panden.

Om in de toekomst dergelijke aanvragen wel te kunnen faciliteren, is de gemeente Meppel voornemens om ter plaatse van het plangebied het bestemmingsplan te herzien. Door middel van de bestemmingsplanherziening dient de plicht voor een bedrijfswoning te worden 'verzacht' naar de mogelijkheid voor een bedrijfswoning. Op deze manier sluiten vraag en het aanbod in kwalitatieve zin beter op elkaar aan en wordt verwacht dat Oevers E sneller wordt opgevuld.

Opgemerkt wordt dat voorliggend bestemmingsplan in planologisch opzicht in feite geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. Uitsluitend de plicht voor een bedrijfswoning wordt ter plaatse verwijderd. Daarnaast wordt de bestemming 'Tuin' omgezet naar de bestemming 'Bedrijventerrein' zonder bouwmogelijkheden en wordt de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied' verwijderd.

Daarnaast wordt een deel van het plangebied voorzien van de bestemming 'Bedrijventerrein' en 'Tuin' vervangen door de bestemming 'Verkeer'. Dit vindt plaats op gronden waar kabels en leidingen liggen en waar bebouwing alsmede de uitgifte van de grond dan ook niet wenselijk is. De betreffende locaties waar de bestemming 'Verkeer' wordt toegekend is in afbeelding 2.2 weergegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.OeversE2020-BPC1_0004.png"

Afbeelding 2.2: Locatie bestemming 'Verkeer' (Bron: gemeente Meppel)

Tot slot wordt opgemerkt dat ter plaatse van het bedrijventerrein Oevers E een beeldkwaliteitsplan geldt. Dit beeldkwaliteitsplan is reeds vastgesteld maar wordt omwille van de leesbaarheid toegevoegd in bijlage 2 bij deze toelichting.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Gelet op de aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling, ten opzichte van hetgeen ter plaatse planologisch reeds is toegestaan, wordt op voorhand geconcludeerd dat het rijks-, provinciaal en het gemeentelijke beleid het voornemen niet in de weg staat.

Het slechts aanpassen van de verplichting van een bedrijfswoning ter plaatse van het plangebied, naar de mogelijkheid van een bedrijfswoning, is een dermate kleinschalige planologische wijziging, dat een uitvoerige beschrijving van de beleidskaders te ver reikt. Daarbij wordt tevens opgemerkt dat het voornemen geen relevant beleid raakt.

Hoofdstuk 4 Planologische randvoorwaarden

Bij het beoordelen van milieu- en omgevingsaspecten wordt normaliter ingegaan op de volgende thema's: geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering, ecologie en archeologie & cultuurhistorie. Daarnaast wordt ingegaan op de thema’s verkeer & parkeren en de waterhuishouding.

In voorliggend geval zijn de bovenstaande thema's niet van belang. Dit vanwege het feit dat:

  • voorliggend bestemmingsplan geen nieuwe geluidsbron of geluidsgevoelige functies mogelijk maakt (geluid (Wgh));
  • in voorliggend geval geen nieuwe functies mogelijk worden gemaakt, waardoor de bodemkwaliteit (opnieuw) moet worden bepaald (bodem);
  • voorliggend bestemmingsplan geen nieuwe of extra functies mogelijk maakt. Hierdoor is er sprake van een project dat 'niet in betekende mate bijdraagt' aan de luchtverontreiniging. Er worden daarnaast geen gevoelige bestemmingen toegevoegd/gewijzigd in het kader van het 'Besluit gevoelige bestemmingen' (luchtkwaliteit);
  • als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling wordt de personendichtheid ter plaatse niet verhoogd. Door het wegnemen van de plicht van een bedrijfswoning kan worden gesteld dat de personendichtheid mogelijk juist afneemt. Van het toevoegen van risicovolle inrichtingen is eveneens geen sprake (externe veiligheid);
  • er vinden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan geen functiewijzigingen plaats waardoor de onderlinge scheiding tussen functies (opnieuw) moet worden beoordeeld (milieuzonering);
  • als gevolg van voorliggend bestemmingsplan vinden geen andere/nieuwe ingrepen plaats. Er wordt geen bebouwing gesloopt danwel beplanting gekapt. Van een aantasting van beschermde flora en fauna is dan ook geen sprake. Ten aanzien van de externe werking van stikstof ten opzicht van Natura 2000-gebieden, wordt opgemerkt dat het oppervlak aan bedrijventerrein dat mag worden bebouwd niet wijzigt. Het in voorliggend bestemmingsplan besloten ontwikkeling staat planologisch gezien geen nieuwe stikstofbronnen toe (ecologie);
  • de voorgenomen ontwikkeling resulteert, ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, niet in nieuwe (mogelijke) bodemingrepen. Daarnaast bevinden zich in het plangebied, overeenkomstig hetgeen in het geldende bestemmingsplan is beschreven, geen cultuurhistorische waarden (archeologie & cultuurhistorie);
  • voorliggend bestemmingsplan resulteert niet in een wijziging van de verkeerssituatie ter plaatse en tevens is per saldo geen sprake van een wijziging van de parkeerbehoefte. Opgemerkt wordt dat in de regels van voorliggend bestemmingsplan wordt vastgelegd dat ter plaatse moet worden voldaan aan bepaalde parkeernormen (verkeer & parkeren);
  • In voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe mogelijkheden geboden voor het verharden van gronden. Daarnaast is er geen sprake van een ontwikkeling in het grondwaterbeschermingsgebied of intrekgebied (water);

