direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: BP Nieuwlande, wijzigingsplan woningbouw Akkerweg 2012
Status: vastgesteld
Plantype:
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BPW20128021001-VG01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. water;
  • d. speelvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. gebouwen (onderhoudsgebouwen);
  • f. nutsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve daarvan;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, hieronder mede verstaan ondergrondse afvalopslag;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten hieronder begrepen;
  • i. andere werken.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van;

  • a. de in lid 4.1 sub e en f genoemde gebouwen, mits;
    • 1. de bruto oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten hier niet onder begrepen, gelden den volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van de in lid 4.1 sub g (afvalopslag) genoemde bouwwerken mag, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet meer dan 1,5 meter bedragen;
  • b. de bruto-oppervlakte van de in lid 4.1 sub g (afvalopslag) genoemde bouwwerken mag, voor zover het bouwwerk bovengronds wordt geplaatst, niet meer dan 2 m² bedragen;
  • c. de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan die zoals genoemd onder lid 4.1 sub g (afvalopslag), mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • d. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • e. de hoogte van zend-/ontvangstinstallaties ten behoeve van de openbare orde mag niet meer dan 20 meter bedragen;
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nader eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming zoals bedoeld in lid 4.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik of het laten gebruiken van de gronden als standplaats van kampeermiddelen;
  • b. het gebruik of het laten gebruiken van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting(en).