direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: Buitenvaart I, 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128022001-OH01

5.4 Natuur en Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht door Ecogroen Advies. De resultaten van de natuurtoets zijn opgenomen in het rapport 'Quickscan Natuurtoets bestemmingsplan Buitenvaart I, Hoogeveen' (kenmerk: 11-022) van 26 april 2011 (Bijlage 2 Natuurtoets).

Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied en de EHS. Effecten van de bestemmingsplanactualisatie op dergelijke gebieden zijn dan ook niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Nota Ruimte is dan ook niet aan de orde.

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (FF-wet) van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de FF-wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust-/verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Binnen het bestemmingsplangebied zijn – met uitzondering van broedvogels, zoogdieren en mogelijk de Grote modderkruiper- geen juridisch zwaarder beschermde soorten van de FF-wet of ´bedreigde´ of ´ernstig bedreigde´ soorten van Rode lijsten bekend.

Op basis van de aanwezige biotopen kunnen echter wel vleermuizen en nesten van jaarrond beschermde broedvogels verwacht worden in bomen of bebouwing. Mogelijk is ook een vaste verblijfplaats van de middelhoog beschermde Steenmarter (FF-wet Tabel 2) aanwezig. Daarnaast komen mogelijk Poelkikker en Groene glazenmaker voor in het gebied.

Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het bestemmingsplangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk.

Omdat sprake is van een volledig conserverend bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen (waaronder ook het bouwrijp maken van nu braakliggende percelen valt) dient wel rekening te worden gehouden met een aantal soorten. Afhankelijk van de ingreep kan aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn naar jaarrond beschermde broedvogels, vleermuizen, Steenmarter, Grote modderkruiper, Poelkikker en Groene glazenmaker.