direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: Fluitenberg, deelplan begraafplaats 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128010004-VG01

5.4 Natuur en Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving zijn voor het bestemmingsplan Fluitenberg 2007 in beeld gebracht door adviesbureau Ecogroen Advies BV. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport 'Ecologisch onderzoek ten behoeve van de bestemmingsplanherziening van de kern Fluitenberg, Gemeente Hoogeveen' (kenmerk: 06-247) van 7 mei 2007 (Bijlage 3 Ecologisch onderzoek).

Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn en natuur buiten de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, het Dwingelderveld, ligt op ca. 5 kilometer ten noordwesten van het plangebied. Gezien de grote afstand, tussenliggende barrières (o.a. infrastructuur en open agrarisch gebied) en de aard en omvang van de plannen zijn geen negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Dwingelderveld te verwachten. De dichtstbijzijnde EHS ligt op ca. 450 meter van het plangebied. Op basis van de afstand en de aard en omvang van de ingreep is aantasting van wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet aan de orde.

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn aangewezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Uit de natuurtoets van 2007 is gebleken dat binnen het plangebied geen soorten met een middelhoog tot hoog beschermingsregime (tabel 2 of 3 soorten) op grond van de Flora- en faunawet of 'bedreigde' of 'ernstig bedreigde' soorten van Rode lijsten bekend zijn. Wel is in het bosgebied ten oosten van het plangebied de Heikikker te verwachten. Mogelijk is ook lokaal de strikt beschermde Poelkikker aanwezig.

Op basis van de Nationale databank Flora en Fauna (NDFF) blijken er in het plangebied zelf geen middelhoog tot hoog beschermde soorten voor te komen. Er zijn wel waarnemingen bekend van beschermde soorten in de omgeving van het plangebied. Het betreft licht beschermde soorten als de Bruine kikker, de Groene kikker en de Huisspitsmuis. Voor deze soorten geldt een algemene vrijstelling van de verboden op grond van de Flora- en faunawet. Daarnaast is ook een oude waarneming (1993) bekend van een exemplaar van de Heikikker en een aantal broedvogels. In onderstaande afbeelding zijn de middelpunten weergegeven van de waarnemingsgebieden (1 km2).

De bebouwing van het uitvaartcentrum/crematorium is geprojecteerd op het noordelijk deel, dat bestaat uit akkerland. De ecologische waarde is gezien het gebruik gering. Bij de planning van de ruimtelijke ingrepen wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van beschermde soorten.