direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening Geluidzone bedrijventerrein Noord I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.GeluidzoneNoord-BPC1

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op het bedrijventerrein Noord I is de waterzuiveringsinstallatie Meppel (RWZI) gesitueerd. Aangezien deze RWZI over een vergunning beschikt, waarin is opgenomen dat oppervlaktebeluchting met een capaciteit van meer dan 120.000 vervuilingseenheden (v.e.) is toegestaan, behoort deze inrichting tot categorie 27.3 uit bijlage I, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht. Dit houdt automatisch in, dat voor deze gronden sprake is van een industrieterrein als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder. Dit betekent, dat op grond van deze wet dient dan voor het gehele bedrijventerreinde Wet geluidhinder een nieuwe geluidzone te worden vastgesteldrondom de RWZI van toepassing is.

De buitengrens (50 db(A)-contour) van deze zone is conform artikel 41 Wet geluidhinder verankerd in één of meerdere bestemmingsplan(nen). Omdat de geluidscontour over diverse bestemmingsplangebieden (zie § 1.3) is gelegen, is ervoor gekozen deze contour vast te leggenom door middel van een partiële herziening deze contour vast te leggen. Deze herziening behandelt dus één onderwerp (de geluidscontour) voor verschillende gebieden en ligt dus als een 'paraplu' over de nu geldende bestemmingsplannen heen. Vandaar de term 'parapluplan'. Dit betekent ook, dat de regels/voorschriften in de onderliggende bestemmingsplannen alleen worden gewijzigd, als deze betekking hebben op het aspect geluid. Alle andere regels/voorschriften in deze plannen blijven van kracht (zie Hoofdstuk 4).

1.2 Plangebied

Momenteel is een bestemmingsplan voor de bedrijventerrein Noord I en II in voorbereiding, te weten het plan "Meppel-Noord". Hierin is de geluidzone van het bedrijventerrein Noord I al voor een (groot) deel opgenomen. Het plangebied van deze parapluherziening bestaat dan ook alleen uit die gebieden, die binnen de geluidzone vallen, maar buiten het bestemmingsplangebied "Meppel-Noord" zijn gelegen. Voor een exacte ligging van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Om de geluidzone in zijn geheel juridisch-planologisch te kunnen verankeren, worden de volgende nu geldende bestemmingsplannen door dit parapluplan herzien:

  Naam bestemmingsplan   Vastgesteld   Goedkeuring  
1   Bedrijventerrein Steenwijkerstraatweg 2010   16-06-2011    
2   Buitengebied   03-09-2009   13-04-2010  
3   Meppel - Haveltermade   10-03-2005   31-05-2005  
4   Meppel - Nieuwveense Landen   23-02-2012    

De nummers in bovenstaande tabel corresponderen met de nummers in onderstaande afbeelding.

Afbeelding 1: Geldende bestemmingsplannen.
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.GeluidzoneNoord-BPC1_0001.jpg"

1.4 Juridische vorm

Met ingang van 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wro is de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) komen te vervallen.

Met de invoering van de Wro is ook de digitaliseringsverplichting in werking getreden. Ruimtelijke plannen die na 1 juli 2013 ter inzage worden gelegd moeten digitaal raadpleegbaar zijn (conform STRI 2012) en voldoen aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Het plan wordt digitaal beschikbaar gesteld.

1.5 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels, verbeelding en eventuele bijlagen. Deze toelichting is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de Wet geluidhinder nader toegelicht, omdat deze wet het wettelijk kader vormt. In hoofdstuk 3 wordt de akoestische situatie binnen het plangebied beschreven, zowel in de huidige als in de toekomstige situatie. Hoofdstuk 4 gaat in op de juridische aspecten van dit bestemmingsplan. Hiertoe wordt onder andere een korte beschrijving van de planregels gegeven, evenals de consequenties die deze parapluherziening heeft op de nu geldende bestemmingsplannen. De economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit plan komen aan bod in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 is ten slotte een bespreking van de resultaten van de procedure opgenomen.

