direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bestemmingsplan Nijeveen - de Ryge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Meppel is momenteel bezig met de voorbereidingen van de 2e fase van de kaveluitgifte van het plan Danninge Erve Zuid, fase 2 te Nijeveen. Nu blijkt dat twee kavels uit het huidige verkavelingsplan op basis van het oppervlak te klein zijn, waardoor deze twee kavels onverkoopbaar zijn. Daarom heeft de gemeente Meppel besloten het oppervlak van deze twee kavels te vergroten. Deze ontwikkeling is niet mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2'. In paragraaf 1.3 wordt hier nader op ingegaan. Om de beoogde ontwikkeling juridisch-planologisch te kunnen regelen en realiseren, is het opstellen van een nieuw juridisch kader noodzakelijk. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin.

1.2 Plangebied

Het plangebied ligt direct ten oosten van het dorp Nijeveen. De ligging van het plangebied is opgenomen in figuur 1.1. Het plangebied is in dit figuur met oranje omcirkeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied

1.3 Geldende bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2' dat is vastgesteld op 28 januari 2014. In figuur 1.2 is een uitsnede van de verbeelding van het geldende bestemmingsplan weergegeven. Het plangebied is daarin oranje omlijnd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1_0002.png"

Figuur 1.2 Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2'

In het plangebied zijn de gronden bestemd met de bestemming 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Het grootste gedeelte is bestemd met de bestemming 'Wonen'. Binnen de bestemming 'Wonen' zijn de gronden bestemd voor maximaal 117 woningen verdeeld over vier deelgebieden:

  • in deelgebied A, zijn maximaal 75 woningen toegestaan;
  • in deelgebied B, zijn maximaal 39 woningen toegestaan;
  • in deelgebied C, zijn maximaal 2 woningen toegestaan;
  • in deelgebied D, is niet meer dan 1 woning toegestaan.

Het plangebied valt onder deelgebied A. De hoofdgebouwen (woningen) dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Binnen het bouwvlak geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 6 meter en 12 meter.

Het oostelijke deel van het plangebied is bestemd met de bestemming 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. De gronden binnen de bestemming 'Tuin' zijn bestemd voor tuinen behorende bij de woningen. Binnen deze bestemming zijn bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan. De gronden binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn bestemd voor wegen, (fiets)paden, pleinen en parkeervoorzieningen. Woningen zijn binnen de bestemming 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' niet toegestaan.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels, verbeelding en eventuele bijlagen. Deze toelichting is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk is in hoofdstuk 2 de bestaande ruimtelijke en toekomstige situatie in het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 is het beleidskader geschetst op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau. Hoofdstuk 4 gaat in op de planologische- en milieutechnische aspecten die betrekking hebben op dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 5 is de planologisch juridische opzet van het plan behandeld. De economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit plan komen aan bod in hoofdstuk 6.

Hoofdstuk 2 Beschrijving plangebied

2.1 Huidige situatie

Het plangebied ligt ten oosten van het dorp Nijeveen, in de uitbreidingswijk Danninge Erve Zuid fase 2. De uitbreidingswijk ligt op de grens van dorp naar het landschap en vormt de zuidoostelijke dorpsrand van Nijeveen.

Het huidige bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2' is op basis van een stedenbouwkundig plan vastgesteld. In dit stedenbouwkundig plan zijn voor het plangebied twee kavels ten behoeve van twee-onder-een- kapwoningen aan een plein voorzien.

De kavels zijn te smal en ondiep, namelijk slechts 9 m breed bij 22 m tot 25 m diep omdat de kavels schuin weglopen. In de realiteit blijken deze twee kavels te klein te zijn voor het realiseren van de beoogde twee-onder-een-kapwoningen.

Het oostelijke deel van het plangebied, is op basis van het stedenbouwkundig plan onderdeel van een openbaar plein. Op dit plein worden parkeerplaatsen voor de omliggende woningen gerealiseerd. De gronden grenzend aan het plangebied zijn onderdeel van dit plein, maar hier worden geen parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze gronden hebben geen noodzakelijke functie voor de openbare ruimte.

