direct naar inhoud van 8.4 Reactienota
Plan: Hollandscheveld 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118024001-OH01

8.4 Reactienota

Inspraak

Het ontwerp-bestemmingsplan Hollandscheveld 2011 heeft van 13 juni 2011 tot en met 24 juli 2012 voor een ieder ter inzage gelegen. Daarnaast kon het plan worden ingezien via de webite www.ruimtelijkeplannen.nl. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

Er zijn 15 zienswijzen ingediend.

De zienswijzen zijn beoordeeld en van commentaar voorzien:

- Zienswijze 1 Aanpassen regeling aan huisverbonden beroep of bedrijf ten behoeve van egelopvang 't Egelhuus gevestigd aan de Otto Zomerweg 65;

- Zienswijze 2 Aanpassen bestemming Het Hoekje 1 en 1a;

- Zienswijze 3 Aanpassen bedrijfsbestemming Otto Zomerweg 59 en verruimen gebruiksmogelijkheden voormalige bedrijfsbebouwing Riegshoogtendijk 37;

- Zienswijze 4 Verruimen bestemming Wonen Zuideropgaande 7a;

- Zienswijze 5 Aanpassen bestemming supermarkt Het Hoekje 52, schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'voor Zuideropgaande 2 en uitsluiten vestiging nieuwe supermarkten;

- Zienswijze 6 Verruimen gebruiksmogelijkheden voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, aanpassen bebouwingsvoorschriften bijgebouwen en opnemen wijzigingsbevoegdheid bedrijfsbestemming voor Hollandscheveldse Opgaande 34;

- Zienswijze 7 Verruimen bedrijfsbestemming, wijzigen begripsbepaling bedrijfswoning en opnemen wijzigingsbevoegdheid woniningbouw voor 1e Zandwijkje 6a;

-Zienswijze 8 Opnemen bedrijfsbestemming voor voormalige bedrijfsbebouwing Riegshoogtendijk 50;

-Zienswijze 9 Verruimen bedrijfsbestemming, legalisatie zelfstandig kantoor en aanpassen begripsbepaling bedrijfswoning voor Thijs Thalenstraat 1/Jan Bruinsslotstraat 7;

- Zienswijze 10 Schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', wijzigen bedrijfswoning in burgerwoning met bijbehorende bebouwingsmogelijkheden en aanpassen bebouwingsvoorschriften voor Het Hoekje 51 (jeugdcentrum) en Hendrik Raakweg 18 (pastorie);

-Zienswijze 11 Schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', wijzigen bedrijfswoning in burgerwoning met bijbehorende bebouwingsmogelijkheden en aanpassen bebouwingsvoorschriften voor Hendrik Raakweg 19 en 21;

-Zienswijze 12 Wijzigen bestemming 'Horeca' in bestemming 'Gemengd' en verruimen bebouwingsmogelijkheden voor Het Hoekje 33 en 38;

-Zienswijze 13 wijzigen bestemming 'Wonen' in bestemming 'Horeca' voor Zuideropgaande 1;

- Zienswijze 14 wijzigen bestemming Het Hoekje 44-50 in de bestemming 'Gemengd';

- Zienswijze 15 wijzigen bestemming 'Wonen' in bestemming 'Wonen en detailhandel' voor Otto Zomerweg 8.

De zienswijzen zijn tijdig ingediend. In het onderstaande zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie.

Zienswijze 1; Aanpassen regeling aan huisverbonden beroep of bedrijf ten behoeve van egelopvang 't Egelhuus gevestigd aan de Otto Zomerweg 65

Insprekers geven aan dat de bijgebouwen bij de woning Otto Zomerweg 65 gebruikt worden voor de opvang en verzorging van egels door stichting't Egelhuus. Naar mening van insprekers sluit de regeling voor aan huis verbonden beroep of bedrijf niet aan bij het gebruik van bijgebouwen bij woningen voor vrijwilligerswerk c.q. maatschappelijke activiteiten door bewoners. Verzocht wordt deze regeling aan te passen, zodat vrijwilligerswerk c.q. maatschappelijke activiteiten hier ook onder vallen. Ook wordt gevraagd de regel, dat maximaal 35 % van het vloeroppervlak van de woning met bijbehorende bijgebouwen (tot een maximum van 75 m 2 ) gebruikt mag worden voor aan huisverbonden beroep of bedrijf, wordt losgelaten.

Reactie:

De regeling voor aan huis verbonden beroep of bedrijf is bedoeld voor commerciele functies die door bewoners in of bij de woning worden uitgeoefend. Het opvangen van egels bij huis is een niet commerciele functie en moet worden aangemerkt als een vorm van vrijetijdsbestedeing cq. hobby.

Het is gebruikelijk dat hobby's in of bij een woning worden uitgeoefend. Hobby's zijn activiteiten die binnen reikwijdte van de bestemming 'Wonen' vallen en bij recht zijn toegestaan. Voorwaarde hierbij is wel dat de aard, omvang en uitstraling van een hobby zodanig moet zijn, dat de activiteit in de woning en/of daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend. Met andere woorden de hobby dient qua ruimtelijke uitstraling en invloed ondergeschikt te blijven aan de woonfunctie.

Conclusie:

Het opvangen van egels thuis is aan te merken als hobby. Dit past binnen de bestemming 'Wonen'. Aanpassen van de regeling voor aan huisverbonden beroep of bedrijf voor vrijwilligerswerk c.q. maatschappelijke activiteiten is niet nodig. De zienswijze is ongegrond.

Zienswijze 2; Aanpassen bestemming Het Hoekje 1 en 1a

1. Het Hoekje 1 heeft de bestemming 'Horeca' en het Hoekje 1a heeft de bestemming 'Gemengd'. Beide panden staan al enige tijd te koop. Het is niet te verwachten dat het horecabedrijf Het Hoekje 1 overgenomen zal worden door een nieuwe exploitant, omdat vanwege de beperkte uitbreidings- en parkeermogelijkheden een rendabele exploitatie door een nieuwe eigenaar onmogelijk is. Inspreker verzoekt de bestemming van Het Hoekje 1 te wijzigen van 'Horeca' naar 'Gemengd', zodat beide panden dezelfde bestemming krijgen. Dit komt de verkoopbaarheid ten goede en voorkomt dat het pand het Hoekje 1 langere tijd leeg komt te staan.

2. Doordat Het Hoekje 1 en 1a in het ontwerp-bestemmingsplan verschillende bestemmingen hebben, gelden voor beide panden ook verschillende bebouwingsvoorschriften. Zoals bij punt 1 is aangegeven, verzoekt inspreker de bestemming van Het Hoekje 1 te wijzigen van 'Horeca' naar 'Gemengd', met dezelfde bouwmogelijkheden voor beide panden. Ook wordt gevraagd de goot- en bouwhoogte uit de bestemming 'Gemengde bebouwing' uit bestemmingsplan Hollandscheveld van 1986 over te nemen. Naar mening van inspreker is het huidige hoofdgebouw van Hoekje 1 niet volledig opgenomen in het bouwblok. Het verzoek is om dit aan te passen.

3. Het Hoekje 1 en 1a hebben de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' en uit de daaraan vebonden regels blijkt dat het de bedoeling is de panden een gelijke beschermingstatus te geven als (gemeentelijke) monumenten. Naar mening van de inspreker is een dergelijke bedoeling in strijd met een goede ruimtelijke ordening en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Inspreker vraagt om de dubbelbestemming voor beide panden te schrappen.

Reactie:

1. + 2. Alle aanwezige bebouwing ligt binnen het bouwblok en wordt dus aangemerkt als hoofdgebouw. De conclusie van inspreker dat een gedeelte van de bebouwing niet als hoofdgebouw wordt aangemerkt klopt dus niet.

De bestemming van Hoekje 1 wordt op verzoek van inspreker gewijzigd van 'Horeca' naar 'Gemengd'. Dit is vergelijkbaar met zoals het in bestemmingsplan Stadscentrum is geregeld. Hier zijn winkels en horecabedrijven categorie 1 en 2 binnen de bestemming Gemengd toegestaan.

