direct naar inhoud van 6.3 Verklaring van de bestemmingen
Plan: Zuideropgaande 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118023001-VG02

6.3 Verklaring van de bestemmingen

In deze paragraaf wordt een verklaring gegeven van de inhoud van de bestemmingen. Deze inhoud is af te lezen van de bestemmingen en de aanduidingen op de verbeelding en in tekst verklaard in de regels. De bestemmingen worden in alfabetische volgorde besproken.

6.3.1 Agrarisch

De agrarische gronden gelegen langs de Barsweg, de Carstensdijk, het Jan Wintersdijkje en het Zuideropgaande hebben deze bestemming gekregen. Op deze gronden is alleen ter plaatse van de vijf agrarische bedrijven aan het Zuideropgaande bebouwing toegestaan, waarvoor een bouwvlak en een maximale goot- en bouwhoogte is opgenomen.

Het betreffen vier grondgebonden agrarische bedrijven. Een intensieve tak, waarbij de bedrijfsvoering geheel of in overwegende mate is gericht op het houden van dieren zonder te beschikken over open grond, is niet toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' mag de bestaande niet grond gebonden veehouderij worden voortgezet. Deze veehouderij wordt gecombineerd met een groepsaccommodatie, recreatief verblijf en zorg is hierbij toegestaan. Voor de groepsaccommodatie is de aanduiding 'Specifieke vorm van agrarisch - groepsaccommodatie' opgenomen.

Ten behoeve van de bescherming van de archeologische waarden en het behoud van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden, is een regeling opgenomen dat voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist. Paardenbakken zijn onder voorwaarden toegestaan.

Vanwege de ontwikkeling dat steeds meer agrarische bedrijven worden beëindigd zijn een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De bestemming kan worden gewijzigd in bedrijf, maatschappelijk/ recreatie of wonen. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de ruimte-voor-ruimte regeling. In de wijzigingsbepepalingen is beschreven aan welke voorwaarden moet worden voldaan.

In de het beslisdocument Woningbouw Nieuw Moscou (vastgesteld op 4 februari 2010) worden mogelijke bouwlocaties voor woningen aangegeven. In het onderhavige bestemmingsplan liggen deze locaties binnen de bestemming 'Agrarisch' met de gebiedsaanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 2 of 3'. Binnen deze gebieden zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om de bestemming 'Agrarisch' onder voorwaarden te wijzigen in een woonbestemming. De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor negen locaties aan het Zuideropgaande en voor vier halfvrijstaande woningen aan de Carstensdijk.

Door middel van een omgevingsvergunning kan verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter mogelijk gemaakt worden. Daarnaast kan door middel van een omgevingsvergunning een agrarisch bedrijf worden gecombineerd met een ondergeschikte tweede tak of een neventak. Verder kan op de agrarische grond door middel van een omgevingsvergunning een recreatieve activiteit mogelijk worden gemaakt.

6.3.2 Bedrijf

De veertien bedrijven die gelegen zijn binnen het plangebied, twee aan het Jan Wintersdijkje en twaalf aan het Zuideropgaande hebben deze bestemming gekregen. Bij alle bedrijven is een bedrijfswoning mogelijk.

Voor de bedrijven is een bouwvlak en een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen, afgestemd op zowel de huidige als de toekomstige bouwmassa.

6.3.3 Bos

Het boscomplex ten zuiden van het Jufferspad is onder deze bestemming geregeld waarbij tevens een omgevingsvergunning is opgenomen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden.

6.3.4 Detailhandel

De fietsenwinkel aan de Carstensdijk is onder deze bestemming geregeld. Er is een bouwvlak en een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen, grotendeels afgestemd op de huidige bouwmassa. Bovendien is er een bedrijfswoning toegestaan.

6.3.5 Dienstverlening

Zowel op de hoek van het Zuideropgaande en de Carstensdijk als aan het Zuideropgaande bij het Jan Wintersdijkje is een adviesbureau aanwezig. Beiden zijn onder deze bestemming geregeld waarbij een bouwvlak, een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen, afgestemd op de huidige en de toekomstige bouwmassa. Bovendien is er een bedrijfswoning toegestaan.

6.3.6 Gemengd

De locatie met de bestemming 'Gemengd' is gelegen aan de Carstensdijk bij het Zuideropgaande met als hoofdbestemmingen Bedrijf, Detailhandel, Horeca en Wonen. Voor deze bestemming is een bouwvlak opgenomen met een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een maximaal bebouwingspercentage.

6.3.7 Groen

Overeenkomstig de grotendeels bestaande situatie zijn de structuurbepalende elementen zoals beschreven in hoofdstuk 2, bestemd tot 'Groen'. Het overige aanwezige 'kleinschalige woongroen' en/of ondergeschikte groen is geregeld binnen de bestemming 'Verkeer'.

6.3.8 Maatschappelijk

Onder deze bestemming vallen doorgaans de educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en openbare dienstverlening. Bij de kerk aan het Jan Wintersdijkje zijn twee bedrijfswoningen toegestaan.

Heeft een pand de bouwaanduiding 'karakteristiek' dan geldt bij verbouwing bijzondere aandacht voor het behoud van het authentieke uiterlijk. Voor sloop van het pand is een omgevingsvergunning voor het slopen nodig.

Voor al deze voorzieningen zijn een bouwvlak, een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen, afgestemd op de bestaande of de toekomstige bouwmassa.

