direct naar inhoud van 5.8 Externe veiligheid
Plan: Buitenvaart I, 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128022001-OH01

5.8 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied (Bijlage 5 Externe Veiligheid).

Stationaire bronnen
In het plangebied zijn geen bedrijven gevestigd die onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Binnen het plangebied is een bedrijf met een ammoniakkoelinstallatie aanwezig. Deze ammoniakkoelinstallatie valt in verband met de hoeveelheid ammoniak (minder dan 1500 kg ammoniak) niet onder de bepalingen van het Bevi.

Het plangebied ligt wel binnen de plaatsgebonden risico (PR10-6)-contour en het invloedsgebied voor het groepsrisico van een LPG-tankstation dat ten oosten van het plangebied ligt. LPG-tankstations worden in het kader van het Bevi als categoriale inrichtingen aangemerkt. Voor de PR10-6-contouren gelden in dit geval vaste afstanden. Deze afstanden zijn vastgelegd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). In afbeelding 7 zijn de PR10-6-contouren en het invloedsgebied rondom het LPG-tankstation weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128022001-OH01_0007.jpg"

Afbeelding 7: Risicocontouren rondom het LPG-tankstation

Plaatsgebonden risico
Het LPG-station beschikt over een actuele milieuvergunning, waarin veiligheidsmaatregelen zijn vastgelegd die gelden op grond van het Besluit LPG-tankstations. In de milieuvergunning is de jaarlijkse doorzet van LPG vastgelegd tot een maximum van 2500 m3 per jaar. De beperking van de doorzet van LPG heeft geen invloed op de grootte van de PR10-6-contouren, omdat voor tankstations met een doorzet van meer dan 1000 m3 LPG per jaar generieke afstanden gelden. Deze afstanden zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Type inrichting   afstand vanaf LPG-vulpunt   afstand vanaf LPG-reservoir   afstand vanaf LPG-afleverzuil  
LPG-tankstation met een doorzet meer dan 1000 m3/jaar (bestaande situatie)   40 m   25 m   15 m  
LPG-tankstation met een doorzet meer dan 1000 m3/jaar (nieuwe situatie)   110 m   25 m   15 m  

In principe moet een actualisatie van een bestemmingsplan als een nieuwe situatie worden aangemerkt. In dat geval bedraagt de afstand voor de PR 10-6-contour 110 meter vanaf het LPG-vulpunt.
Binnen deze afstand liggen geen kwetsbare objecten. In het bestemmingsplan zijn ook geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, die realisatie van kwetsbare objecten mogelijk maakt, opgenomen. Dit betekent dat de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico niet wordt overschreden.
Wel liggen beperkt kwetsbare objecten binnen de PR10-6-contour, maar dit is voor deze situatie toegestaan. Het betreft in dit geval een overschrijding van de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico. In het Bevi zijn geen saneringswaarden opgenomen voor beperkt kwetsbare objecten die niet aan de richtwaarde voldoen. Een beperkt kwetsbaar object binnen de PR10-6-contour wordt toelaatbaar geacht in bestaande situaties.

Het gewijzigde Besluit LPG-tankstations wordt naar verwachting in 2013 van kracht. De te hanteren afstanden voor het plaatsgebonden risico (10-6) zullen dan worden verkleind. Reden hiervoor is dat bevoorrading van een LPG-tankstation dan alleen nog mag plaatsvinden als de LPG-tankwagen voorzien is van een hittewerende bekleding. Vanaf eind 2010 worden de hittebestendige tankwagens al ingezet.
Als de afstanden worden verkleind dan ligt de PR10-6-contour rondom het LPG-vulpunt nog net binnen het plangebied in de bestemming Water en Groen. Er liggen dan geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de PR10-6-contour, waardoor er ook geen sprake meer is van het overschrijden van de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico.

Groepsrisico
Het invloedsgebied van 150 meter rondom het LPG-vulpunt waarbinnen het groepsrisico verantwoord moet worden, ligt gedeeltelijk over het plangebied Buitenvaart I (zie afbeelding 7). Het betreft een herziening van het bestemmingsplan waarbij het groepsrisico onveranderd blijft. Voor de volledigheid is wel een risicoberekening uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. De reden hiervoor is de geringe hoeveelheid personen in het invloedsgebied.

Tevens zijn ter beperking van het groepsrisico in de milieuvergunning de volgende maatregelen vastgelegd in voorschriften:
- gedurende de periode dat een LPG-tankwagen is aangekoppeld ter bevoorrading van het tankstation mag een tankwagen gevuld met motorbrandstoffen (benzine, diesel) niet binnen 25 meter afstand tot de lossende LPG-tankwagen worden opgesteld. Omgekeerd geldt dit voorschrift eveneens;
- de bevoorrading van LPG mag uitsluitend plaatsvinden gedurende de periode gelegen tussen 19.00 - 07.00 uur.