3. Door de gemeente is in samenwerking met de historische kring in 2008 een overzicht gemaakt van voor de historie van de gemeente Hoogeveen belangwekkende bebouwing, gebieden, ensembles en buurten. Het Hoekje 1 is hierbij aangemerkt als een karakteristiek pand in de bebouwde kom van Hollandscheveld.

Bij de herziening van de bestemmingsplannen worden de in het overzicht uit 2008 genoemde bebouwing, gebieden, ensembles en buurten beschermd in het bestemmingsplan. In dit geval heeft Het Hoekje 1 de de aanduiding 'Karakteristiek' gekregen. In de bouwregels is opgenomen dat de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd. Er is een sloopvergunningstelsel opgenomen om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing.

In dit geval is dat de historische bebouwing van café-zaal Mol op de kruising Het Hoekje-Riegshoogtendijk. Hoekje 1a van een duidelijk latere bouwperiode dan Het Hoekje 1. De dubbelbestemming is voor Het Hoekje 1a overbodig en zal bij vaststelling worden geschrapt.

De ingezette lijn om waardevolle bebouwing, gebieden, ensembles en buurten ten behoeve van het behoud ervan te beschermen wordt voortgezet.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 1, 2 en 3 (deels) gegrond en punt 3 (deels) ongegrond.

Zienswijze 3 Aanpassen bedrijfsbestemming Otto Zomerweg 59 en verruimen gebruiksmogelijkheden voormalige bedrijfsbebouwing Riegshoogtendijk 37

1. Otto Zomerweg 59 heeft de bestemming 'Bedrijf', waarbij is aangegeven dat de toegestane bedrijvigheid enkel drukkerij omvat. Andere vormen van bedrijvigheid zijn niet toegestaan. Naast een drukkerij is ter plekke ook een bedrijf gevestigd dat leesmappen verspreidt. Door de bestemming uit het ontwerpbestemmingsplan komen deze bedrijfsactiviteiten onder het overgangsrecht te vallen. Ook is bij een aanpassing van de bedrijfsvoering of de keuze voor een andere bedrijfsactiviteit sprake van strijd met de gebruiksregels. Gevraagd wordt om de bestemming 'Bedrijf' voor Otto Zomer 59 dusdanig te verruimen dat kleinschallige milieuvriendelijke bedrijven zich ter plekke bij recht kunnen vestigen. Ook wordt gevraagd om de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor e-commerce bij recht op te nemen in de bestemming.

2. Inspreker verzoekt de begripsbepaling voor bedrijfswoning zodanig te wijzigen dat voor de bedrijfswoning aan de Otto Zomerweg 59 ook andere vormen van bewoning zijn toegestaan dan enkel voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer.

3.Inspreker vraagt om uitbreiding van het bouwblok, zodat het bouwblok ook aan de westzijde van het perceel over de volledige lengte en breedte van het perceel komt te liggen. Inspreker vindt een afstand van 2,5 meter tot de zijdelingse perceels grens accpetabel. Ook wordt gevraagd om het bebouwingspercentage van 70 % te schrappen. Ook wordt aangegeven dat de bouwklasse ontbreekt op de verbeelding en dat de begrenzing van de functieaanduiding en het bouwvlak niet helemaal overeen komen.

4. Volgens inspreker werd de bedrijfsbebouwing van Riegshoogtendijk 35 en 37 bij de inwerkingtreding van het huidige bestemmingsplan Hollandscheveld voor bedrijfsdoeleinden gebruikt in de vorm van een fietsenmakerij met winkel en een garage annex taxibedrijf. Riegshoogtendijk 35 en 37 hebben in bestemmingsplan Hollandscheveld destijds de bestemming 'Wonen'gekregen. Hiermee zijn deze bedrijfsactiviteiten onder het overgangrecht gebracht. Beide bedrijven zijn inmiddels gestopt, maar volgens inspreker wordt de aanwezige bedrijfsbebouwing nog steeds bedrijfsmatig gebruikt, zonder dat de huidige bedrijfsactiviteit wordt aangegeven door inspreker. In het ontwerpbestemmingsplan is opnieuw de bestemming 'Wonen' opgenomen. Hiermee wordt het gebruik van de bestaande bedrijfsbebouwing voor de tweede keer onder het overgangsrecht gebracht. De vraag is of dit juridisch kan. Inspreker vindt dat de gebruiksmogelijkheden van de bedijfsbebouwing gereduceerd worden tot huishoudelijke berging en stalling, wat verdere verpaupering en achteruitgang van de woonomgeving in de hand werkt. Op basis van het voorgaande verzoekt inspreker de regeling voor aan huis verbonden beroep en bedrijf dusdanig aan te passen, dat de oppervlakte die gebruikt mag worden voor een huis verbonden beroep en bedrijf gelijk is aan de oppervlakte van de bebouwing van Riegshoogtendijk 35 en 37 die bedrijfsmatig gebruikt werd ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan Hollandscheved 2011.

5. Gezien de hedendaagse ontwikkelingen ligt het ook bij de aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten voor de hand dat er sprake is van vergaande mechanisering, automatisering en e-commerce en dienstverlening. De definitie onder artikel 1.7 van de regels legt sterk de nadruk op het door middel van handwerk vervaardigen van producten. Dat het bij de toegestane activiteiten zou mogen gaan om bedrijfsactiviteiten die voor wat betreft aard, omvang en uitstraling in combinatie met en met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend is begrijpelijk. Indien en voor zover dienstverlening als bedoeld in art. 1.40, e-commerce als bedoeld in art. 1.42 en bedrijfsactiviteiten zoals die door de Kamer van Koophandel als cottage industries aangeduide activiteiten niet vallen onder de in het bestemmingsplan beoogde aan huis verbonden activiteiten maakt inspreker hiertegen bezwaar en verzoekt de regels bij de vaststelling aan te passen.

Reactie:

1. Gezien de omschrijving van de bedrijfsvoering aan de Otto Zomerweg 59, is de toegestane activiteit verruimd met opslag en distributie van tijdschriften en boeken. Bij de herziening van de bestemmingsplannen is voor solitaire bedrijven, gelegen in de bebouwde kom van dorpen, veelal aangesloten bij de bouwmogelijkheden uit het voorheen geldende bestemmingsplan. Achterliggende gedachte hierbij is dat bestaande bedrijven hun rechten behouden en dat voor grotere bedrijven voldoende ruimte beschikbaar is op de bedrijventerreinen. Bij het bestemmingsplan Hollandscheveld is hetzelfde uitgangspunt gehanteerd.

Aan het verzoek van inspreker om een Staat van bedrijfsactiviteiten toe te voegen aan de bestemming 'Bedrijf' wordt tegemoet gekomen. De meeste categorie 1 en 2 bedrijven uit de VNG de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' zijn opgenomen in deze Staat van bedrijfsactiviteiten. Enkele vormen van bedrijvigheid zijn geschrapt omdat deze niet wenselijke zijn in de bebouwde kom. Hierbij moet gedacht worden aan agrarische activiteiten of bedrijfsvomen met een grote verkeersaantrekkende werking. Daarnaast zijn enkele vormen van bedrijvigheid geschrapt, die al binnen andere bestemmingen zijn geregeld, zoals detailhandel en maatschappelijke functies.

Qua ruimtelijke uitstraling is e-commerce gelijk te stellen met groothandelsactiviteiten. Voor bedrijven wordt e-commerce bij recht toegestaan. De afwijkingsbepaling hiervoor komt te vervallen.

2. Uitgangspunt van het plan is om bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering te belemmeren (bestaande rechten behouden). Daarnaast is een goed woon- en leefklimaat gewenst. Wanneer de bedrijfswoningen als woning zouden worden bestemd, worden bedrijven in hun bedrijfsvoering beperkt en is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat. Aan het verzoek om de woning te voorzien van de aanduiding 'bewoning anders dan als bedrijfswoning toegestaan' wordt niet tegemoet gekomen.
In de begripsbepaling 'bedrijfswoning' is opgenomen dat de bewoning noodzakelijk zou moeten zijn voor toezicht en beheer. Inspreker merkt terecht op dat hier veelal geen sprake van is. Gezien het karakter van het gebied is het echter wel gewenst dat een bedrijf wordt gecombineerd met de woonfunctie. De begripsbepaling 'bedrijfswoning' wordt aangepast. Hierbij komt het noodzakelijkheidscriterium te vervallen.

