direct naar inhoud van 3.1 Bodem
Plan: Stadscentrum, wijzigingsplan De Kaap 2011
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BPW20118017001-VG02

3.1 Bodem

In de afgelopen jaren zijn er diverse bodemonderzoeken uitgevoerd die de milieuhygiënische bodemkwaliteit van het gehele plangebied in beeld hebben gebracht. Op basis van de resultaten kunnen de volgende twee belangrijke conclusies worden getrokken:

  • Ter hoogte van het voormalige GGD-gebouw aan de Notaris Mulderstraat 2 is een ernstig geval van bodemverontreiniging aanwezig. De grond en het grondwater zijn sterk verontreinigd met minerale oliecomponenten. De verontreiniging is veroorzaakt door de aanwezigheid van twee ondergrondse huisbrandolietanks. De verontreiniging dient gesaneerd te worden in het kader van de herontwikkeling.
  • De bodem in het resterende deel van het plangebied is overwegend licht tot maximaal matig verontreinigd. Tijdens de ontgravingwerkzaamheden wordt aanbevolen de grond gescheiden te ontgraven en af te voeren om te voorkomen dat grond van verschillende kwaliteit en grondslag met elkaar worden opgemengd. Sanerende maatregelen zijn echter niet noodzakelijk om de herontwikkeling te laten plaatsvinden.

Voor de uitvoering van de sanering is een saneringsplan opgesteld. Het plan gaat op hoofdlijnen uit van de volledige ontgraving van de verontreinigde grond. Door het toepassen van bemaling tijdens de sanering zal een groot deel van de grondwaterverontreiniging worden weggenomen. Waarschijnlijk zal na afloop nog een geringe restverontreiniging achterblijven in het grondwater.

Dit saneringsplan is in februari 2011 in procedure gebracht bij de provincie. De procedure neemt circa 13 weken in beslag. Rekening houdend met de inspraakmogelijkheden kan na circa 21 weken daadwerkelijk gestart worden met de uitvoering van de sanering.

De uitgevoerde bodemonderzoeken hebben zich, in tegenstelling tot het te saneren terreindeel, beperkt tot het bodemtraject vanaf maaiveld tot circa 2 meter minus maaiveld. Omdat de parkeerkelder op een dieper niveau wordt aangebracht wordt overwogen aanvullend onderzoek uit te voeren om ook op deze diepte (tot 5-6 m –mv) de kwaliteit van de bodem vast te stellen. Verwacht wordt dat de bodem op deze diepte niet verontreinigd is omdat deze nooit door menselijk handelen is beïnvloedt.

Dit onderzoek kan eventueel gecombineerd worden met een onderzoek naar de civiel- en cultuurtechnische eigenschappen van de verschillende grondlagen. Met deze informatie kan bij de voorbereiding van de technische uitvoering van de ruimtelijke ontwikkeling gericht naar afzetmogelijkheden van de vrijkomende grond gekeken worden.