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

5.1 Algemeen

Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft, uit te oefenen.

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van 'werken' (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden).

Een bestemmingsplan regelt derhalve:

  • het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen);
  • het bebouwen van de gronden;
  • het verrichten van werken (aanleggen).

Centraal in deze herziening staat de gewenste ontwikkeling op een beperkt gebied. Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het plan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. Het geeft namelijk uitleg over de achtergronden van deze herziening.

5.2 Dit bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Inhoudelijke opzet
Door de gemeente Meppel is een handboek opgesteld. Dit handboek vormt de basis voor de inhoudelijke opzet van de regels en verbeelding van onderhavig bestemmingsplan. Met dien verstande dat de uitgangspunten van het bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015" zo veel mogelijk gehandhaafd zijn. Dit komt de vergelijkbaarheid ten goede met de regelgeving in de omgeving van het voorliggende plangebied.

Regels
De opbouw van de regels van de verschillende bestemmingen is overal hetzelfde, deze is als volgt:

Bestemmingsomschrijving : In dit onderdeel worden de toegestane doeleinden en het toegestane gebruik omschreven.

Bouwregels : Hierin worden de regels voor wat betreft het bouwen uitgewerkt.

Nadere eisen : In deze bepaling is opgenomen dat Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stellen inzake de plaats en afmeting van gebouwen, bijvoorbeeld in het kader van een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Deze bepaling maakt het mogelijk voor het gemeentebestuur om waar nodig sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling.

Afwijking bouwregels : In dit onderdeel kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels, waarmee ruimere bouwmogelijkheden kunnen worden gegeven.

Specifieke gebruiksregels: In dit onderdeel kunnen enkele specifieke ongewenste gebruiksmogelijkheden uitgesloten.

Afwijking van de gebruiksregels: In dit onderdeel zijn mogelijkheden voor het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels opgenomen, bijvoorbeeld voor het toestaan van aan huis gebonden bedrijven. In dit bestemmingsplan is geen afwijkingsbevoegdheid opgenomen.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden : Dit onderdeel bepaalt voor welke werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden al dan niet een omgevingsvergunning is vereist.

Verbeelding
Voor de vormgeving van de verbeelding geldt een aantal uitgangspunten. Zo worden de kaarten in kleur opgezet, waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding. De kleuren en letters zijn afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP2012). De schaal van de analoge kaarten is 1:1.000.
Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de verbeelding gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, eventueel bebouwingspercentages).

5.3 Regels

De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is beschreven. Dit bestemmingsplan kent uitsluitend de bestemming 'Bedrijventerrein'. Hierna volgt een toelichting op deze bestemming.

Bedrijventerrein (Artikel 3)

Het gehele plangebied is voorzien van de bestemming 'Bedrijventerrein'. De bestemming is grotendeels overgenomen uit het bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015". Enkel op de locaties waar binnen het plangebied op basis van het geldende bestemmingsplan was geregeld dat bij een bedrijf een bedrijfswoning moest worden gebouwd, zijn de regels zodanig aangepast dat er per bedrijf een bedrijfswoning mag worden gebouwd.

Daarnaast is deze bestemming zeer beperkt uitgebreid. De geldende bestemming 'Tuin' is gewijzigd in de aangrenzende bestemming 'Bedrijventerrein'. Reden hiervoor is dat met het wegvallen van de plicht van een bedrijfswoning, het niet logisch is om een 'voortuin' bestemd te hebben rondom de bedrijfspercelen. Opgemerkt wordt dat ter plaatse van de locaties waar de bestemming 'Tuin' was opgenomen, geen bouwvlak is opgenomen. Er is daarmee geen sprake van een verruiming van de bouwmogelijkheden.