Hoofdstuk 2 Wet geluidhinder

Het wettelijk kader voor geluid is grotendeels geregeld in de Wet geluidhinder. Hierin is een normering opgenomen voor wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Tot laatstgenoemde behoort de geluidsbelasting als gevolg van industrieterreinen waarop inrichtingen zijn gevestigd die bij een Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangemerkt als een inrichting die 'in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken'. Dit deel van de Wet geluidhinder vormt dan ook een belangrijk kader voor deze parapluherziening. Hieronder wordt deze wet met betrekking tot het aspect 'industrielawaai' uiteengezet.

2.1 Geluidsgevoelige gebouwen

De normering uit de Wet geluidhinder is niet voor elke functie van toepassing, maar alleen op geluidsgevoelige gebouwen. Hiertoe worden op grond van de wet en het Besluit geluidhinder de volgende objecten gerekend:

  • woningen;
  • woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen ten behoeve van woonschepen;
  • onderwijsgebouwen;
  • ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en verpleegtehuizen;
  • psychiatrische inrichtingen;
  • kinderdagverblijven.

Alle andere objecten, zoals kantoren, winkels, hotels en dergelijke, zijn dus niet aangemerkt als geluidsgevoelig. Voor deze objecten is de normering uit de Wet geluidhinder niet van toepassing.

De geluidsgevoelige objecten zijn zelf ook nog in twee categorieen onder te verdelen. Zo is daar de categorie 'geprojecteerde gebouwen'. Het betreffen hier nog niet aanwezige gebouwen, die op grond van het geldende bestemmingsplan wel gebouwd mogen worden, maar waarvoor nog geen omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is afgegeven. De tweede categorie betreffen de 'bestaande of in aanbouw zijnde gebouwen. Vanzelfsprekend zijn dit geluidsgevoelige objecten die al gebouwd zijn of waarvoor een omgevingsvergunning is afgegeven.

2.2 Normstelling

De Wgh kent een ondergrens - de zogeheten voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) - die overeenkomt met de buitengrens van de geluidzone. Indien de geluidsbelasting op de gevel lager is dan de voorkeursgrenswaarde, dan zijn de voorwaarden die de wet stelt aan het realiseren van geluidsgevoelige objecten niet van toepassing. Uitgangspunt van de Wgh is dat in nieuwe situaties zo veel mogelijk wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.

In de Wgh is daarnaast een bovengrens opgenomen voor woningen, de maximaal toelaatbare geluidbelasting (zie tabel 1). Indien de geluidsbelasting hoger is dan deze waarde, dan is het realiseren van woningen niet mogelijk. Als de geluidsbelasting ligt in de bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, dan is het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen aan restricties gebonden en alleen met een ontheffing mogelijk. Een dergelijke ontheffing wordt een 'hogere waarde' genoemd en wordt conform artikel 45 Wet geluidhinder met een formele procedure vastgesteld door burgemeester en wethouders. Een vastgestelde hogere waarde kan slechts eenmaal met een hogere grenswaarde procedure met 5 dB(A) worden verhoogd (artikel 46 Wet geluidhinder).

Tabel 1: Voorkeursgrenswaarde en maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor woningen.

Voorkeursgrenswaarde en maximaal toelaatbare geluidsbelasting   Geluidsbelasting (etmaalwaarde)  
Voorkeursgrenswaarde   50 dB(A)  
Maximale toelaatbare geluidsbelasting voor geprojecteerde woningen   55 dB(A)  
Maximale toelaatbare geluidsbelasting bestaande of in aanbouw zijnde woningen   60 dB(A)  

Voor andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen kan eveneens een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden verleend (artikel 47 Wet geluidhinder). De waarden van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting evenals de maximaal toelaatbare geluidsbelasting zijn in een algemene maatregel van bestuur vastgesteld (Besluit geluidhinder artikel 2.1 en 2.2). De definities van andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen is opgenomen in artikel 1 Wet geluidhinder en nader gespecificeerd in het artikel 1.2 Besluit geluidhinder. In tabel 2 zijn de voorkeursgrenswaarde en maximaal toelaatbare geluidbelasting voor andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen opgenomen.