In figuur 2.1 wordt een uitsnede van het stedenbouwkundig plan. In figuur 2.2 is een uitsnede van het huidige verkavelingsplan weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1_0003.png"

Figuur 2.1 Uitsnede huidige stedenbouwkundig plan

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1_0004.png"

Figuur 2.2 Uitsnede huidige verkavelingsplan

2.2 Toekomstige situatie

Juridisch planologisch worden er geen woningen toegevoegd en gaat het alleen om het vergroten van de woonkavel. Om de gewenste twee-onder-een-kapwoningen te kunnen realiseren en de kavels aantrekkelijk te maken, worden de kavels in oostelijke richting tot aan de woonstraat 'De Ryge' vergroot. Hierdoor ontstaan twee kavels met voldoende omvang (circa 370 m²) voor de realisatie van twee-onder-een-kapwoningen.

Het ontwerp van de woningen is nog niet bekend. Daarom wordt met de bouwregels aangesloten op de regels van de bestemming 'Wonen' uit het huidige bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2'. Voor dit bestemmingsplan is tevens een beeldkwaliteitsplan opgesteld (bijlage 1). Dit beeldkwaliteitsplan biedt, samen met het stedenbouwkundig plan en bouwregels, het toetsingskader voor de beoogde woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0119.DeRyge-BPC1_0005.png"

Figuur 2.3 Impressies van het voorgenomen woongebouw

2.3 Verkeer en parkeren

Verkeer

De kavels worden ontsloten door 'De Ryge'. Deze woonstraat wordt in noordelijke richting ontsloten op de Dorpsstraat. De Dorpsstraat is een hoofdstraat door Nijeveen en het karakteristieke en historische lint van het oorspronkelijke lintdorp.

Parkeren

Met dit plan worden twee kavels vergroot er worden geen extra woningen toegevoegd. Ook verandert het type woningen door de beoogde ontwikkeling niet. In het huidige bestemmingsplan is rekening gehouden met de parkeerbehoefte van het gebied. Met onderhavig plan verdwijnen geen parkeerplaatsen. Daarnaast geeft de beoogde ontwikkeling geen extra parkeerdruk op de openbare ruimte. Vanuit het aspect parkeren bestaat er geen belemmering voor dit plan.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het ruimtelijk beleid dat het kader vormt voor dit bestemmingplan. Het beleid dat van toepassing is voor het plangebied, is uitgebreid verantwoord in het bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2'.

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) opnieuw vastgesteld. Eén van de wijzigingen ten opzichte van de oude SVIR betreft de ladder voor duurzame verstedelijking'. De ladder is ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dat betekent dat overheden nieuwe stedelijke ontwikkelingen moeten motiveren.

Een plan om twee kavels te vergroten wordt niet gezien als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. Daarnaast is geen sprake van nieuw ruimtebeslag. Toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking is daarom niet noodzakelijk.

3.2 Provinciaal beleid

Het provinciale beleid schept in veel gevallen een beleidskader, dat door de gemeenten verder uitgewerkt wordt. Daarnaast blijft algemeen provinciaal beleid een toetsingskader, in dit geval de Omgevingsvisie Drenthe en de Provinciale Omgevingsverordening.

3.2.1 Omgevingsvisie Drenthe en Omgevingsverordening Drenthe

In 2018 is een actualisatie van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Provincie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie Drenthe is het strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de provincie Drenthe voor de periode tot 2030 en in een aantal gevallen verder in de toekomst. De verordening is gericht tot de gemeenten en bevat voorschriften waar ruimtelijke plannen aan dienen te voldoen.

De Omgevingsvisie Drenthe is het strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de provincie Drenthe voor de periode tot 2030 en in een aantal gevallen verder in de toekomst.

In de Provinciale Omgevingsverordening vertaalt de provincie Drenthe de Omgevingsvisie Drenthe door naar een verordening, voor zover het planologisch relevante aspecten betreft. In de verordening zijn regels gesteld die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Het huidige bestemmingplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2' is in 2014 getoetst aan de omgevingsvisie en Omgevingsverordening. De actualisatie die in 2018 voor beide documenten heeft plaatsgevonden, heeft geen gevolgen voor de beoogde ontwikkeling.

