direct naar inhoud van 5.4 Natuur en ecologie
Plan: landelijk gebied, waboprojectbesluit hollandscheveldse opgaande 56a
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20117028003-VG01

5.4 Natuur en ecologie

Voor het nog te actualiseren bestemmingsplan Hollandscheveld heeft het adviesbureau Ecogroen een Natuurtoets uitgevoerd. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'Natuurtoets bestemmingsplanactualisatie Hollandscheveld' (rapportnr. 08376/07) van 14 maart 2011.

Het plangebied Hollandscheveldse Opgaande 56 a is in dit onderzoek opgenomen.


Gebiedsbescherming

Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied, in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn. Wel liggen in de directe omgeving van het onderzoeksgebied onderdelen van de EHS in de vorm van de bossen ten noordoosten van het gebied. Daarnaast zijn enkele waardevolle ecologische structuren aanwezig. De ecologische structuren betreffen een waardevol soortenrijk loofbosje ten zuiden van het plangebied en een gebied met relatief veel bosjes en houtwallen ten noordoosten.


Soortenbescherming


Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

In Hollandscheveld is de middelhoog beschermde Alpenwatersalamander (tabel 2- soort) te verwachten. In het plangebied is echter geen permanent oppervlaktewater aanwezig, waardoor voortplanting van deze soort in het plangebied kan worden uitgesloten. Wel is overwintering van Alpenwatersalamander mogelijk op locaties waar rommelhoekjes, ruigtes en beplantingen met een dikke strooisellaag aanwezig is.

Om schade aan Alpenwatersalamander met zekerheid te voorkomen dienen bij eventuele ontwikkelingen de overwinteringsbiotopen gedurende de overwinteringsperiode van Alpenwatersalamander met rust te worden gelaten. Deze overwinteringsperiode loopt globaal van eind oktober t/m maart.

Het is niet mogelijk ontheffing te krijgen voor verstoring of schade aan broedvogels, hun nesten en jongen. Er mogen daarom geen storende of schadelijke activiteiten worden ondernomen op locaties waar nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van vogels aanwezig zijn. Werkzaamheden die broedbiotopen van vogels verstoren of beschadigen dienen buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels te worden opgestart of uitgevoerd. Indien blijkt dat broedvogels afwezig zijn is het ook mogelijk om binnen de broedperiode van vogels aan te vangen met de werkzaamheden.

Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk.