direct naar inhoud van 5.4 Natuur en ecologie
Plan: Noord A1, waboprojectbesluit Crerarstraat 57
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20117029001-VG01

5.4 Natuur en ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied of als ecologische hoofdstructuur (EHS.) Het plangebied ligt op ca. 415 meter van het gebied 'Oude Kene' dat is aangemerkt als EHS. Het plangebied wordt van Natura 2000-gebieden en de EHS gescheiden door reeds aanwezige bebouwing en infrastructuur. Effecten van de planontwikkeling op dergelijke gebieden zijn daarom niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en/of Nota Ruimte wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (FF-wet) van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de FF-wet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Het plangebied bestaat uit een intensief beheerd grasveld en enkele bomen en struiken. Op basis van de gegevens van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) blijken er geen waarnemingen bekend te zijn van middelzwaar tot zwaar beschermde soorten uit de FF-wet. Wel komen broedvogels voor in en in de nabijheid van het plangebied.

Het is niet mogelijk ontheffing te krijgen voor verstoring of schade aan broedvogels, hun nesten en jongen. Er mogen daarom geen storende of schadelijke activiteiten worden ondernomen op locaties waar nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van vogels aanwezig zijn. Werkzaamheden die broedbiotopen van vogels verstoren of beschadigen dienen buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels te worden opgestart of uitgevoerd. Indien blijkt dat broedvogels afwezig zijn is het ook mogelijk om binnen de broedperiode van vogels aan te vangen met de werkzaamheden.

Het bestemmingsplan wordt op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht.