direct naar inhoud van Artikel 17 Waarde - Ecologie
Plan: Stationsgebied, deelplan bedrijvenpark Toldijk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128026002-VG01

Artikel 17 Waarde - Ecologie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van de in het gebied voorkomende ecologische waarden.

17.2 Bouwregels

Het oprichten van bouwwerken is niet toegestaan.

17.3 Specifieke gebruiksregels

De voor 'Waarde - Ecologie' bedoelde gronden worden de volgende werken en/of werkzaamheden in ieder geval als met de bestemming strijdig gebruik aangemerkt en zijn dus verboden:

  • a. ophogen van de bodem;
  • b. het aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van veranderingen in bestaande kaden;
  • c. diepwoelen en diepploegen;
  • d. aanbrengen van oppervlakteverharding;
  • e. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport en/of communicatieleidingen;
  • f. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
  • g. het aanleggen van mest- of waterbassins van folie.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regel van de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming (basisbestemming):
    • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
    • 2. het graven en dempen van waterpartijen en watergangen;
    • 3. het aanbrengen van drainage;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    • 6. overige activiteiten die de bodemopbouw ter plaatse verstoren.
  • b. Een vergunning als bedoeld in lid 17.4 sub a kan alleen worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de voorkomende ecologische waarden.