direct naar inhoud van 6.3 Verklaring van de bestemmingen
Plan: Buitengebied Zuid, deelplan Verl Hoogeveensevaart 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128000007-OH01

6.3 Verklaring van de bestemmingen

In deze paragraaf wordt een verklaring gegeven van de inhoud van de bestemmingen. Deze inhoud is af te lezen van de bestemmingen en de aanduidingen op de verbeelding en in tekst verklaard in de regels. De bestemmingen worden in alfabetische volgorde besproken.

6.3.1 Tuin

De gedeelten van de percelen waar geen (bij)gebouwen mogen worden gebouwd, hebben deze bestemming gekregen. Meestal liggen deze gronden tussen de voorgevel van de gebouwen en de openbare weg. Ook kan aan de zijkant van de gebouwen deze bestemming gelegen zijn, om een bepaalde openheid te kunnen houden.

6.3.2 Wonen

Het plan gebied kent overwegend de bestemming 'Wonen'. De woningen moeten worden voorzien van een dwarskap en hebben een maximale bouwhoogte van 10 meter. In het plangebied mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd.

  • Bijgebouwen

Bij de woningen mogen bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 60 m² worden gebouwd, mits het bij het hoofdgebouw aansluitende erf minstens voor de helft vrij van bebouwing blijft.

Binnen de bestemming 'Wonen' is een saneringsregeling opgenomen voor het vervangen van aanbouwen en bijgebouwen indien de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan is toegestaan.

  • Nevenfuncties van woningen

In het algemeen mogen woningen en de daarbij behorende bijgebouwen gedeeltelijk worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Dit betekent dat slechts maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen tot niet meer dan 75 m² gebruikt mag worden voor het aan-huis-verbonden beroep of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit.

  • Mantelzorg

Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan mantelzorg worden toegestaan in een al dan niet vrijstaand bijgebouw. Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat de vergunning vervalt op het moment dat de mantelzorg wordt beëindigd.