direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene aanduidingsregels
Plan: Meppel - Centrumschil
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2

Artikel 29 Algemene aanduidingsregels

29.1 Geluidzone - industrie
29.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van industrieterrein Oevers.

29.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij bestemmingen, mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.

29.1.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 29.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de bestemming, mits de geluidsbelasting vanwege de industrie van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

29.2 Veiligheidszone - lpg
29.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de opslag van lpg.

29.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij bestemmingen, mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd.

29.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de zin dat:

  • a. De aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. De aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt gewijzigd (verkleind), mits:
    • 1. voor de risicovolle inrichting een (omgevings)vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht c.q. de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;
    • 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

29.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop
29.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn mede bestemd voor de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van een molen.

29.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij bestemmingen mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, niet hoger worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. buiten een afstand vanaf 100 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

29.3.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in 29.3.2 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen.

29.3.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 29.3.2 in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de in de samenvallende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

29.4 Evenemententerreinen

In afwijking van het bepaalde in de samenvallende bestemmingen is het toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' de gronden tevens te gebruiken voor evenementen in de categorieën B en C als bedoeld in het gemeentelijke evenementenbeleid, met dien verstande dat:

  • a. per kalenderjaar maximaal 20 evenementen uit categorie B mogen worden gehouden;
  • b. per kalenderjaar maximaal 10 evenementen uit categorie C mogen worden gehouden.

29.5 Cultuurhistorisch waardevol gebied
29.5.1 Cultuurhistorisch gebied -Topklasse en Hoog

In afwijking van, c.q. aanvulling op, het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen dient, ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorisch gebied – topklasse en hoog” rekening te worden gehouden met de historische stadsstructuur, zoals deze tot uitdrukking komt in:

  • a. profielen van de openbare ruimten en in zichtlijnen;
  • b. kleinschaligheid en bebouwingskarakteristieken zoals gevelindeling, detaillering en materiaalgebruik;

Deze gebieden worden gewaardeerd als topkwaliteit en hoge kwaliteit in de 'Cultuurhistorische inventarisatie en waardestelling' en zijn van belang voor het instandhouden van de historische stedenbouwkundige structuur van het plangebied.

29.5.2 Cultuurhistorisch waardevolle gevellijnen

In afwijking van, c.q. aanvulling op, het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen en het bepaalde in 29.5.1, geldt dat, ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de plaats en de karakteristieken van de historische bebouwing dienen te worden gefixeerd. Deze gebieden worden gewaardeerd als topkwaliteit en zijn van belang voor het instandhouden van de historische stedenbouwkundige structuur van de binnenstad van Meppel. Bij het bouwen van hoofdgebouwen dient aan de volgende regels te worden voldaan:

  • a. er dient in de aangegeven gevellijn te worden gebouwd;
  • b. bij het samenvoegen van bestaande panden dient de parcellering in stand te blijven, dan wel niet meer dan 7 meter te bedragen;
  • c. bestaande kapvormen en kaprichtingen dienen in stand te blijven;
  • d. de bebouwing mag uit niet meer dan twee bouwlagen plus een kap bestaan.

29.6 Bouwen binnen cultuurhistorisch waardevol gebied

Burgemeester en wethouders kunnen binnen het plangebied, derhalve ook buiten de gebieden als bedoeld in 29.5.1, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede inpassing in de cultuurhistorische omgeving;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.