3. De oppervlakte van het bouwperceel bedraagt 1160 m2 in het huidige en nieuwe bestemmingsplan.

Volgens het huidige bestemmingsplan mag 50 % van het bouwperceel van Otto Zomerweg 59 bebouwd worden met een woning en bedrijfsbebouwing. Dit betekent dat er op basis van het huidige bestemmingsplan maximaal 580 m2 aan bebouwing mag worden opgericht.

In het nieuwe bestemmingsplan heeft het bouwvlak een oppervlakte van 789 m2. Het bouwvlak mag volledig bebouwd worden.

Het nieuwe bestemmingsplan biedt dus meer bebouwingsmogelijkheden dan het huidige bestemmingsplan. De zienswijze klopt niet op dit punt. Wel is het zo dat een een bouwvlak en een bebouwingspercentage dubbel op is. Dit betekent dat het bebouwingspercentage niet wordt opgenomen in het vast te stellen bestemminsgplan.

Ruimtelijk gezien is het onwenselijk om dichter tot de perceelsgrens met de buren op nummer 57 te kunnen bouwen, dan het ontwerpbestemmingsplan nu toestaat. Als medewerking verleend zou worden aan het verzoek, kan over de volledige diepte van het perceel tot op 2,5 meter van de zijdelingse perceelsgrens tussen nummer 57 en 59 gebouwd worden. Met andere woorden de bouwmogelijkheid van een bedrijfsgebouw op 2,5 meter van de zijdelingse perceelsgrens en langs het grootste gedeelte van deze zijdelingse perceelsgrens. Dergelijke vormen van bebouwing horen niet thuis in een woonwijk, maar op een bedrijventerrein. Ook neemt de kans op overlast voor de buren hierdoor toe, omdat de bebouwing dichter bij hun woning kan worden opgericht. Ook blijft er maar weinig ruimte over voor het stallen van bedrijfsauto's of vrachtwagens als een dergelijke bouwmogelijkheid zou worden uitgevoerd. Milieukundig is uitbreiding in westelijke richting (richting numer 57) niet wenselijk. Het bedrijf voldoet niet aan de minimale richtafstanden uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering'. Het gedeelte voor mogelijke uitbreiding zou vanuit ruimtelijk oogpunt wel moeten kunnen voldoen aan de minimale richtafstand van 30 meter. Hiervan is geen sprake. De afstand is veel kleiner dan 30 meter.

4. In het huidige bestemmingsplan heeft Riegshoogtendijk 37 de bestemming 'Wonen'met daarbij de aanduiding 'Detailhandel (B) toegestaan'. Volgens deze aanduiding is naast bewoning gebruik van de bebouwing ten behoeve van detailhandel en opslag toegestaan. Riegshoogtendijk 35 is als huisnummer niet bekend bij de gemeente. Er wordt vanuit gegaan dat hiermee het vrijstaande bijgebouw links (gezien vanaf de weg) van de woning Riegshoogtendijk 37 wordt bedoeld. Bij de gemeente is geen informatie bekend dat ter plekke een bedrijf is gevestigd. Er is dan ook geen reden om de bestemming te wijzigen naar een Bedrijfsbestemming. Wel wordt de huidige aanduiding 'Detailhandel toegestaan' opnieuw opgenomen.

5. De regeling voor aan huis verbonden beroep of bedrijf is bedoeld voor commerciële functies die door bewoners in of bij de woning worden uitgeoefend. Het gaat dan om activiteiten die ondergeschikt zijn aan de functie wonen. Als de bedrijfsactiviteiten de hoofdfunctie vormen kan geen sprake zijn van een aan huis verbonden beroep of bedrijf. Hobby's zijn activiteiten die binnen reikwijdte van de bestemming 'Wonen' vallen en bij recht zijn toegestaan.
Om rechtszekerheid te geven wanneer sprake is van een aan wonen ondergeschikte activiteit, is in de regeling opgenomen dat maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met bijbehorende bijgebouwen mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteiten. Daarnaast is opgenomen dat maximaal 75m2 mag worden gebruikt voor deze activiteiten. De functie zelfstandige detailhandel is niet toegestaan als aan huis verbonden beroep of bedrijf. Deze functie wordt niet geschikt geacht binnen woongebied, vanwege zijn publieks- en verkeersaanterkkende werking. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor e-commerce. E-commerce wordt wel toegestaan mits geen toonzaal aanwezig is en geen goederen worden afgehaald.

Conclusie:
De zienswijze is op punt 1, 2 (deels) en 5 (deels) en punt 3, 4 en 5 (deels) ongegrond.

Zienswijze 4 Verruimen bestemming Wonen Zuideropgaande 7a

De wijze waarop de bestemming 'Tuin' en 'Wonen' op het perceel Zuideropgaande 7a zijn opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Hollandscheveld 2011 wordt door inspreker als te beperkend beschouwd. Er worden onvoldoende uitbreidingsmogelijkheden geboden. Verzocht wordt de bestemming 'Wonen' in westelijke richting uit te breiden.

Reactie:

De bestemming 'Wonen'wordt in westelijk richting uitgebreid en gelijk getrokken met die van het aangrenzende perceel Zuideropgaande 7.

Conclusie:

De zienswijze is gegrond.

Zienswijze 5 Aanpassen bestemming supermarkt Het Hoekje 52, schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'voor Zuideropgaande 2 en uitsluiten vestiging nieuwe supermarkten

1. Het parkeerterrein van supermarkt Coop Ten Hoeve heeft de bestemming 'Verkeer'. Het parkeerterrein is privaat eigendom, behoort bij de supermarkt en is geen openbaar parkeerterrein. Inspreker verzoekt de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in 'Gemengd'.

2. Naar mening van inspreker zijn de bouwmogelijkheden voor de supermarkt in het ontwerpbestemmingsplan dermate beperkend dat een deel van de bebouwing onder het overgangsrecht valt. Gevraagd wordt de bebouwingsvoorschriften minimaal aan te passen aan de huidige maatvoering van de supermarkt.

3. Inspreker verzoekt de omschrijving van de aanwezige woningen zodanig aan te passen, dat bewoning op de verdieping en begane grond toegestaan is.

4. De woning Zuideropgaande 2 heeft de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' en uit de daaraan vebonden regels blijkt dat het de bedoeling is de panden een gelijke beschermingstatus te geven als (gemeentelijke) monumenten. Naar mening van de inspreker is een dergelijke bedoeling in strijd met een goede ruimtelijke ordening en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Inpsreker vraagt om de dubbelbestemming te schrappen.

5. Een deel van de verharding van de bevooradings- en personeelsingang heeft de bestemming 'Tuin'. Inspreker is van mening dat deze bestemming niet overeen komt met het feitelijk gebruik. Verzocht wordt dit aan te passen.

6. Naar mening van de inspreker is er geen markt/vraag voor nieuwe supermarkten in het centrum van Hollandscheveld. Ook vraagt inspreker zich af of er bij de vestiging van een extra supermarkt voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is. Op basis hiervan verzoekt inspreker de bestaande supermarkten concreet te bestemmen en nieuwvestiging van supermarkten uit te sluiten of op basis van adequaat onderzoek aan te tonen dat er mogelijkheden zijn voor nieuwvestging van supermarkten.

Reactie

1. Inspreker heeft op dit punt gelijk. Het parkeerterrein is privaat eigendom. Bestemming zal worden gewijzigd in 'Gemengd'.

2. Voor de bestemming 'Gemengd'geldt geen bebouwingspercentage van 80 %. Dit betekent dat het bouwblok volledig bebouwd mag worden. Qua goot-en bouwhoogte is aangesloten bij de regeling uit het bestaande bestemmingplan. Er wordt nu een goothoogte van 6 meter en bouwhoogte van 9 meter gebruikt. In het oude bestemmingsplan wordt twee bouwlagen genoemd, waarbij aangeven is dat een vliering niet als bouwlaag wordt aangemerkt. Beide regelingen zijn vergelijkbaar met elkaar. Aanpassing van bebouwingsvoorschriften is op dit punt dus niet noodzakelijk.