3.3 Gemeentelijk beleid

Na de vaststelling van het huidige bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2' is geen nieuw gemeentelijke beleid vastgesteld, waaraan dit bestemmingsplan moet worden getoetst.

Hoofdstuk 4 Planologische randvoorwaarden

Voor de planologische randvoorwaarden (milieu- en omgevingsaspecten) geldt hetzelfde als het voorgaande hoofdstuk 3. In het kader van het opstellen van het bestemmingsplan 'Nijeveen - Danninge Erve Zuid, fase 2' zijn de omgevingsaspecten voldoende onderzocht en verantwoord.

Door de beoogde ontwikkeling ontstaan geen extra verkeersaantrekkende werken, er worden ook geen extra woningen mogelijk gemaakt De woningen worden ook niet op het gas aangesloten. Het vergroten van de woonbestemming heeft dan ook geen negatieve effect op de flora en fauna of stikstofdepositie.

Ten slotte is het plangebied gelegen in het beheergebied van Waterschap Drents Overijsselse Delta. De herverkaveling leidt niet tot een wijziging met betrekking op de onderdelen (grond)wateroverlast, waterkwaliteit en ecologie, riolering, volksgezondheid en beheer en onderhoud. Het oppervlakte in verhard gebruik blijft met dit plan minimaal gelijk. Het is zelfs aannemelijk dat het aantal m2 afneemt doordat voor een gedeelte de bestemming verkeer verdwijnt waarvoor de bestemming tuin in de plaats komt.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

In dit hoofdstuk staat een toelichting op de juridische regeling van dit bestemmingsplan. In paragraaf 5.1 staat een algemene toelichting op de betekenis en opbouw van het bestemmingsplan en de achtergronden daarvan. De opbouw van dit bestemmingsplan wordt beschreven in paragraaf 5.2. In paragraaf 5.3 wordt de bestemmingsregeling van dit bestemmingsplan toegelicht.

5.1 Algemeen

5.1.1 Wat is een bestemmingsplan

Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder et cetera) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft, uit te oefenen.

Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (omgevingsvergunning voor het bouwen) en regels voor het verrichten van 'werken' (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden).

Een bestemmingsplan regelt daarom:

  • het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen);
  • het bebouwen van de gronden;
  • het verrichten van werken (aanleggen).
5.1.2 Over bestemmen, dubbelbestemmen en aanduiden

Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een (enkel)bestemming. De gronden met een bepaalde bestemming zijn begrensd door het bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regels worden gegeven. Aanvullend daarop kunnen de toegekende gebruiksmogelijkheden op twee manieren verder worden ingevuld:

  • Via een dubbelbestemming. Een dubbelbestemming is, zoals de naam al zegt, een bestemming die óók aan de gronden wordt toegekend. Voor gronden kunnen dus meerdere bestemmingen gelden. Er geldt altijd één 'enkel' bestemming (dat is dé bestemming) en daarnaast soms een dubbelbestemming (soms zelfs meerdere). In de regels van de dubbelbestemming wordt omschreven wat voor de onderliggende gronden gelden aan extra bepalingen in aanvulling, of ter beperking, van de mogelijkheden van de onderliggende bestemmingen.
  • Via een aanduiding. Een aanduiding is een vlak of een teken op de ruimtelijke verbeelding van het plan. Bij het vlak kan het gaan om een functieaanduiding. Het teken kan bestaan uit een lijn, een figuur, of een lettercode et cetera. Via een aanduiding wordt in de regels 'iets' geregeld. Dat 'iets' kan betrekking hebben op extra mogelijkheden en/of beperkingen voor het gebruik en/of de bebouwing. De (on)mogelijkheden van aangeduide gebieden kunnen zijn geregeld in een bestemmingsregel, in meerdere bestemmingsregels, maar ook in een eigen regel in de Algemene aanduidingsregels.

Een toelichting op de in dit bestemmingsplan opgenomen enkel- en dubbelbestemmingen en opgenomen aanduidingen staat in 5.3.