Tevens zijn in de bouwregels voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de regels gewijzigd. Er is een uiteensplitsing gemaakt is de regels voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijn aangrenzend aan een bedrijfswoning en aangrenzend aan een bedrijfspand.

Verkeer (Artikel 4)

Ter plaatse van de gronden waar reeds leidingen en kabels onder de grond zijn gelegen, is ervoor gekozen om bestaande bestemming 'Bedrijventerrein' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer'. Door deze bestemming ter plaatse van deze ronden op te nemen, is verzekerd dat er niet boven de kabels en leidingen wordt gebouwd.

De regels voor de bestemming 'Verkeer' zijn overgenomen uit het bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015".

Algemene regels
Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld algemene afwijkingen en het overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in het bestemmingsplan worden hier verder niet toegelicht, aangezien deze in overeenstemming zijn met het geldende bestemmingsplan.

Opgemerkt wordt dat onder de algemene regels het artikel 'Overige regels' is toegevoegd. In dit artikel zijn de parkeerregels afkomstig uit het bestemmingsplan "Meppel - Paraplubestemmingsplan Parkeren" opgenomen.

5.4 Verbeelding

Voor de vormgeving van de verbeelding gelden een aantal uitgangspunten die als volgt luiden:

  • De kaarten worden in kleur opgezet waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding (bijv. G- gemengd) een en ander afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012.
  • De schaal van de kaarten is 1: 1000.
  • Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de kaart gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, bebouwingspercentages).

In het onderhavige bestemmingsplan zijn deze vormgevende uitgangspunten toegepast.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de verplichting ontstaan om indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, ondermeer voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, deze moeten kunnen worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Eén en ander dient vast te worden gelegd in een exploitatieplan. Een exploitatieplan is nodig voor die ontwikkelingen die met het plan mogelijk worden gemaakt en waarvoor, geen privaatrechtelijke overeenkomsten wordt gesloten. Conform artikel 6.12. lid 2 Wro kan de gemeenteraad besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien het verhaal van de kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluiten begrepen gronden anderszins verzekerd is.

De gemeente is verplicht een exploitatieplan vast te stellen.

De wijzigingen die in dit bestemmingsplan worden doorgevoerd t.o.v. het nu vigerende bestemmingsplan 'Meppel - Oevers E 2015' zijn echter minimaal. De verplichting tot het bouwen van een woonhuis komt in een aantal bouwvlakken te vervallen en een klein deel van de uitgeefbare grond langs de straat Celsius wordt omgezet naar de bestemming 'Verkeer' i.v.m. aanwezigheid van een al aangelegde kabels en leidingen.

Deze minimale wijzigingen behoeven geen aanpassing van het exploitatieplan die voor het gehele bedrijventerrein Oevers E is vastgesteld. De wijzigingen leiden niet tot aanpassing van de grondprijs en passen binnen de variabelen van dat plan.

De kosten voor het ontwikkelen van dit bestemmingsplan en het doorlopen van de bestemmingsplanprocedure zijn voor rekening van de gemeente Meppel. Deze worden betaald uit algemene middelen die hiervoor beschikbaar zijn.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De gemeenteraad dient inzake het al dan niet vaststellen van het bestemmingsplan te overwegen of de planologisch-juridische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, maatschappelijk uitvoerbaar zijn. Bij deze afweging zullen onder andere de mogelijke zienswijzen een rol spelen.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 Vooroverleg en inspraak

De herziening vormt een technische wijziging van het bestemmingsplan "Meppel - Oevers E 2015". Het wordt in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro aan de vaste vooroverlegpartners voorgelegd.

Er zal tevens een inspraakprocedure worden gehouden. Onderdeel van deze procedure zal een informatieavond zijn waarbij het plan onder de aandacht van bewoners van bedrijventerrein Oevers E wordt gebracht. Deze informatieavond leidt de terinzagelegging in en vindt dus aan de start van de procedure plaats.

Tussen 10 februari 2021 tot en met 23 maart 2021 heeft het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn twee inspraakreacties ingediend. De inspraakreacties zijn voorzien van een antwoord en samengevat in een reactienota. Deze reactienota is als bijlage 3 bij deze toelichting bijgevoegd.

7.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 13 juli 2022 tot en met 23 augustus 2022 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Gedureden deze periode zijn geen zienswijzen ingedient. Het ontwerpbestemmingsplan is ongewijzigd vastgesteld.