3. In het huidige bestemmingsplan zijn ter plekke grondgebonden woningen ook toegestaan. Het plan wordt op dit punt aangepast.

4. Door de gemeente is in samenwerking met de historische kring in 2008 een overzicht gemaakt van voor de historie van de gemeente Hoogeveen belangwekkende bebouwing, gebieden, ensembles en buurten. Zuideropgaande 2 is hierbij aangemerkt als een karakteristiek pand in de bebouwde kom van Hollandscheveld.

Bij de herziening van de bestemmingsplannen worden de in het overzicht uit 2008 genoemde bebouwing, gebieden, ensembles en buurten beschermd in het bestemmingsplan. In dit geval heeft Zuideropgande 2 de de aanduiding 'Karakteristiek' gekregen. In de bouwregels is opgenomen dat de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd. Er is een sloopvergunningstelsel opgenomen om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing.

De ingezette lijn om waardevolle bebouwing, gebieden, ensembles en buurten ten behoeve van het behoud ervan te beschermen wordt voortgezet. Aan het verzoek van inspreker wordt niet tegemoet gekomen.

5. Inspreker heeft op dit punt gelijk. De bestemming zal worden gewijzigd in'Gemengd'.

6. Het gaat hier om de herziening van het bestemmingsplan. Het nieuwe bestemmingsplan kent dezelfde vestigingsmogelijkheden voor supermarkten als het oude bestemmingsplan. De mogelijkheden van het nieuwe bestemmingsplan lijden dus niet tot duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau, anders was hier nu al sprake van geweest op basis van de mogelijkheden van het huidige bestemmingsplan. Om deze redenen is geen distributie planologisch onderzoek (marktonderzoek ten behoeve van branchering) uitgevoerd. Het enkel opnemen van een verbod voor nieuwevstiging van supermarkten om de belangen van bestaande supermarkten te beschermen is op basis van vaste jurisprdentie niet toegestaan.

Conclusie

De zienswijze is op punt 1, 3 en 5 gegrond en op punt 2, 4 en 6 ongegrond.

Zienswijze 6 Verruimen gebruiksmogelijkheden voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, aanpassen bebouwingsvoorschriften bijgebouwen en opnemen wijzigingsbevoegdheid bedrijfsbestemming voor Hollandscheveldse Opgaande 34

1. Hollandscheveldse Opgaande 34 is een voormalig agrarisch bedijf. Inspreker heeft dit nu in gebruik als woning,stoffeerderij en handel in gebruikte/gerestaureerde meubels en geluidsstudio annex oefenruimte. Naar mening van inspreker laat de toegekende woonbestemming zijn bedijfsactiviteiten niet toe. Verzocht wordt de bestemming hierop aan te passen, zodat alle voormalige agrarische bedrijfbebouwing bedrijfsmatig gebruikt mag worden.

2. Op basis van de bebouwingsvoorschriften mag er op het perceel Hollandscheveldse Opgaande maximaal 350 m2 aan bebouwing worden opgericht. In de huidige situatie is meer bebouwing aanwezig dan 350 m2. Inspreker vraagt daarom in regels vast te leggen dat de bestaande oppervlakte aan bebouwing aangemerkt wordt als maximale oppervlakte aan bebouwing.

3. Zoals al eerder is aangegeven is Hollandscheveldse Opgaande 34 is een voormalig agrarisch bedijf. Op basis hiervan verzoekt inpsreker, een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor zijn perceel die te vergelijken is met die van het ontwerp-bestemmingsplan Zuideropgaande 2011.

Reactie:

1. Uit de milieugegevens die bij de gemeente bekend zijn blijkt op de locatie sinds 1992 een stoffeerderij en meubelmakerij gevestigd te zijn. Uit de zienswijze blijkt dat er ook een geluidstudio in het pand aanwezig te zijn. Gezien de bedrijfsactiviteiten die hier reeds gedurende een langere periode worden uitgevoerd, zal de woonbestemming op deze locatie worden gewijzigd in een bedrijfsbestemming, waarbij de meubelstoffeerderij en -makerij en geluidssstudio postief bestemd worden. Ook wordt een Staat van bedrijfsactiviteiten toegevoegd, waarin de meeste categorie 1 en 2 bedrijven uit de VNG de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' zijn opgenomen.

2. Het verruimen van de bijgebouwenregeling is niet meer aan de orde, omdat de bestemming voor Hollandschevelddse Opgaande 34 wordt gewijzigd van 'Wonen' naar 'Bedrijf'. In de nieuwe bestemming wordt de aanwezige bebouwing positief bestemd.

3. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid om de bestemming te wijzigen naar 'Bedrijf' is niet meer van toepassing, omdat de bestemming voor Hollandschevelddse Opgaande wordt gewijzigd van 'Wonen' naar 'Bedrijf'.

Conclusie:

De zienswijze is gegrond.

Zienswijze 7 Verruimen bedrijfsbestemming, wijzigen begripsbepaling bedrijfswoning en opnemen wijzigingsbevoegdheid woniningbouw voor 1e Zandwijkje 6a

1. Aan het 1e Zandwijkje 6a was tot voor kort een kwekerij en handelsonderneming gevestigd. Op dit moment is inspreker in onderhandeling over het realiseren van woningbouw op zijn perceel. Als deze onderhandelingen mislukken, moet er gezocht worden naar een andere invulling. Naar mening van inspreker is het perceel te klein voor om een rendable kwekerij of tuincentrun te kunnen exploiteren. Daarom wordt gevraagd de bestemming 'Kwekerij'te wijzigen in een ruimere bedrijfsbestemming.

2. Tot voor kort werd een groot deel van de bedrijfsbebouwing gebruikt als verkoopkas voor bloemen, planten en tuinartikelen. In de regels is een afwijkingsmogelijkhied opgenomen voor het toestaan van e-commerce. Inspreker verzoekt om e-commerce bij recht mogelijk te maken in de regels.

3. Op het perceel is een bouwblok geprojecteerd dat circa 1/3 van het perceel bestrijkt. In het verleden was circa 50 % van het perceel bebouwd. Inspreker vraagt een ruim bouwvlak op te nemen, wat in ieder geval dezelfde bebouwingmogelijkheden biedt qua oppervlakte als de voormalige bedrijfsbebouwing. Ook vraagt inspreker om het bebouwingspercentage van 70 % te schrappen.

4. Inspreker verzoekt de begripsbepaling voor bedrijfswoning zodanig te wijzigen dat voor de bedrijfswoning ook andere vormen van bewoning zijn toegestaan dan enkel voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer.

5. Op dit moment is inspreker in onderhandeling over het realiseren van woningbouw op zijn perceel. Op basis van de aanwezige inrichtingsschets wordt verzocht om het perceel concreet te bestemmen voor woningbouw.

Reactie:

1. Door het terrein een ruimere bedrijfsbestemming te geven, dan nu het geval is, kan dat consequenties hebben voor de woningbouwplannen voor hele wijziginsgebied, waar het 1e Zandwijkje 6a onderdeel van uit maakt. Er zou zich dan ter plekke een bedrijf kunnen vestigen met een dusdanige milieubelasting , dat in een deel van het plangebied geen woningen gebouwd mogen worden. Dit ondermijnt de haalbaarheid van het project en daarmee ook de woningbouwplannen van inspreker voor zijn terrein. Het verruimen van de opgenomen bedrijfsbestemming is dus ongewenst.

2. Voor bedrijven wordt e-commerce bij recht toegestaan. De afwijkingsbepaling hiervoor komt te vervallen.

3. 1e Zandwijkje 6a valt nog onder bestemminsgplan Landelijk Gebied en heeft de bestemming 'Agrarisch gebied met bebouwing en bijbehorend erf'. Deze bestemming kent geen maximaal bebouwingsprecentage. Dit betekent dat het bouwblok volledig bebouwd mag worden, mits afstand van de bebouwing tot de zijdelingse perceelsgrenzen 5 meter bedraagt.