Door de bevoorrading 's nachts te laten plaatsvinden is er voor die periode zelfs geen sprake van een groepsrisico. Gezien de geringe hoogte van het groepsrisico levert dit dan ook geen belemmeringen op.

Transportroutes voor gevaarlijke stoffen
Het noorden van het plangebied grenst aan de rijksweg A37, waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Er is geen PR10-6-contour aanwezig. Ook is geen sprake van een zogenaamde plasbrandaandachtsgebied (PAG), het aantal transporten met gevaarlijke stoffen is hiervoor te gering. De A37 is opgenomen in het 'Basisnet Weg'. Het Basisnet Weg is voor geheel Nederland vastgesteld, waarbij de plaatsgebonden risico's zijn beoordeeld en het groepsrisico in beeld is gebracht. De A37 kent geen knelpunten voor het groepsrisico. Dit betekent dat de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat het in dit bestemmingsplan gaat om een bedrijventerrein waar geen kwetsbare groepen personen aanwezig zijn. Er zijn dan ook geen belemmeringen als gevolg van de A37 aanwezig.

Buisleidingen
In de nabijheid van het plangebied ligt een aantal hoge druk aardgasleidingen, waarvan de invloedsgebieden gedeeltelijk over het plangebied liggen. De Nederlandse Gasunie N.V. is de exploitant van deze leidingen. De buisleidingen vallen onder de bepalingen van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).

Het gaat om de volgende aardgasleidingen:

Leiding typering   Diameter mm (inch)   Druk in bar   Product  
A-503   1067 (42)   66   Aardgas  
A-509   1219 (48)   66   Aardgas  
N-520-21   159 (6)   40   Aardgas  


Plaatsgebonden risico
Het plangebied ligt niet binnen de PR10-6-contouren of de belemmeringenzone van deze buisleidingen.

Groepsrisico
Het invloedsgebied van de aardgasleiding ten noorden van het plangebied ligt gedeeltelijk over het bestemmingsplan. In dit gedeelte van het plangebied is geen sprake van geprojecteerde of bestaande beperkt kwetsbare objecten. Dit wordt ook niet mogelijk gemaakt in dit plan. Binnen dit invloedsgebied is sprake van de bestemming 'Groen' en 'Water'.

Het invloedsgebied van de twee buisleidingen die ten oosten van het plangebied liggen, ligt ook gedeeltelijk over het plangebied en hier zijn wel beperkt kwetsbare objecten aanwezig. Dit betekent dat het groepsrisico moet worden verantwoord. Het invloedsgebied van de leiding (A-509) met de grootste diameter (48 inch) bedraagt circa 540 meter gerekend vanaf de leiding. Op grond van artikel 12 van het Bevb moet het groepsrisico worden verantwoord.

Het aantal personen in het plangebied dat binnen het invloedsgebied valt, bedraagt circa 40 personen per hectare. Het groepsrisico neemt door de actualisering van het bestemmingsplan niet toe, omdat er geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Een onderzoek naar de mogelijkheden tot risicovermindering nu en in de toekomst en de alternatieven worden op grond van artikel 12, derde lid niet in de verantwoording meegenomen, omdat er geen toename van het groepsrisico aanwezig is en de overschrijdingsfactor veel lager is dan 0,1 van de oriëntatiewaarde.

Ten aanzien van de zelfredzaamheid kan worden gesteld dat er vanuit wordt gegaan dat dit aspect op een industrieterrein in mindere mate speelt. Er zijn namelijk geen kwetsbare objecten toegestaan. Verder is het bedrijfsleven op het industrieterrein in de meeste gevallen verplicht om over een adequate bedrijfshulpverlening te beschikken. Door een dergelijke organisatie is het mogelijk dat tijdens calamiteiten op adequate wijze wordt opgetreden.

De Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) is in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen, met name voor de aspecten zelfredzaamheid, bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van een calamiteit. De Hulpverleningsdienst Drenthe heeft op 8 januari 2013 een advies (kenmerk: U120200) uitgebracht. Ten aanzien van zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid worden geen extra maatregelen geadviseerd. De gemeente Hoogeveen heeft al een aantal maatregelen getroffen om de veiligheid te optimaliseren. De huidige situatie voldoet. Het advies van de HVD is afgestemd met Brandweer ZuidWest Drenthe.

Kortom er is geen sprake van een toename van het groepsrisico. Er is dan ook sprake van een acceptabele situatie in het plangebied.

Hoogspanningslijnen
In of in de nabijheid van het plangebied lopen geen hoogspanningslijnen. Er hoeft dan ook geen invulling te worden gegeven aan het advies van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM 'Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen' (oktober 2005, aanvulling 2008).