direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Industrieterrein De Wieken 2010, parapluherziening geluidszone industrielawaai
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128012002-VG01

3.1 Rijksbeleid

Zoals omschreven in de toelichting behorende bij bestemmingsplan "Industrieterrein De Wieken 2010" is de revitalisering van bedrijventerrein De Wieken in overeenstemming met de rijksdoelstellingen zoals geformuleerd in de Nota Ruimte.

Dit paraplubestemmingsplan is een uitvloeisel van het bestemmingsplan "Industrieterrein De Wieken 2010", in die zin dat de geluidzone industrielawaai 50 dB(A), die voortvloeit uit genoemd bestemmingsplan, hierin wordt opgenomen met bijbehorende bepalingen.

Het wettelijk kader voor dit plan wordt voor een belangrijk deel gevormd door de Wet geluidhinder (Wgh). In de Wgh is bepaald dat rond bedrijventerreinen, waarop grote lawaaimakers (bijlage 1, onderdeel D, Besluit omgevingsrecht) zich kunnen vestigen een geluidzone moet zijn vastgesteld. Deze bedrijventerreinen worden in de Wgh aangeduid als industrieterreinen. Het industrieterrein De Wieken heeft op grond van artikel 40 van de Wgh een geluidzone. Deze geluidzone is op 16 april 1991 vastgesteld bij Koninklijk Besluit.

De geluidzone is een afgebakend gebied waarbinnen de normen en grenswaarden voor industrielawaai in de Wgh van toepassing zijn. Deze geluidzone moet juridisch-planologisch worden verankerd in de onderliggende bestemmingsplannen. De geluidzone wordt begrensd door de grens van het gezoneerde industrieterrein en de geluidcontour van 50 dB(A), oftewel de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai. Uitgangspunt van de Wgh is dat in nieuwe situaties zoveel mogelijk moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.

In geval van een wijziging van de geluidzone kan voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting een hogere waarde worden vastgesteld dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Op grond van artikel 55 van de Wgh mag een hogere waarde voor geprojecteerde woningen de grenswaarde van 55 dB(A) niet overschrijden. Voor aanwezige en in aanbouw zijnde woningen bedraagt deze grenswaarde 60 dB(A). Voor woningen die voor de wijziging reeds binnen de geluidzone liggen en waarvoor in het verleden al een hogere waarde is verleend, kan deze hogere waarde met maximaal 5 dB(A) worden verhoogd.

Aan de vaststelling van een hogere waarde koppelt de Wgh eisen aan de geluidwerendheid van de geluidbelaste gevel, waardoor een bepaald binnenniveau wordt geborgd. Artikel 111 van de Wgh stelt, dat indien een hogere waarde wordt vastgesteld, burgemeester en wethouders maatregelen treffen met betrekking tot geluidwering van de gevel om ervoor te zorgen dat de geluidbelasting binnen de woning ten hoogste 35 dB(A) bedraagt.