In het ontwerpbestemmingsplan is een kleiner bouwblok opgenomen voor 1e Zandwijkje 6a. Dit betekent dat de bebouwingsmogelijkheden zijn verkleind. Volgens inspreker is dit niet wenselijk en onnodig beperkend voor een gezonde bedrijfsvoering.

Aan het verzoek van inspreker wordt tegemoet gekomen. De huidige bebouwingsmogelijkheden worden opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan. Op deze wijze zijn er voldoende uitbreidngsmogelijkheden aanwezig.

4. Uitgangspunt van het plan is om bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering te belemmeren (bestaande rechten behouden). Daarnaast is een goed woon- en leefklimaat gewenst. Wanneer de bedrijfswoningen als woning zouden worden bestemd, worden bedrijven in hun bedrijfsvoering beperkt en is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat. Aan het verzoek om de woning te voorzien van de aanduiding 'bewoning anders dan als bedrijfswoning toegestaan' wordt niet tegemoet gekomen.
In de begripsbepaling 'bedrijfswoning' is opgenomen dat de bewoning noodzakelijk zou moeten zijn voor toezicht en beheer. Inspreker merkt terecht op dat hier veelal geen sprake van is. Gezien het karakter van het gebied is het echter wel gewenst dat een bedrijf wordt gecombineerd met de woonfunctie. De begripsbepaling 'bedrijfswoning' wordt aangepast. Hierbij komt het noodzakelijkheidscriterium te vervallen.

5. Zoals inspreker zelf aangeeft, maken zijn gronden onderdeel uit van een een groter woningbouwproject. De plannen hiervoor zijn nog niet zover uitgewerkt, dat ze in dit bestemmingsplan concreet bestemd kunnen worden. Het is dus onlogisch om deel van de gronden uit dit project, vooruitlopend op het defintieve plan, concreet te gaan bestemmnen voor woningbouw. Daarnaast onbreekt het aan tal van randvoorwoorden, zoals een anterieure overeeenkomst, financiële onderbouwing en dergelijke, om een concrete woonbestemming op te nemen voor de bedoelde gronden. Zodra er voldoende duideliijkheid is over de woninbouwplannen, kan na inwerkingtredeing van dit bestemmingsplan, gebruik gemaakt worden van de wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming 'Wonen'.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 2 en 3 gegrond en op punt 1, 4 en 5 ongegrond.

Zienswijze 8 Opnemen bedrijfsbestemming voor voormalige bedrijfsbebouwing Riegshoogtendijk 50

1. Aan de Riegshoogtendijk 50 is een modelmakerij gevestigd. Het perceel heeft de bestemming 'Wonen'. Naar mening van inspreker komt deze bestemming niet overeen met het feitelijk gebruik. Inspreker verzoekt dan ook de besteming van 'Wonen' naar 'Bedrijf' te wijzigen en binnen de bestemming 'Bedijf' bedrijfsactiviteiten behorende tot milieucategorie 1 en 2 toe te staan. Ook wordt gevraagd om de bouwhoogte van de bestaande bebouwing over te nemen.

2. Inspreker vraagt de bestemming van de bestande woning ongewijzigd te laten. Mocht deze toch aangewezen worden als bedrijfswoning, dan wordt verzocht de begripsbepaling voor bedrijfswoning zodanig te wijzigen dat voor de bedrijfswoning ook andere vormen van bewoning zijn toegestaan dan enkel voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer.

3. Bij wijziging van de bestemming wordt gevraagd om voldoende uitbreidingmogelijkheden voor het bedijf op te nemen en het bedrijf op dit punt niet op slot te zetten.

Reactie:

1. en 3. In het huidige bestemmingsplan heeft Riegshoogtendijk 50 een woonbestemming met daarbij de aanduiding 'bedrijven toegestaan'. Gronden met deze aanduiding mogen mede gebruikt worden voor bedrijven. Voor het perceel geldt een bebouwingspercentage van 40 %. Dit betekent dat 40 % van het perceel bebouwd mag worden.

In het verleden is een milieuvergunning verleend voor machinale houtbewerking / timmerwerkplaats. Uit de laatste milieucontrole van februari 2009 is gebleken dat het bedrijf nog in werking is onder de naam Modelmakerij Kroezen & Mol. Er zijn diverse houtbewerkingsmachines aanwezig en een opslagruimte voor gevaarlijke stoffen.

Bij de inventarisatie is dit bedrijf abusievelijk niet opgemerkt. Inspreker heeft dit terecht opgemerkt. De bestemming wordt gewijzigd naar 'Bedrijf'. Ook wordt een Staat van bedrijfsactiviteiten toegevoegd, waarin de meeste categorie 1 en 2 bedrijven uit de VNG de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' zijn opgenomen.

2. Uitgangspunt van het plan is om bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering te belemmeren (bestaande rechten behouden). Daarnaast is een goed woon- en leefklimaat gewenst. Wanneer de bedrijfswoningen als woning zouden worden bestemd, worden bedrijven in hun bedrijfsvoering beperkt en is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat. Aan het verzoek om de woning te voorzien van de aanduiding 'bewoning anders dan als bedrijfswoning toegestaan' wordt niet tegemoet gekomen.
In de begripsbepaling 'bedrijfswoning' is opgenomen dat de bewoning noodzakelijk zou moeten zijn voor toezicht en beheer. Inspreker merkt terecht op dat hier veelal geen sprake van is. Gezien het karakter van het gebied is het echter wel gewenst dat een bedrijf wordt gecombineerd met de woonfunctie. De begripsbepaling 'bedrijfswoning' wordt aangepast. Hierbij komt het noodzakelijkheidscriterium te vervallen.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 1 en 3 gegrond en op punt 2 ongegrond.

Zienswijze 9 Verruimen bedrijfsbestemming, legalisatie zelfstandig kantoor en aanpassen begripsbepaling bedrijfswoning voor Thijs Thalenstraat 1/Jan Bruinsslotstraat 7

1. Op de hoek Thijs Thalenstraat/Jan Bruinsslotstraat is een bedrijfspand en een woning aanwezig. De voornaamste bedrijfsvoering bestaat uit handelsactiviteieten en het samenstellen van componenten/halffabricaten voor de procesindustrie. De bedrijfsactiviteiten van het bedrijf ICH vallen SBI code 2813. Deze code komt niet voor op lijst met toegestane bedrijfsactiviteiten. Inspreker vraagt om ter plekke alle categorie 1 en 2 bedrijven toe te staan.

2. Het bedrijf ICH verkoopt zijn producten nog voor het over grote deel aan bedrijven. Dit kan snel veranderen. Verzocht wordt om e-commerce bij recht toe te staan.

3. In de bedrijfsbebouwing is een kantoor van een humanitaire organisatie gevestigd, die deels gebruik maakt van de faciliteiten van het bedrijf ICH. Volgens de regels is dit gebruik illegaal. Inspreker vraagt om het gebruik van bedrijfsgebouwen als kantoor toe te staan.

4. De begrenzing van het bouwvlak komt niet overeen met een recent verleende vergunning. Inspreker verzoekt het bouwvlak aan te passen aan de vergunning.

5. In de regels is aangegeven dat bedrijfswoningen gekoppeld aan de bedrijfsbebouwing of hier opgenomen moeten zijn. De bedrijfwoning van inspreker is vrijstaand. Verzocht wordt om ook vrijstaande bedrijfswoningen toe te staan. Ook wordt gevraagd bijgebouwenregeling voor burgerwoningen van toepassing te verklaren voor bedrijfswoningen.

6. Inspreker verzoekt de begripsbepaling voor bedrijfswoning zodanig te wijzigen dat voor de bedrijfswoning ook andere vormen van bewoning zijn toegestaan dan enkel voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer.

7. In de regels is aangegeven dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens 5 meter bedraagt. De meeste bebouwing op het perceel voldoet hier niet aan. Inspreker verzoekt de perceelsgrensafstand te laten vervallen.

