direct naar inhoud van 5.2 Archeologie en Cultuurhistorie
Plan: Stationsgebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01

5.2 Archeologie en Cultuurhistorie

In het verdrag van Malta wordt de veiligstelling van het Europese erfgoed geregeld. De uitgangspunten van dit verdrag zijn op nationaal niveau uitgewerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007). De regionale uitwerking heeft plaatsgevonden in de Omgevingsvisie Drenthe. Hierin is ten eerste de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgenomen. Hierop staan monumenten en bekende archeologische vindplaatsen weergegeven. Ten tweede is in de Omgevingsvisie Drenthe de Indicatieve Kaart Archeologische Verwachtingswaarden (IKAW) opgenomen. Op de kaart staat voor de gehele provincie de verwachtingswaarde voor archeologische vindplaatsen. Een hoge waarde betekent een hoge kans op archeologische vondsten. Hier dient in het planvormingsproces rekening mee gehouden te worden.

Het archeologisch onderzoeks- en adviesbureau De Steekproef heeft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied. Hiervan is verslag gedaan in het rapport 'Hoogeveen, 7 plangebieden Gemeente Hoogeveen (Dr.)' (kenmerk 2008-12/05) van maart 2009 Bijlage 1 Archeologisch onderzoek.

Het plangebied heeft geen archeologische verwachtingswaarde op de IKAW. Het plangebied is grotendeels bebouwd. In deze delen van het plangebied zal de bodem voor een groot deel reeds verstoord zijn door de recente bebouwing, de aanleg van wegen en het leggen van leidingen. Hierdoor is de kans op onverstoorde archeologische grondsporen klein. Er zijn geen archeologische vondsten bekend in het plangebied. Rond het plangebied zijn wel enkele archeologische waarden gemeld uit de ijzertijd en romeinse tijd. De gebieden waar archeologische vondsten zijn gedaan, zijn hoger gelegen en maken deel uit van een zone met een middelhoge tot hoge trefkans, vanwege de aanwezigheid van een podzolbodem.

Op grond van het bureauonderzoek kan geconcludeerd worden dat er geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is in het plangebied.