Tabel 2: Voorkeursgrenswaarde en maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen.

Voorkeursgrenswaarde en maximaal toelaatbare geluidsbelasting   Geluidsbelasting (etmaalwaarde)  
Onderwijsgebouwen, ziekenhuizen of verpleeghuizen:
voorkeursgrenswaarde
maximaal toelaatbare geluidsbelasting  

50 dB(A)
60 dB(A)  
Verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven:
voorkeursgrenswaarde
maximaal toelaatbare geluidsbelasting  


50 dB(A)
55 dB(A)  
Geluidsgevoelige terreinen:
voorkeursgrenswaarde
maximaal toelaatbare geluidsbelasting  

50 dB(A)
55 dB(A)  

Welke waarde op de gevel van een geluidsgevoelig object heerst, moet blijken uit een akoestisch onderzoek. Hiertoe wordt van het gezoneerde industrieterrein een akoestisch model gemaakt, waarin niet alleen de inrichtingen zijn opgenomen die bij een Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangemerkt als een inrichting die 'in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken' , maar ook de overige inrichtingen die zich op het gezoneerde industrieterrein bevinden. De berekende geluidsbelasting is dus een gecumuleerde geluidsbelasting (industrielawaai).

2.3 Binnenwaarden

Aan de vaststelling van een hogere waarde koppelt de Wet geluidhinder eisen aan de geluidwerendheid van de geluidsbelaste gevel, wat tot uitdrukking komt in de maximale binnenwaarde of het binnenniveau. Zo bepaalt de wet in hoofdstuk VIIIb 'Binnenwaarden van aanwezige of in aanbouw zijnde woningen en gebouwen in zones', dat burgemeester en wethouders met betrekking tot de geluidwering van gevels maatregelen treffen om te bevorderen dat de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen ten hoogste 35 dB(A) bedraagt (artikel 111 Wet geluidhinder). Deze waarde betreft het zogeheten 'binnenniveau' en is als zodanig ook opgenomen in het Bouwbesluit. Welke maatregelen moeten worden genomen om het binnenniveau te halen, wordt bepaald door de op de gevel berekende geluidsbelasting.

In artikel 113 Wet geluidhinder is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur (Besluit geluidhinder) voor daarbij aan te wijzen andere geluidsgevoelige gebouwen met betrekking tot de in de artikel 111 geregelde binnenniveaus, overeenkomstige regels kunnen worden gesteld. De vereiste binnenwaarden zijn opgenomen in artikel 2.4 en 2.5 Besluit geluidhinder en gekoppeld aan het type verblijfsruimte, zoals gedefinieerd in artikel 1.1, onder e. Bgh. Ook hier is een onderscheid gemaakt tussen gebouwen met een geluidsbelasting tot en met 55 dB(A) en gebouwen met een hogere belasting. Voor de eerste categorie geldt een binnenwaarde van ten hoogste 30 dB(A). Voor de tweede categorie mag de binnenwaarde maximaal 35 dB(A) bedragen. Daarnaast is ook een categorie 'overige geluidsgevoelige verblijfsruimten' van toepassing. Hiervoor gelden respectievelijke binnenwaarde van ten hoogste 35 dB(A) en 40 dB(A); dit is afhankelijk van de berekende gevelbelasting.

Hoofdstuk 3 Akoestische situatie plangebied

3.1 Huidige situatie

Op 3 april 2002 heeft de gemeenteraad van Meppel een geluidscontour vastgesteld rondom het bedrijventerrein Noord I en II. Dit besluit regelt, dat de cumulatieve geluidsbelasting van de bedrijven op het bedrijventerrein Noord I en II buiten de zone niet meer dan 50 dB(A) mag bedragen. Het betreft hier geen zone als bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder. De individuele milieuvergunningen van de bedrijven op het bedrijventerrein worden getoetst aan de bijdrage die het betreffende bedrijf levert aan de geluidzone. Op deze manier wordt gewaarborgd, dat de totale geluidsbelasting buiten de zone niet meer dan 50 dB(A) bedraagt. Onderstaande afbeelding laat deze geluidzone zien (oranje arcering).