5.1.3 Hoofdstukindeling van de regels

De regels zijn verdeeld over 4 hoofdstukken:

  • Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is de manier waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels (artikel 2) bepaald. De inhoudelijke opzet van deze regels wordt deels voorgeschreven in de SVBP2012.
  • Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de regels van de bestemmingen opgenomen. Hierbij is een landelijk een hiërarchie afgesproken, waarbij eerst de enkelbestemmingen (alfabetisch) aan de orde komen en vervolgens de dubbelbestemmingen (ook alfabetisch). Per bestemming geven de bestemmingsomschrijving en de (specifieke) gebruiksregels aanwijzingen voor het gebruik. De bouwregels geven per bestemming aanwijzingen voor het bouwen van gebouwen, bijgebouwen, aan- en uitbouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. Eventueel zijn hierbij flexibiliteitsbepalingen - mogelijkheden voor afwijken met een omgevingsvergunning en/of wijzigingsbevoegdheden - opgenomen. Daarnaast kan het voorkomen dat een bestemming voorzien is van een omgevingsvergunningstelsel. Dit bepaalt bijvoorbeeld welke werken en/of werkzaamheden alleen mogelijk zijn na verlening van een omgevingsvergunning. Vaak zijn de flexibiliteitsbepalingen en het omgevingsvergunningstelsel gekoppeld aan randvoorwaarden en/of eisen waaraan voldaan moet worden.
  • Algemene regels. In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Deze gelden in principe voor het hele plangebied. Het zijn achtereenvolgens een anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene aanduidingsregels en algemene afwijkingsregels.
  • Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Hoewel het hier in feite algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen. De inhoudelijke opzet van deze regels wordt deels voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening en de geldende SVBP.

5.2 Dit bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide plandelen worden in onderlinge samenhang bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Inhoudelijke opzet

Door de gemeente Meppel is een handboek opgesteld. Dit handboek vormt de basis voor de inhoudelijke opzet van de regels en verbeelding van dit bestemmingsplan. Met dien verstande dat de uitgangspunten van de (voorheen) geldende bestemmingsplannen zo veel mogelijk gehandhaafd zijn. Dit komt de vergelijkbaarheid ten goede met de regelgeving in de omgeving van het voorliggende plangebied.

Regels

De opbouw van de regels van de verschillende bestemmingen is overal hetzelfde, deze is als volgt:

  • Bestemmingsomschrijving: in dit onderdeel worden de toegestane doeleinden en het toegestane gebruik omschreven.
  • Bouwregels: hierin worden de regels voor wat betreft het bouwen uitgewerkt.
  • Nadere eisen: in deze bepaling is opgenomen dat Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stellen inzake de plaats en afmeting van gebouwen, bijvoorbeeld in het kader van een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Deze bepaling maakt het mogelijk voor het gemeentebestuur om waar nodig sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling.
  • Afwijking bouwregels: in dit onderdeel kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels, waarmee ruimere bouwmogelijkheden kunnen worden gegeven.
  • Specifieke gebruiksregels: in dit onderdeel kunnen enkele specifieke ongewenste gebruiksmogelijkheden uitgesloten, zoals zelfstandige bewoning van bijgebouwen en stortplaatsen.
  • Afwijking van de gebruiksregels: in dit onderdeel zijn mogelijkheden voor het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels opgenomen, bijvoorbeeld voor het toestaan van aan huis gebonden bedrijven. In dit bestemmingsplan is geen afwijkingsbevoegdheid opgenomen.
  • Wijzigingsbevoegdheid: in dit onderdeel kunnen mogelijkheden op worden genomen voor het wijzigen van de bestemming. In dit bestemmingsplan is geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden: dit onderdeel (de voormalige aanlegvergunning) is alleen van toepassing voor de dubbelbestemmingen voor archeologie.

Verbeelding

Voor de vormgeving van de verbeelding geldt een aantal uitgangspunten. Zo worden de kaarten in kleur opgezet, waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding. De kleuren en letters zijn afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012). De schaal van de analoge kaarten is 1:1.000.

Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de verbeelding gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, eventueel bebouwingspercentages).

5.3 Regels

De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is beschreven. Dit bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen:

Tuin

De bestemming 'Tuin' hangt in hoge mate samen met de bestemming 'Wonen'. Hierbinnen zijn de voortuinen van de woningen opgenomen die niet mogen worden bebouwd.