Reactie:

1. Er is in 2001 een melding in het kader van het Besluit Opslag en transport milieubeheer ingediend voor handels-, opslag- en importactiviteiten van pneumatische componenten/ halffabricaten en inzameling/distributie van voedselpakketten gedurende enkele weken per jaar door de Stichting Rusland Kinderhulp

De genoemde SBI-code 2813 'Vervaardiging van niet-hydraulische pompen en compressoren' is een code gebaseerd op een codering zoals deze gehanteerd wordt door het CBS en de KvK. Voor het opstellen van de Staat van bedrijfsactiviteiten is de VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' gehanteerd.

ICH levert in feite metaal- en ijzerwaren (koppelingen, tanks, manometers, draadfittingen etc.) of samenstellingen van diverse materialen aan derden. Deze activiteiten kunnen geclassificeerd worden als een 'groothandel in ijzer- en metalen en verwarmingsapparatuur' met SBI-2008: 4674. Deze activiteit is opgenomen in bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten van het ontwerpbestemmingsplan.

Na aanleiding van dit punt is de Staat van bedrijfsactiviteiten van het ontwerpbestemmingsplan vergeleken met Staat van bedrijfsactiviteiten van het huidige bestemmingsplan Hollandscheveld. Alle bedrijven uit de Staat van bedrijfsactiviteiten van het huidige bestemmingsplan zijn opgenomen in Staat van bedrijfsactiviteiten van het vast te stellen bestemmingsplan Hollandscheveld 2011. Ook zijn een aantal nieuwe categorie 1 en 2 bedrijven toegevoegd aan de Staat van bedrijfsactiviteiten, die qua functie en gebruik aansluiten bij de toegestane bedrijven in het huidige bestemmingsplan. Dit betekent dat de Staat van bedrijfsactiviteiten van het vast te stellen bestemmingsplan ruimer is dan de de Staat van bedrijfsactiviteiten van het huidige bestemmingsplan Hollandscheveld.

2. Qua ruimtelijke uitstraling is e-commerce gelijk te stellen met groothandelsactiviteiten. Voor bedrijven wordt e-commerce bij recht toegestaan. De afwijkingsbepaling hiervoor komt te vervallen.

3. In de aangepaste Staat van bedrijfsactiviteiten wordt een aantal maal kantoor als toegestane vorm van bedrijvigheid genoemd. Daarnaast is door appelant in de in 2001 ingediende melding aangegeven dat de activiteiten voor Stichting Rusland Kinderhulp enkele weken per jaar plaats vinden. Er is dus geen sprake van illegaal gebruik, maar van ondergeschikt gebruik dat volgens de aangepaste Staat van bedrijfsactiviteiten binnen de bestemming past.

4. In 2012 is aan inspreker een bouwvergunning verleend voor het realiseren van een opbouw met overstek op het bestaande kantoorgedeelte op het bedrijf. De diepte van de overstek bedraagt 1,235 meter en valt inderdaad buiten het bouwvlak op de verbeelding van het ontwerp bestemmingsplan. Het bouwvlak zal aangepast worden aan de verleende bouwvergunning.

Aan het verzoek om de goothoogte van 6 meter te verhogen wordt te gemoet gekomen. De goothoogte wordt verhoogd naar 7 meter. De bouwregels staan de bouw van een bedrijfsgebouw van twee bouwlagen, dat plat is afgedekt, toe. De bouwhoogte per bouwlaag bedraagt meer dan 3 meter. Een goothoogte van 6 meter is bij twee bouwlagen dan ontoereikend.

5. Op het bedrijventerrein staan diverse vrijstaande bedrijfswoningen, waaronder die van inspreker. Er bestaat daarom geen reden om de voorwaarde in regels, dat een een bedrijfswoning dient te worden gekoppeld aan of onderdeel uitmaakt van het bedrijfsgebouw, te handhaven. Deze voorwaarde wordt niet opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan.

Ruimtelijk gezien is bedrijvigheid de belangrijkste functie op het bedrijventerrein. Om deze reden zijn de bebouwingsmogelijkheden voor bedrijfsgebouwen ruimer dan voor bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen. Bedrijfswoningen zijn ruimtelijk gezien ondergeschikt aan bedrijfsgebouwen. Die blijkt ook uit de opbouw van bebouwingsvoorschriften van de bestemming 'Bedrijventerrein', waarbij eerst de bedrijfsgebouwen genoemd en daarna de bedrijfswoningen. Om deze reden is er voor gekozen om bedrijfsgebouwen ruimere bebouwingsmogelijkheden te geven dan bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen. Door de bijgebouwenregeling voor bedrijfswoningen gelijk te terkken met die van burgerwoningen komt deze hierarchie in het geding. Zeker op een bedrijventerrein, waarbij sprake is van relatieve kleine bedrijfskavels. De kans bestaat dan dat er meer woningbebouwing wordt opgericht dan bedijfsbebouwing. Om toch tegemoet te komen aan dit verzoek wordt de binnenplanse afwijkingsmogelijkhied om de oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten tot een oppervlkate van 100 m2 geschrapt en bij recht opgenomen.

6. Uitgangspunt van het plan is om bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering te belemmeren (bestaande rechten behouden). Daarnaast is een goed woon- en leefklimaat gewenst. Wanneer de bedrijfswoningen als woning zouden worden bestemd, worden bedrijven in hun bedrijfsvoering beperkt en is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat. Aan het verzoek om de woning te voorzien van de aanduiding 'bewoning anders dan als bedrijfswoning toegestaan' wordt niet tegemoet gekomen.
In de begripsbepaling 'bedrijfswoning' is opgenomen dat de bewoning noodzakelijk zou moeten zijn voor toezicht en beheer. Inspreker merkt terecht op dat hier veelal geen sprake van is. Gezien het karakter van het gebied is het echter wel gewenst dat een bedrijf wordt gecombineerd met de woonfunctie. De begripsbepaling 'bedrijfswoning' wordt aangepast. Hierbij komt het noodzakelijkheidscriterium te vervallen.

7. De afstand van de bedrijfsbebouwing tot de perceelsgrenzen is inderdaad kleiner dan 5 meter. Dit gedt voor meer bedrijfsbebouwing op het bedrijventerrein. Er is veel gebruik gemaakt van de binnenplanse vrijstelling uit het huidige bestemmingsplan, om de afstand van bedrijfsbebouwing te verkleinen van 5 naar 2,5 meter. Om deze reden wordt de afstand van bedrijfsbebouwing tot de perceelsgrenzen aangepast naar 2,5 meter.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 1, 2, 3, 4, 5 (deels), 7 gegrond en op punt 5 (deels) en 6 ongegrond.

Zienswijze 10 Schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', wijzigen bedrijfswoning in burgerwoning met bijbehorende bebouwingsmogelijkheden en aanpassen bebouwingsvoorschriften voor Het Hoekje 51 (jeugdcentrum) en Hendrik Raakweg 18 (pastorie)

1. Hendrik Raakweg 18 heeft de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' en uit de daaraan vebonden regels blijkt dat het de bedoeling is de panden een gelijke beschermingstatus te geven als (gemeentelijke) monumenten. Naar mening van de inspreker is een dergelijke bedoeling in strijd met een goede ruimtelijke ordening en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

2. Hendrik Raakweg 18 is vanaf de bouw grotendeels in gebruik geweest als woning voor de predikant van de Hervormde kerk, maar nooit als dienstwoning bij het jeugdcentrum (Het Hoekje 51). Inspreker verzoekt de bestemming van dienstwoning naar een burgerwoning.

3. De werkelijke maten van de pastorie wijken af van bouwhoogtes, zoals opgenomen in de regels. Gevraagd wordt dit aan te passen Voor het jeudcentrum wordt gevraagd deze op te nemen in de bestemming 'Gemengd'.

4. Gevraagd wordt om de bestemming van de pastorie te wijzigen in 'Wonen' met de daarbij behorende bebouwingsmogelijkheden.

5. Gevraagd wordt om het bebouwingspercentage voor het jeugdcentrum te schrappen. Naar mening van inspreker geldt dit alleen voor het bouwblok. Ook is inspreker van mening dat het huidige bouwblok, ondanks dat nagenoeg overeen komt met het huidige bouwblok, in westelijke en noordelijke richting uitgebereid moet worden. Zoals bij punt 3 ook als is aangegeven wordt gevraagd het jeugdcentrum op te nemen in de bestemming 'Gemengd'.

