direct naar inhoud van Artikel 5 Detailhandel
Plan: West 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118025001-OH01

Artikel 5 Detailhandel

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel in grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
  • b. bouwmarkten, detailhandel in meubelen en woninginrichting, camping en outdoorartikelen en consumentenelektronica, mits de verkoopvloeroppervlakte minimaal 1000 m² zal bedragen;
  • c. supermarkt ter plaatse van de functieaanduiding 'Supermarkt';
  • d. ambachtelijk slachterijbedrijf ter plaatse van de functieaanduiding 'Bedrijf';
  • e. leisure-activiteiten ter plaatse van de functieaanduiding 'Specifieke vorm van detailhandel - leisure';
  • f. fietsenwinkel met werkplaats ter plaatse van de functieaanduiding 'Specifieke vorm van detailhandel - fietsenwinkel';
  • g. kantoor ter plaatse van de functieaanduiding 'Kantoor', voor zover het de tweede bouwlaag betreft;
  • h. opslag, anders dan ten behoeve van detailhandel, ter plaatse van de functieaanduiding 'Opslag';
  • i. verenigingsgebouw ter plaatse van de functieaanduiding 'Verenigingsleven';

met de daarbij behorende:

  • j. gebouwen;
  • k. bijgebouwen;
  • l. bedrijfswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'Bedrijfswoning';
  • m. bijgebouwen en aan- en uitbouwen ten behoeve van de bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • n. verhardingen;
  • o. wegen en paden;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. parkeervoorzieningen, overeenkomstig de gemeentelijke parkeernormen;
  • r. geluidwerende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • s. tuinen, erven en terreinen;
  • t. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bebouwing

Voor het bouwen van bebouwing geldt per bouwperceel een maximaal bebouwingspercentage van 80%, met dien verstande dat:

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen de volgende bepalingen gelden:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 9 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 9 meter bedragen;
  • d. de dakhelling mag niet meer dan bedragen;
  • e. de afstand van een gebouw tot een perceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen.
5.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van de bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:

  • a. ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer dan één bedragen;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 2,5 meter bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan en niet meer dan 60° bedragen.
5.2.4 Bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, bij de bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:

  • a. de bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, bij de bedrijfswoning uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer dan 60 m² bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 7,5 meter bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.
5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 9 meter  bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid; en
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
    • 1. het bepaalde in lid 5.2.2 sub e en toestaan dat een gebouw op een geringere afstand van een perceelgrens wordt gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • een samenhangend straat - en bebouwingsbeeld;
      • de waarborging van de brand- en externe veiligheid en ter bevordering van zelfredzaamheid van aanwezigen en van beheersbaarheid en bestrijdbaarheid bij incidenten;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 2. het bepaalde in lid 5.2.2 sub c en toestaan dat een luifel dan wel een overkapping gebouwd mag worden tot een maximale bouwhoogte van 11 meter;
    • 3. het bepaalde in 5.1 en toestaan dat maximaal 3% van de bedrijfsvloeroppervlakte wordt gebruikt voor horecavoorzieningen ten dienste van de detailhandelsvestiging.