direct naar inhoud van Artikel 4 Algemene aanduidingsregels
Plan: Industrieterrein De Wieken 2010, parapluherziening geluidszone industrielawaai
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128012002-VG01

Artikel 4 Algemene aanduidingsregels

4.1 Geluidzone - industrie 50 dB(A)

De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie 50 d B(A)' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen zoals bepaald in de artikel 2, lid 2.1 genoemde bestemmingsplannen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van gonden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - Industrie 50 dB(A)' zijn, naast het bepaalde in de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen in de overeenkomstig artikel 2, lid 2.1 genoemde bestemmingsplannen, geen nieuwe geluidgevoelige objecten, die vanwege de geluidsbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden, toegestaan.

4.1.1 Bouwregels

Ten aanzien van het bepaalde bij de voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidszone - industrie 50 dB(A)' voor het bouwen van gebouwen dat het bouwen van geluidgevoelige gebouwen, niet is toegestaan.

4.1.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1.1 voor het bouwen van een op grond van de aangewezen bestemmingen overeenkomstig de in artikel 2 lid 2.1 genoemde bestemmingsplannen toelaatbaar gebouw of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidgevoelig object, indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

4.1.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met lid 4.1, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidgevoelige objecten als geluidgevoelig object.