direct naar inhoud van 8.2 Reactienota
Plan: Landelijk gebied, waboprojectbesluit Zuideropgaande 144
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20117028001-OH01

8.2 Reactienota

Gedurende de terinzage termijn hebben wij een zienswijze ontvangen van een bewoner wonende aan het Zuideropgaande te Hollandscheveld.

Onderwerpen

In de zienswijze worden -samengevat- de volgende punten aangehaald:

  • a. Het verzoek past niet in het huidig splitsingsbeleid, zoals is opgemerkt tijdens de hoorzitting van 6 april 2011 aangaande het ingetrokken dwangsombesluit;
  • b. Het in 2005 afgegeven beginsel-instemming mag geen zelfdragend argument zijn om nu medewerking te verlenen. Daartoe heeft nimmer een positieve besluitvorming plaatsgevonden, een eerdere aanvraag werd niet-ontvankelijk verklaard. Het betreft dus een nieuwe aanvraag die op basis van huidig beleid moet worden afgedaan;
  • c. Het feit dat een beginsel-instemming uit 2005 wordt aangehaald om nu een vergunning te verlenen, wekt bevreemding nu een handhavingsprocedure is opgestart tegen het illegaal gebouwde;
  • d. In het ontwerpbesluit wordt de strijdigheid met het huidige beleid niet onderkend, daardoor kan de ruimtelijke onderbouwing de juridische toets der kritiek niet doorstaan;
  • e. De woningsplitsing past niet in het beeld van vrijstaande woningen op ruime kavels. Het hoofdgebouw is kleiner dan 220 m2 en voldoet daarom niet aan het beleid.

Reactie

Hieronder worden de punten van een reactie voorzien.

a.

Het splitsingsbeleid voor de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord en Buitengebied Zuid' is inderdaad recentelijk gewijzigd. De oppervlakte-eis is verruimd naar 220 m2. De reden hiervan is dat het bebouwd oppervlakte voor hoofdgebouwen is verruimd van 150 m2 naar 200 m2. Om te voorkomen dat nieuwbouwwoningen gesplitst kunnen worden is deze grens opgerekt. Voor de percelen in deze bestemmingsplannen is ruim de tijd gegeven om te kunnen anticiperen op deze wijziging. Daarbij stond de normale termijnen voor inspraak open voor deze bestemmingsplanwijziging.

Voor dit perceel is nog geen actueel bestemmingsplan van kracht. De actuele splitsingsregeling uit de bestemmingsplannen voor het buitengebied zijn niet van toepassing op dit perceel, omdat het perceel Zuideropgaande 144 niet is gelegen in bestemmingsplan buitengebied. Derhalve is het bestendig gevoerde beleid onverkort van toepassing.

b.

De toezeggingen uit het verleden zijn geen basis van de ruimtelijke onderbouwing die deze vergunning dragen. Het feit dat op deze aanvraag positief wordt beslist ligt in het gegeven dat sinds jaar en dag een splitsingbeleid wordt gevoerd voor voormalige agrarische gebouwen met een oppervlakte groter dan 180 m2. Bijvoorbeeld het splitsen van de woning bestemmingsplan 'Landelijk gebied, deelplan Zuideropgaande 72/72a-2009' vastgesteld door de raad op 10 september 2009.

Wel hebben wij aan dhr. Okken een aantal malen aangegeven (bijvoorbeeld brief d.d. 17 juli 2009 u.09.17544/mmt en d.d. 22 december 2009 u.09.27978/hp) dat wij voornemens zijn medewerking te verlenen aan het mogelijk maken van de woningsplitsing, mits een goede aanvraag zou worden ingediend.

c.

Indien nu voor een ander perceel binnen toekomstig bestemmingsplan 'Zuideropgaande' een verzoek tot woningsplising zal worden aangevraagd, dan zal deze ook worden beoordeeld op het beleid dat uitgaat van een oppervlakte-eis van 180 m2. De basis om medewerking te verlening ligt in het bestendig gevoerd beleid met de ruimtelijke onderbouwing. De toezegging uit 2005 maakt hierin geen onderdeel.

Gelet op het feit dat zonder vergunning de woning is verbouwd en gesplitst is een reden om handhavend op te treden. Gelet op het feit dat de afwijking niet in het bestemmingsplan past, is een reden des te meer om te handhaven.

Besluitvorming rondom de handhaving is een separaat besluitvormingstraject met de bijbehorende rechtsmiddelen.

d.

Zoals onder 1 is aangegeven is het beleid voor de bestemmingsplannen 'Buitengebied Noord en Buitengebied Zuid' aangepast. Het perceel Zuideropgaande 144 is niet hierin gelegen. Totdat voor dit perceel het toekomstig bestemmingsplan 'Zuideropgaande' van toepassing is, houden we vast aan oude bestendig gevoerde beleid.

e.

Er is sprake van een woningsplitsing. De bestaande woning op de kavel blijft gewoon bestaan. Daarom is geen sprake van een ingrijpende wijziging van het straatbeeld. Niet valt in te zien waarom deze vergunning voor het splitsen van de woning het voor de bewoners van het Zuideropgaande ongewenste beeld mogelijk zal maken.

Conclusie

De bewoners van het Zuideropgaande wordt niet onevenredig in zijn belangen getroffen. De aanvraag om omgevingsvergunning voldoet aan de criteria om vergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan. De zienswijze geeft geen aanleiding om de gevraagde omgevingsvergunning niet te verlenen.