BP Bentinckspark, waboprojectbesluit de Vos van Steenwijklaan 66

5.2 Archeologie en cultuurhistorie

In het verdrag van Malta wordt de veiligstelling van het Europese erfgoed geregeld. De uitgangspunten van dit verdrag zijn op nationaal niveau uitgewerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007).

De regionale uitwerking heeft plaatsgevonden in de Omgevingsvisie Drenthe. Hierin is ten eerste de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen waarop de monumenten en bekende archeologische vindplaatsen zijn weergegeven. Ten tweede is in de Omgevingsvisie Drenthe de Indicatieve Kaart Archeologische verwachtingswaarden (IKAW) opgenomen. Op de kaart staat voor de gehele provincie de verwachtingswaarde voor archeologische vindplaatsen. Hier dient in het planvormingsproces rekening mee te worden gehouden.

Ten behoeve van het bestemmingsplan Bentinckspark 2009 heeft ARC een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat in het plangebied, waar deze ruimtelijke ontwikkeling onderdeel van uitmaakt, er sprake is van gedeeltelijk intacte podzolbodems.

Deze gebieden zijn in een vervolgonderzoek, uitgevoerd door De Steekproef, nader onderzocht. De resultaten zijn opgenomen in het rapport 'Hoogeveen Bentinckspark Gemeente Hoogeveen (Dr.)' (rapportnr. 2009-05/03) van juni 2009. Gebleken is dat in het verleden geen archeologische vondsten zijn gemeld uit het plangebied. Hoewel de bodem van het plangebied Bentinckspark grotendeels intact is en er extra boringen zijn uitgevoerd, zijn er tijdens het veldwerk geen vondsten gedaan.

De voorgenomen nieuwbouw is tevens voor advies voorgelegd aan Libau Groningen-Drenthe, dat heeft aangegeven heeft dat een archeologisch vooronderzoek niet nodig is. De archeologie vormt dus geen belemmering voor uitvoering van het plan. Het volledige advies is als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd.

Met de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (januari 2012) heeft cultuurhistorie een belangrijke plek gekregen in de ruimtelijke ordening.

Het aspect cultuurhistorie heeft in dit geval vooral betrekking op de omgeving van het besluitgebied. Het gebied maakt deel uit van een bebouwingslint. Met het planvoornemen wordt aangesloten bij de uitstraling van dit bebouwingslint. Dit door de bebouwing in lijn te plaatsen met de omliggende bebouwing.