Afbeelding 2: Gemeentelijke geluidzone industrieterrein Meppel Noord I en II.
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.GeluidzoneNoord-BPC1_0002.jpg"

Omdat zich op het bedrijventerrein Noord I een inrichting bevindt, die bij een Algemene Maatregel van Bestuur is aangemerkt als een inrichting die 'in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken' (RWZI), kan niet meer volstaan worden met huidige geluidscontour en dient op grond van de Wet geluidhinder een nieuwe contour vastgesteld te worden.

Daarnaast zijn op het bedrijventerrein Noord I nog enkele bedrijven gevestigd die in belangrijke mate geluid veroorzaken. Het gaat hier onder andere om Astellas Pharma Europe, drukkerij Ten Brink en het ROVA Overlaadstation. Het betreffen echter geen inrichtingen die bij een Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangemerkt als een inrichting die 'in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken'. Uit een akoestisch onderzoek1 van Stroop raadgevende ingenieurs blijkt evenwel, dat door de bedrijfsactiveiten van met name Astellas Pharma Europe en drukkerij Ten Brink de huidige van gemeentewege besloten geluidzone rondom het bedrijventerrein Noord niet meer voldoet. Aan de zuidzijde wordt namelijk de toetsingswaarde met 0,4 dB overschreden.

3.2 Toekomstige situatie

3.2.1 Geluidzone

Om te voldoen aan de Wet geluidhinder en om de overschrijdingen op te heffen is vaststelling van een nieuwe geluidzone op grond van de Wet geluidhinder noodzakelijk. In het eerder genoemde akoestisch onderzoek is bepaald, waar de buitengrens (50 dB(A)-contour) van deze nieuwe geluidzone ligt. Hierbij is rekening gehouden met een bedrijfsuitbreiding van Astellas Pharma Europe, evenals met een marge variërend van 0 tot 1 dB(A). Aangezien op Noord II geen bedrijven zijn gesitueerd die veel geluidsoverlast met zich mee kunnen brengen, beperkt de nieuwe geluidscontour zich tot het bedrijventerrein Noord I. Onderstaande afbeelding geeft de nieuwe geluidscontour weer.

Afbeelding 3: Nieuwe geluidzone bedrijventerrein Noord I (blauwe lijn).
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.GeluidzoneNoord-BPC1_0003.jpg"

Binnen deze nieuwe geluidscontour zijn enkele geluidsgevoelige gebouwen en terreinen gelegen. Hiervoor is in het verleden echter een ontheffing van de Wet geluidhinder verleend van 55 dB(A). Uit het eerder genoemde akoestisch onderzoek blijkt, dat de geluidsbelasting ter plaatse van deze woningen door de nieuwe geluidscontour ten hoogste 52 dB(A) bedraagt. Hierdoor wordt voldaan aan de vastgestelde ontheffingswaarde, waardoor het verlenen van een nieuwe ontheffing niet nodig is.

Op vrij korte afstand van het plangebied, zijn de EHS-gebieden Engelaarde en Wandelbos gelegen. Het gebied Engelaarde is tevens aangewezen als waterbergingsgebied. Daarnaast ligt op circa 3 km ten westen van het plangebied het Natura 2000 gebied De Wieden (gemeente Steenwijkerland). Op grond van de m.e.r.-beoordeling2 die ten behoeve van het bestemmingsplan Meppel-Noord is opgesteld, wordt geconcludeerd dat gezien de ruime afstand tot dit gebied én de ligging van de geluidzone, de extra geluidsbelasting niet tot enige verstoring. Datzelfde wordt geconcludeerd voor de EHS-gebieden Engelaarde en Wandelbos, mede gezien de aard van deze gebieden en de tussenliggende infrastructuur (spoorlijn, N375).

3.2.2 Zonebeheerplan

De hoeveelheid te vergunnen geluidsruimte op het gezoneerde industrieterrein Noord I is beperkt. Voor een duurzame invulling en een optimaal gebruik van het terrein, is het noodzakelijk om zorgvuldig met de uitgifte van geluidsruimte en de verdeling daarvan om te gaan. Om dit in goede banen te leiden is een zonebeheerplan3 opgesteld, als bedoeld in artikel 164 van de Wet geluidhinder.