Het plan maakt het realiseren van balkons en luifels vóór de voorgevel van woningen mogelijk, tot een maximum van 1,5 meter uit de voorgevel. Ook zijn erkers onder voorwaarden toegestaan.

Wonen

Binnen deze bestemming zijn woningen toegestaan. Dit is de hoofdfunctie in het plangebied. De toegestane goot- en bouwhoogte zijn weergegeven middels een aanduiding op de verbeelding. Het beoogde gebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Op de verbeelding is een 'gevellijn' aangegeven. De voorgevel van een hoofdgebouw dient ter plaatse van de 'gevellijn' met tenminste één punt in, of ten hoogste 3 meter achter, de gevellijn te worden gebouwd met dien verstande dat de voorgevel haaks op de zijdelingse perceelgrens wordt gebouwd.

Ondergeschikt zijn onder andere tuinen en parkeervoorzieningen toegestaan, omdat deze binnen het plangebied worden aangelegd.

Tot slot zijn in de regels flexibiliteitsbepalingen opgenomen voor het afwijken van de hierboven genoemde bouwregels, zoals de maximum bouwhoogte. Deze afwijkingen zijn enkel mogelijk indien het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheid van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.

In het plangebied Danninge Erve wordt onder het 'straat- en bebouwingsbeeld' tevens begrepen de stedenbouwkundige en dorpse uitstraling zoals omschreven in het stedenbouwkundig ontwerp inclusief beeldkwaliteitsplan. Dat zal met name in beeld komen bij mogelijke afwijkingen voor wat betreft de goothoogte.

5.4 Verbeelding

Voor de vormgeving van de verbeelding geldt een aantal uitgangspunten die als volgt luiden:

  • De kaarten worden in kleur opgezet waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding (bijv. B- bedrijventerrein) een en ander afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012.
  • De schaal van de analoge verbeelding is 1:1000.
  • Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de kaart gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, bebouwingspercentages).

In dit bestemmingsplan zijn deze vormgevende uitgangspunten toegepast. Dit bestemmingsplan biedt een nieuwe regeling waarbij de bestaande regeling in een nieuw jasje wordt gegoten. Daarbij worden het handboek en de SVBP2012 als basis voor de regeling aangehouden.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is het van belang te weten of het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de manier van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is het van belang te weten of het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de manier van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

6.1.1 Financiële haalbaarheid

In artikel 3.1.6 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt aangegeven dat een bestemmingsplan vergezeld dient te gaan van een toelichting, waarin de inzichten over de uitvoerbaarheid van het plan zijn neergelegd.

Omdat de gronden in eigendom zijn van de gemeente, is het kostenverhaal 'anderszins verzekerd' en hoeft er geen exploitatieplan vastgesteld te worden. De ontwikkeling is opgenomen in de exploitatieopzet 'Grondexploitatie Danninge Erve Zuid fase 2' die in september 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. Deze exploitatieopzet kent een positief saldo. Daarmee is het kostenverhaal afdoende verzekerd. Met dit bestemmingsplan worden de twee onverkoopbare kavels, verkoopbaar. Dit komt ten goede aan de 'grondexploitatie Danninge Erve Zuid fase 2'

Het bestemmingsplan is vanuit gemeentelijk perspectief financieel en economisch uitvoerbaar.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ontwerpbestemmingsplan
Het voorliggende bestemmingsplan is direct als ontwerp gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode, die liep van 06 mei 2020 t/m 16 juni 2020, is eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro).
Op het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijzen ingediend.

Dit ontwerpbestemmingsplan is in diezelfde periode ook gezonden aan de wettelijke vooroverlegpartners als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Zowel de provincie Drenthe als het waterschap Drents Overijsselse Delta hebben geen op- of aanmerkingen op het ontwerpbestemmingsplan.

Vaststellingsfase
Op het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijzen ontvangen. Tevens hebben de reacties van de vooroverlegpartners niet geleid tot wijzigingen. Zodoende is dit bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld.

Na vaststelling zal het besluit tot vaststelling worden gepubliceerd en ligt het vastgestelde bestemmingsplan zes weken ter inzage.
Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.