direct naar inhoud van 5.9 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Zuid, deelplan Verl Hoogeveensevaart 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128000007-OH01

5.9 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied.

Stationaire bronnen
In of in de nabijheid van het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven aanwezig, waarbij rekening gehouden moet worden met veiligheidsafstanden conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Transportroutes voor gevaarlijke stoffen
Het plangebied ligt niet in het invloedsgebied langs transportroutes voor gevaarlijke stoffen. De verschillende transportroutes voor gevaarlijke stoffen vormen geen belemmering voor dit plan.

Buisleidingen
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van vier hoge druk aardgasleidingen van de Gasunie. Het plan is getoetst aan de regels van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De ontwikkeling speelt zich niet af binnen een plaatsgebonden risico (PR 10-6)- contour. De PR-contour vormt dan ook geen belemmering. Omdat de ontwikkeling wel ligt binnen het invloedsgebied van vier aardgasleidingen dient wel een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.

Kwantitatief speelt het groepsrisico geen enkele rol van betekenis. In de berekening die is uitgevoerd met het programma CAROLA (Bijlage 6 kwantitatieve risicoanalyse) komt het groepsrisico nauwelijks in beeld. Dit komt doordat er sprake is van een lage personen dichtheid in het gebied.
Kwantitatief is er geen aanleiding om de ontwikkeling geen doorgang te laten vinden.

De Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) is in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Op 21 juni 2011 heeft de HVD een advies (kenmerk: U469, zie Bijlage 7 HVD-advies ) uitgebracht ten aanzien van de mogelijkheden tot voorbereiding en beperking van de omvang van een ramp. Er zijn geen zinvolle maatregelen aan te bevelen. Ten aanzien van de zelfredzaamheid van aanwezige personen raden zij aan om de vestiging van functies met verminderde of niet zelfredzame personen nu en in de toekomst niet mogelijk te maken, aangezien deze categorie personen niet zelfstandig kan vluchten. De wijzigingen in het plangebied zijn volgens de HVD zo minimaal (er komen netto twee woning bij) dat de invloed op het groepsrisico te verwaarlozen is en er vanuit het oogpunt van externe veiligheid geen bezwaren zijn tegen de geplande ontwikkeling.

Hoogspanningslijnen
Er lopen geen hoogspanningslijnen door of langs het plangebied. Er hoeft dan ook geen rekening gehouden te worden met het advies van het minsiterie van Infrastructuur en Milieu 'Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen' (oktober 2005, aanvulling 2008).