direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Zuid, waboprojectbesluit Zuideropgaande 129
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20128000005-OH01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie Drenthe
3.2.1.1 Algemeen

Provinciale Staten van de provincie Drenthe hebben op 2 juni 2010 de nieuwe Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld voor de komende tien tot vijftien jaar. Het is daarmee hét strategisch kader voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van Drenthe. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document waarin de voor de provincie vier wettelijke planvormen zijn samengenomen:

  • de provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening;
  • het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer;
  • het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;
  • het provinciaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer.

De Omgevingsvisie heeft voor de provincie een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is. Wel zijn (binnen de wettelijke kaders) afwijkingen van de Omgevingsvisie Drenthe mogelijk, zolang de ambities en doelstellingen van de visie niet worden aangetast. Het is de ambitie van de provincie Drenthe om de ruimtelijke identiteit van Drenthe te versterken. Dit wordt gedaan door nieuwe ontwikkelingen te bezien in samenhang met de kernkwaliteiten van de provincie. De kernkwaliteiten zijn de kwaliteiten die bijdragen aan de identiteit en aantrekkelijkheid van Drenthe. Het behoud en waar mogelijk de ontwikkeling van de kernkwaliteiten is van provinciaal belang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.PB20128000005-OH01_0006.png"

Figuur 3.1 Uitsnede Omgevingsvisie Drenthe (Bron: provincie Drenthe)

In figuur 3.1 is een uitsnede van de Omgevingsvisie Drenthe weergegeven. Op de Visiekaart 2020 is de projectlocatie en de omgeving aangeduid met de hoofdfunctie landbouw. De hoofdfunctie landbouw is onderverdeelt in verschillende thema's. In het kader van deze onderbouwing gelden de thema's; 'vitaal platteland' en 'recreatie en toerisme'.

Vitaal Platteland

Landbouw is in de provincie Drenthe nog altijd een belangrijke pijler, echter wordt 'medegebruik' van het platteland door de gehele samenleving groter. Met deze niet-agrarische economische activiteiten wordt het platteland vitaal gehouden .

Recreatie en Toerisme

Drenthe wil door diversiteit en hoogwaardig niveau van recreatie en toerisme een topspeler zijn in de binnenlandse toeristische markt. Ten aanzien van zowel dagrecreatie als verblijfsrecreatie zijn, naast de gebieden die zijn aangewezen als 'robuuste landbouw' of 'robuuste natuur', de uitgangspunten; versterking, uitbreiding en vernieuwing van bestaande voorzieningen. Nieuwvestiging is in beide gevallen sterk afhankelijk van de beoogde locatie.

3.2.2 Provinciale Omgevingsverordening Drenthe

 Algemeen

De provinciale omgevingsverordening is op 14 april 2011 in werking getreden. In de verordening is aangegeven waar gemeenten in ruimtelijke onderbouwingen rekening mee moeten houden. In de omgevingsverordening zijn een aantal regels opgesteld ten aanzien van nieuwe recreatievoorzieningen. Verder zijn er specifieke regels opgesteld met betrekking tot onder andere ontwikkelingen in het buitengebied, ecologische hoofdstructuren en robuuste systemen. Op basis van de Provinciale Omgevingsverordening is de projectlocatie aangemerkt als 'landbouwgebied'. Daarnaast wordt in het buitengebied het principe van zorgvuldig ruimtegebruik gehanteerd en waarvoor de provincie Drenthe de SER-ladder toepast. Voor recreatie, toerisme en wordt het denkmodel van de SER-ladder ook gebruikt.

Toetsing van het initiatief aan de Omgevingsverordening Drenthe

Binnen de projectlocatie zijn geen kernkwaliteiten van toepassing. De projectlocatie is niet binnen het 'robuust gebied' gelegen. Daarnaast zijn voor uitbreidingen van recreatievoorzieningen geen specifieke regels opgesteld. Wel dient het denkmodel van de SER-ladder in het kader van zorgvuldig ruimtegebruik in acht te worden genomen.

Zorgvuldig ruimtegebruik / SER-ladder (Artikel 3.15)

De inzet is om de recreatieve functie met een uitbreidingsbehoefte op de huidige locatie door te ontwikkelen. In dit geval betreft het een uitbreiding van een bestaande recreatieve functies in het bebouwingslint. Door middel van de uitbreiding is de recreatieve functie in staat de bedrijfsactiviteiten op de huidige locatie voort te zetten. Daarmee is er geen strijd met artikel 3.15 van de Omgevingsverordening Drenthe.

3.2.3 Toetsing van het initiatief aan de uitgangspunten in het provinciaal beleid

De voorgenomen ontwikkeling past binnen de uitgangspunten zoals gesteld in het provinciaal ruimtelijk beleid in de Omgevingsvisie Drenthe, die verankerd is in de Omgevingsverordening Drenthe.