Met dit zonebeheerplan is vastgelegd, dat de gecumuleerde geluidsimmissie van alle inrichtingen op het bedrijventerrein Noord I op de zonegrens beperkt moet blijven tot:

  • 50,5 dB(A) voor de dagperiode;
  • 45,4 dB(A) voor de avondperiode;
  • 40,5 dB(A) voor de nachtperiode.

Om deze maximale geluidsbelasting te waarborgen, zijn op de zonegrens een aantal representatieve punten als zonebewakingspunten aangemerkt. Indien nodig kunnen nieuwe zonebewakingspunten lopende het beheerproces worden toegevoegd. Uit het zonebeheermodel blijkt, dat nog niet op alle punten de maximale toegestane geluidsruimte is bereikt.

In het zonebeheerplan is daarnaast geregeld, hoe bij het verlenen van revisie- en veranderingsvergunningen Wet milieubeheer of bij uitbreiding/verandering van bestaande bedrijven omgegaan moet worden met de aanwezige geluidsruimte op het bedrijventerrein Noord I.

Hoofdstuk 4 Juridische aspecten

4.1 Algemeen

Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft, uit te oefenen.

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van 'werken' (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden).

Een bestemmingsplan regelt derhalve:

  • het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen);
  • het bebouwen van de gronden;
  • het verrichten van werken (aanleggen).

Deze parapluherziening betreft echter een bijzondere variant van een bestemmingsplan. Centraal in deze herziening staat namelijk één onderwerp (geluidscontour) en vormt een aanvulling op de reeds geldende bestemmingsplannen. Dit betekent ook, dat alle andere regels/voorschriften in de onderliggende bestemmingsplannen van kracht blijven.

Net als een 'normaal' bestemmingsplan bestaat ook dit parapluplan uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het plan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding is een gebiedsaanduiding weergegeven. Aan deze aanduiding zijn bouwregels gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. Het geeft namelijk uitleg over de achtergronden van deze parapluherziening.

4.2 Regels

De regels van deze parapluherziening zijn ondergebracht in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat de inleidende bepalingen. Deze bepalingen hebben tot doel een eenduidige interpretatie en toepassing van de inhoudelijke regels in de overige hoofdstukken in relatie tot de verbeelding te waarborgen. Daarnaast is geregeld, wat de reikwijdte van dit bestemmingsplan is (artikel 2). Hierin is vastgelegd, welke onderdelen van de nu geldende bestemmingsplannen komen te vervallen en wat toegevoegd wordt. Daarnaast is geregeld, dat alle overige regels/voorschriften uit de nu geldende plannen van kracht blijven.

Hoofdstuk 2 gaat in op de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'. Hiermee wordt de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein Noord I vastgelegd en wordt geregeld wat wel/niet is toegestaan.

Het laatste hoofdstuk bevat de overgangs- en slotbepalingen.

4.3 Consequenties voor nu geldende bestemmingsplannen

Binnen het plangebied van deze parapluherziening gelden momenteel vier bestemmingsplannen. Hieronder wordt per bestemmingsplan ingegaan op de consequenties die deze herziening voor deze plannen heeft.

4.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied

In artikel 29 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' (2005) is geregeld, dat de bouw van nieuwe woningen, waaronder het splitsen van panden in meerdere woningen, niet is toegestaan binnen de zones industrielawaai.

Dit artikel en de eventueel op de plankaart aangegeven zones industrielawaai komen door deze parapluherziening te vervallen, voor zover deze betrekking hebben op de gronden die gelegen zijn binnen deze parapluherziening. Deze worden vervangen door de in deze herziening opgenomen gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' en de daarbij behorende regels.