Reactie:

1. Door de gemeente is in samenwerking met de historische kring in 2008 een overzicht gemaakt van voor de historie van de gemeente Hoogeveen belangwekkende bebouwing, gebieden, ensembles en buurten. Hendrik Raakweg 18 is hierbij aangemerkt als een karakteristiek pand in de bebouwde kom van Hollandscheveld.

Bij de herziening van de bestemmingsplannen worden de in het overzicht uit 2008 genoemde bebouwing, gebieden, ensembles en buurten beschermd in het bestemmingsplan. In dit geval heeft Hendrik Raakweg 18 de de aanduiding 'Karakteristiek' gekregen. In de bouwregels is opgenomen dat de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd. Er is een sloopvergunningstelsel opgenomen om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing.

De ingezette lijn om waardevolle bebouwing, gebieden, ensembles en buurten ten behoeve van het behoud ervan te beschermen wordt voortgezet. Aan het verzoek van inspreker wordt niet tegemoet gekomen.

2. Op 18 februari 2013 is er na aanleiding van de zienswijze overleg geweest met de heren Veuger en Metselaar, namens de Hervormde Gemeente Hollandscheveld, over het aanpassen van de bestemming van de dienstwoning en het gebruik van de jeugdcentrum. Het gebouw van het jeugdcentrum wordt 1 keer per week als oefenruimte gebruikt door de fanfare. Hooguit 2 keer per jaar vindt een bruiloft plaats. De geluidbelasting veroorzaakt door activiteiten in het jeugdcentrum worden niet getoetst op de gevel van de dienstwoning. Indien de dienstwoning ook als reguliere woning gebruikt mag worden, dan zal in de toekomst de geluidbelasting van de activiteiten op de gevel van de woning wel worden getoetst. Met de huidige activiteiten van het jeugdcentrum wordt voldaan aan de geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit ter plaatse van de overige woningen.

De wekelijkse oefenbijeenkomst van de fanfare waarbij alleen onverstrekte muziek ten gehore wordt gebracht, is uitgezonderd van beoordeling in het kader van het Activiteitenbesluit. Dit wil niet zeggen dat er geen sprake kan zijn van hinder.

Als in de toekomst blijkt dat er meer geluidproducerende activiteiten plaats vinden , dan moet hiervoor wél worden voldaan aan de geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit als de dienstwoning ook als reguliere woning gebruikt mag worden. Dit kan dan betekenen dat er (kostbare) geluidisolerende maatregelen aan de oostgevel getroffen zullen moeten worden.

Bovenstaande situatie is de heren Veuger en Metselaar duidelijk. Namens de Hervormde Gemeente Hollandscheveld geven ze aan dat de functieaanduiding van Hendrik Raakweg 18 gewijzigd kan worden van 'dienstwoning' in 'woning'. Hier tegen bestaat voor de gemeente geen bezwaar.

3. De functieaanduiding van Hendrik Raakweg 18 wordt gewijzigd met van 'dienstwoning' in 'woning' met bouwaanduiding sba-2. De goothoogte voor deze bouwaanduiding bedraagt 6 meter en sluit aan bij de huidige maatvoering.

Het jeugdcentrum valt in het huidige bestemmingsplan onder de bestemming 'Bijzondere doeleinden'. Deze bestemming laat allerlei vormen van maatschappelijke voorzieningen toe. Zoals als bij punt 2 is aangegeven wordt het jeugdcentrum nog steeds gebruikt in in overeenstemming met de bestemming. Er is dus geen reden om de bestemming van 'Maatschappelijk'naar 'Gemengd' te wijzigen. Hier komt nog eens bij dat de Detailhandelsstructuurvisie voor de kern van Hollandscheveld aangeeft dat er geen ruimte is voor verdere uitbreiding van het kernwinkelgebied aan het Hoekje. Dit vanwege het feit dat het aanbod van winkelruimte aan Het Hoekje groter is dan de vraag.

4. Zie punt 2.

5. Het in de regels opgenomen bebouwingspercentage geldt voor het gehele bouwpreceel en dus niet alleen voor het bouwblok. Dit betekent dat 50 % van het bouwperceel mag worden bebouwd. In het huidie bestemmingsplan bedraagt het bebouwingspercentage 30 % van het gehele bouwperceel. Het nieuwe bestemmingsplan laat dus meer bebouwing toe dan het het huidige bestemmingsplan. Er is dus geen reden om het bebouwingspercentage te schrappen.

Het bouwblok in het huidige en nieuwe bestemmingsplan zijn (nagenoeg) even groot. Binnen het bouwblok is voldoende ruimte aanwezig voor uitbreiding. Vanuit ruimtelijke oogpunt is het niet wenselijk om het huidige bouwblok te vergroten in westelijke en noordelijke richting. Hierdoor zou wordt de afstand tot de omliggende bebouwing kleiner, waardoor de openheid tussen de bebouwing verloren gaat. Dit is stedenbouwkundige niet wenselijk en heeft negatieve gevolgen voor de omliggende bebouwing door bijvoorbeeld extra schaduwwereking en verslechtering van de bereiekbaarheid. Ook uit akoestisch oogpunt is dit onwenselijk omdat de afstand tussen de bebouwing kliener wordt, waardoor de kans op geluidsoverlast groter wordt.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 2, 3 (deels) en 4 gegrond en punt 1, 3 (deels) en 5 ongegrond.

Zienswijze 11 Schrappen dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', wijzigen bedrijfswoning in burgerwoning met bijbehorende bebouwingsmogelijkheden en aanpassen bebouwingsvoorschriften voor Hendrik Raakweg 19 en 21

1. De kerk (Hendrik Raakweg 19) is een rijksmonument en op grond van de daarop van toepassing zijnde wetgeving voldoende beschermd. Dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' is voor de kerk dus niet noodzakelijk. Hendrik Raakweg 21 heeft de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' en uit de daaraan verbonden regels blijkt dat het de bedoeling is de panden een gelijke beschermingstatus te geven als (gemeentelijke) monumenten. Naar mening van de inspreker is een dergelijke bedoeling in strijd met een goede ruimtelijke ordening en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Inspreker vraagt om de dubbelbestemming voor beide panden te schrappen.

2. Door inspreker wordt aangegeven dat de goot-en bouwhoogte van de kerk hoger zijn, dan de bebouwingsvoorschriften toelaten. Inspreker verzoekt dit aan te passen.

3. De bedrijfswoning (Hendrik Raakweg 21) wordt niet meer bewoond door de koster. Inspreker verzoekt de begripsbepaling voor bedrijfswoning zodanig te wijzigen dat voor de bedrijfswoning ook andere vormen van bewoning zijn toegestaan dan enkel voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer.

4. Inspreker geeft aan dat het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan kleiner is dan in het huidige bestemmingsplan. Ook is er sprake van een bebouwingspercentage, dat naar mening van inspreker alleen geldt voor het bouwblok. Gevraagd wordt om in ieder geval het bebouwingspercentage te laten vervallen.

Reactie:

1. Inspreker heeft op dit punt gelijk. De dubbelbestemming wordt niet meer opgenomen in het vast te stellen plan.

2. De goothoogte wordt verhoogd voor bouwaanduiding sba-2, die voor de kerk geldt, van 4 naar 6 meter. De maximale bouwhoogte wordt geschrapt voor bouwaanduiding sba-2. Hiermee zijn de bouw- en goothoogte van kerk op de juiste wijze opgenomen in de bouwregels.

3. De functieaanduiding van de dienstwoning bij het jeugdcentrum aan de overzijde van de weg, Hendrik Raakweg 18, wordt gewijzigd van 'dienstwoning' in 'woning'. Op basis van het gelijkheidsbeginsel (het gaat om een vergelijkbare dienstwoning die niet meer gebruikt wordt als zodanig) wordt de functie aanduiding van Hendrik Raakweg 21 gewijzigd van 'dienstwoning' in 'woning' met bouwaanduiding sba-1.