4.3.2 Bestemmingsplan Meppel - Haveltermade

Op de plankaart behorende bij het bestemmingsplan "Meppel - Haveltermade" is met één stippellijn de 50 dB(A)-contour industrielawaai aangegeven. Het gaat hierbij echter om de contour behorende bij het bedrijventerrein Oevers (deel van de lijn dat van noord naar zuid loopt), als de van gemeentewege vastgestelde contour van het bedrijventerrein Noord (deel van de lijn dat van oost naar west loopt). In de voorschriften van dit bestemmingsplan is echter niets geregeld met betrekking tot deze contour.

Door de vaststelling van deze parapluherziening verandert er niets aan de in dit bestemmingsplan opgenomen voorschriften en op de bijbehorende plankaart. De in deze parapluplan opgenomen regels vormen een aanvulling. Dit geldt ook voor de aanduiding 'geluidzone - Industrie', zoals opgenomen op de bij dit parapluplan behorende verbeelding.

4.3.3 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Steenwijkerstraatweg 2010

Artikel 11.1 van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Steenwijkerstraatweg 2010" bevat de regeling behorende bij de aanduiding "geluidzone - industrie" die over het gehele plangebied is gelegen. Het betreft hier de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein Oevers.

Deze regeling blijft na vaststelling van deze parapluherziening ongewijzigd van kracht. Daarnaast worden zowel de planregels als de verbeelding van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Steenwijkerstraatweg 2010" daarnaast aangevuld met de regelingen c.q. contour, zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.

4.3.4 Bestemmingsplan Meppel - Nieuwveense Landen

Ook in het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen" is op de verbeelding een aanduiding "geluidzone - industrie " opgenomen. De bijbehorende regeling is opgenomen in artikel 24.1 van de planregels. Aangezien zowel de zone van het bedrijventerrein Oevers als de van gemeentewege vastgestelde zone van het bedrijventerrein Noord over het plangebied van dit bestemmingsplan zijn gelegen, zijn op de verbeelding twee vlakken opgenomen die aangeduid zijn als "geluidzone - industrie".

De vaststelling van deze parapluherziening heeft alleen consequenties voor het vlak met de aanduiding "geluidzone - industrie", dat betrekking heeft op de van gemeentewege vastgestelde geluidzone behorende bij het bedrijventerrein Noord. Het gaat hierbij om het vlak dat gelegen is aan de oostzijde van het plangebied en zich uitstrekt langs de Steenwijkerstraatweg. Voor het deel van dit vlak dat gelegen is binnen het plangebied van deze parapluherziening, komt de regeling uit artikel 24.1 van het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen" te vervallen. Hiervoor komt de aanduiding "geluidzone - industrie" in de plaats, zoals is opgenomen op de verbeelding bij deze parapluherziening, evenals de in de planregels opgenomen regelingen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Deze parapluherziening voorziet niet in uit te voeren werken of werkzaamheden. Het plan voorziet daardoor niet in een aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een exploitatieplan is daarom niet nodig. Het bestemmingsplan is economisch uitvoerbaar te achten.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De gemeenteraad dient inzake het al dan niet vaststellen van het bestemmingsplan te overwegen of de planologisch-juridische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, maatschappelijk uitvoerbaar zijn. Bij deze afweging zullen onder andere de zienswijzen een rol spelen.

Hoofdstuk 6 Procedure

6.1 Vooroverleg en inspraak

6.1.1 Inleiding

De parapluherziening "Geluidzone bedrijventerrein Noord I" vormt een nadere technische uitwerking van het bestemmingsplan "Meppel-Noord", dat reeds in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro aan de vaste vooroverlegpartners is voorgelegd en op grond van de gemeentelijke inspraakverordening voor een periode van zes weken ter inzage is gelegd. Binnen de gestelde termijnen zijn geen reacties binnengekomen die zich richten op de in het bestemmingsplan

"Meppel-Noord" opgenomen geluidzone. Het is dan ook niet noodzakelijk geacht, om dit plan nogmaals separaat aan de vooroverlegpartners voor te leggen, alsmede het op grond van de gemeentelijke inspraakverordening voor een periode van zes weken ter inzage te leggen.

6.2 Zienswijzen

Te zijner tijd worden eventueel ingediende zienswijzen op grond van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht in deze paragraaf of in een aparte bijlage verwerkt.