4. Het bebouwingspercentage geldt voor het gehele bouwperceel en niet alleen voor het bouwblok. In het huidige bestemmingsplan geldt een bebouwingspercentage van 25 %. In het nieuwe bestemmingsplan is een bebouwinspercentage opgenomen van 50 % van het bouwperceel. Er is dus geen reden om het bebouwingspercentage te laten vervallen.

Conclusie:

Dee zienswijz is op punt 1, 2 en 3 gegrond en op punt 4 ongegrond.

Zienswijze 12 Wijzigen bestemming 'Horeca' in bestemming 'Gemengd' en verruimen bebouwingsmogelijkheden voor Het Hoekje 33 en 38

1. Inspreker verzoekt de bestemming 'Horeca' van Het Hoekje 33 en 38 te wijzigen in de bestemming 'Gemengd', inclusief horeca. Hierdoor kunnen de panden voor meerdere gebruiksdoeleinden worden aangewend.

2. In de bestemming 'Horeca' mogen (bij)gebouwen) alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Hiermee wordt een deel van de bebouwing onder het overgangsrecht gebracht. Voor de bebouwing langs Het Hoekje binnen de bestemming 'Gemengd' geldt deze beperking niet. Verzocht wordt het plan op dit onderdeel voor beide panden aan te passen.

3. Het bouwblok van Het Hoekje 40 loopt helemaal door te de zuidzijde van het perceel. Inspreker verzoekt het bouwblok van Het Hoekje 38 op dezelfde wijze uit te breiden. In ieder geval moet het hoofdgebouw binnen het bouwblok worden opgenomen. Ook wordt verzocht de goot- en bouwhoogte uit het geldende bestemmingsplan van 1986 over te nemen.

4. Volgens inspreker ligt een deel van het hoofdgebouw van Het Hoekje 33 buiten het bouwblok. Gevraagd wordt om het bouwblok uit te breiden met circa 2 meter in oostelijke richting en de begrenzing van het bouwblok op de noordelijke perceelsgrens te leggen. In ieder geval moet het hoofdgebouw binnen het bouwblok worden opgenomen. Ook wordt verzocht de goot- en bouwhoogte uit het geldende bestemmingsplan van 1986 over te nemen.

Reactie:

1. Biede panden hebben in het huidige bestemmingsplan de bestemming 'Gemengde bebouwing'. Door meerdere eigenaren van horecabedrijven is verzocht om de bestemming 'Horeca' uit het ontwerpbestemmingsplan te wijzigen in 'Gemengd'. Dit is vergelijkbaar met zoals het in bestemmingsplan Stadscentrum is geregeld. Hier zijn winkels en horecabedrijven categorie 1 en 2 binnen de bestemming Gemengd toegestaan. De bestemming van Hoekje 33 en 38 wordt op verzoek van inspreker gewijzigd van 'Horeca' naar 'Gemengd'.

2. Door het wijzigen van de bestemming van de bestemming van 'Horeca' naar 'Gemengd' worden de bebouwingsmogelijkheden voor de bijgebouwen verruimd en worden de bijgebouwen niet onder het overgangsrecht gebracht.

3. Inspreker heeft op dit punt gelijk. Aan de achterzijde van het Hoekje 38 ligt een deel van het hoofdgebouw buiten het bouwblok. Het bouwblok wordt hierop aangepast, zodat het gehele hoofdgebouw binnen het bouwblok valt.

Het bouwblok van Het Hoekje 40 ligt niet aan de straatzijde, zoals bij Het Hoekje 38, maar verder naar achteren. Om deze reden loopt het bouwblok van Het Hoekje 40 tot aan de zuidzijde van het perceel. Het gaat dus om verschillende situaties. Er is dus geen reden om het bouwblok van Het Hoekje 38 aan te passen aan het bouwblok van Het Hoekje 40.

4. Inspreker heeft op dit punt gelijk. Aan de achterzijde van het Hoekje 33 ligt een deel van het hoofdgebouw buiten het bouwblok. Het bouwblok wordt hierop aangepast, zodat het gehele hoofdgebouw binnen het bouwblok valt.

Doordat de bestemming gewijzigd wordt van 'Horeca' naar 'Gemengd' wordt automatisch tegemoet gekomen om de goot- en bouwhoogte uit het huidige bestemminsgplan voor Het Hoekje 33 opnieuw op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.

De zijgevel van het Hoekje 33 ligt nagenoeg in het verlengde van de voorgevels van de woningen aan de oostzijde van de Doorsnijding. Het gestelde door de insperker dat er nog 2 meter uitbreidngsruimte zou zijn voordat de de zijgevel in het verlengde van de voorgevels komt te liggen, klopt niet. Ruimtelijk gezien is uitbreiding van het hoofdgebouw dichter naar de weg toe niet wenselijk. Dit komt de overzichtelijkheid vande kruising niet ten goede. De huidige zichtlijn vanaf Het Hoekje naar de Doorsnijding zou dan onderbroken worden.

Conclusie:

De zienswijze is op punt 1, 2, 3 (deels) en 4 (deels) gegrond en op punt 3 (deels) en 4 (deels) ongegrond.

Zienswijze 13 wijzigen bestemming 'Wonen' in bestemming 'Horeca' voor Zuideropgaande 1

Zuideropgaande 1 staat sinds 2005 te koop als horecaondernemning. Het pand heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming 'Horeca'. Inspreker verzoekt deze bestemming ook in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen.

Reactie:

Het standpunt van inspreker is begrijpelijk. Om hier aan tegemoet te komen krijgt het pand in het vast te stellen bestemmingsplan op de verbeelding de 'functieaanduiding horeca'. De regels worden zodanig aangepast dat de begane grond van het pand ook gebruikt mag worden voor horecabedrijf catergorie 1 en 2. Dit betekent dat het pand na het inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan verkocht kan worden als woning al dan niet in combinatie met een horecabedrijf.

Conclusie:

De zienswijze is gegrond.

Zienswijze 14 wijzigen bestemming Het Hoekje 44-50 in de bestemming 'Gemengd'

Het Hoekje 44-50 heeft in het nu geldende bestemmingsplan de bestemming 'Gemengd'. In hetontwerpbestemmingsplan is dit 'Horeca' geworden. Inspreker verzoekt dit bij vaststelling te wijzigen naar 'Gemengd', zodat medewerking kan worden verleend aan het bouwplan uit 2011 voor deze locatie.

Reactie:

Het pand heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming 'Gemengde bebouwing'. Door meerdere eigenaren van horecabedrijven is verzocht om de bestemming 'Horeca' uit het ontwerpbestemmingsplan te wijzigen in 'Gemengd'. Dit is vergelijkbaar met zoals het in bestemmingsplan Stadscentrum is geregeld. Hier zijn winkels en horecabedrijven categorie 1 en 2 binnen de bestemming Gemengd toegestaan. De bestemming van Hoekje 44-50 wordt op verzoek van inspreker gewijzigd van 'Horeca' naar 'Gemengd'. Hiermee kan ook medewerking verleend worden aan het bouwplan.

Conclusie:

De zienswijze is gegrond.

Zienswijze 15 wijzigen bestemming 'Wonen' in bestemming 'Wonen en detailhandel' voor Otto Zomerweg 8

In het verleden was er aan de Otto Zomerweg 8 een woonhuis met winkel gevestigd. Op basis hiervan heeft Otto Zomerweg 8 in het huidige bestemmingsplan een woonbestemming waarbij ook een winkel is toegestaan. In het ontwerpbestemmingsplan is alleen een woonbestemming opgenomen. Inspreker verzoekt in verband met de verkoopbaarheid van het pand de oude bestemming weer op te nemen.

Reactie:

Het standpunt van inspreker is begrijpelijk. Om hier aan tegemoet te komen krijgt het pand in het vast te stellen bestemmingsplan op de verbeelding de 'functieaanduiding detailhandel'. De regels worden zodanig aangepast het pand ook gebruikt mag worden als winkel. Dit betekent dat het pand na het inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan verkocht kan worden als woning al dan niet in combinatie met een winkel.

Conclusie:

De zienswijze is gegrond.