6.3.9 Recreatie - verblijfsrecreatie

De camping Nieuw Moscou aan het Zuideropgaande nabij de Barsweg is onder deze bestemming opgenomen. Voor alle voorzieningen is een bouwvlak, een maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen, afgestemd op de bestaande of de toekomstige bouwmassa. Bovendien is er een bedrijfswoning toegestaan.

6.3.10 Sport

Het speelterrein aan het Zuideropgaande is voorzien van deze bestemming. Binnen deze bestemming is het niet toegestaan gebouwen op te richten.

6.3.11 Tuin

De gedeelten van de percelen waar geen (bij)gebouwen mogen worden gebouwd, hebben deze bestemming gekregen. Meestal liggen deze gronden tussen de voorgevel van de gebouwen en de openbare weg. Ook kan aan de zijkant van de gebouwen deze bestemming gelegen zijn, om een bepaalde openheid te kunnen houden.

6.3.12 Verkeer

Onder deze bestemming vallen alle wegen binnen het plangebied. Ook de parkeervoorzieningen, eventuele uitbreiding van de parkeervoorzieningen, ondergeschikte groenvoorzieningen en kleine gedeelten van voortuinen (in bruikleen gegeven) zijn hierbij opgenomen.

6.3.13 Water

Het water van de wijken en de watergangen binnen het plangebied zowel van belang uit het oogpunt van de cultuurhistorie als van de waterhuishouding met de bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals bruggen en duikers vallen onder deze bestemming. Gebouwen zijn niet toegestaan. De watergangen dienen in stand te blijven, hiervoor zijn beschermende bepalingen in het plan opgenomen.

6.3.14 Wonen
  • Woningen

De woonfunctie binnen het plangebied blijft volledig gehandhaafd. Alle bestaande woningen zijn als zodanig bestemd. Voor de bouwstrookdiepte van de halfvrijstaande woningen is een maat van twaalf meter aangehouden, zodat over het algemeen de meeste woningen nog naar achteren kunnen uitbreiden. Voor de grotere vrijstaande woningen op grote kavels is een bouwstrookdiepte van twintig meter opgenomen.

Voor de verschillende woningtypen zijn door middel van specifieke bouwaanduidingen passende maxima voor de goot- en bouwhoogte, dakhelling en kapvorm aangegeven.

Heeft een pand de bouwaanduiding 'karakteristiek' dan geldt bij verbouwing bijzondere aandacht voor het behoud van het authentieke uiterlijk. Voor sloop van het pand is een omgevingsvergunning voor het slopen nodig.

Aan het Zuideropgaande is een bestaande recreatiewoning nabij een woonhuis met de functieaanduiding 'recreatiewoning' aangegeven.

Bij een omgevingsvergunning kunnen boerderijen met een vloeroppervlakte van meer dan 180 m² worden gesplitst door middel van het afwijken van de bouwregels. Splitsen is in deze gevallen mogelijk via een omgevingsvergunning. Daarbij dient te worden voldaan aan de bepalingen in de Wet geluidhinder.

De percelen waarop de woningen langs de Carstensdijk en de Barsweg gerealiseerd mogen worden op basis van het project Woningbouw dorpen moeten landschappelijk worden ingepast.

  • Bijgebouwen

Bij de woningen mogen, afhankelijk van de grootte van het perceel, bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 200 m² worden gebouwd, mits het bij het hoofdgebouw aansluitende erf minstens voor de helft vrij van bebouwing blijft. Daarnaast bedraagt de afstand tussen de woning en het bijgebouw maximaal 30 meter. Bestaande bouw die afwijkt van de reguliere regeling mag behouden blijven. Wanneer wordt overgegaan tot sloop is de reguliere regeling van toepassing.

  • Paardenbakken

Paardenbakken zijn onder voorwaarden toegestaan.

  • Nevenfuncties van woningen

In het algemeen mogen woningen en de daarbij behorende bijgebouwen gedeeltelijk worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Dit betekent dat slechts maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen tot niet meer dan 75 m² gebruikt mag worden voor het aan-huis-verbonden beroep of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit. Bij voormalig agrarische bebouwing is het oppervlaktecriterium niet van toepassing voor opslag en stalling.

  • Mantelzorg

Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan mantelzorg worden toegestaan in al dan niet vrijstaand bijgebouw. Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat de vergunning vervalt op het moment dat de mantelzorg wordt beëindigd.

  • Kleinschalige verblijfsrecreatie

Verder kan door middel van een omgevingsvergunning verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter mogelijk gemaakt worden.

  • Wijzigingsbevoegdheden

Voor een groot aantal percelen geldt dat deze in het gebruik waren ten behoeve van voormalige agrarische bedrijven. Veelal is de voormalige agrarische bebouwing nog aanwezig. Om verrommeling te voorkomen zijn een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De bestemming kan worden gewijzigd in bedrijf of maatschappelijk/ recreatie. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de ruimte-voor-ruimte regeling. In de wijzigingsbepalingen is beschreven aan welke voorwaarden moet worden voldaan.

6.3.15 Leiding - Gas (dubbelbestemming)

Hieronder vallen de leidingzones met een hoofdgastransportleiding. Het gaat om drie leidingen waarvan er twee ter hoogte van de Jan Kielswijk liggen en een ter hoogte van de Jan Slotswijk. Een op grond van de basisbestemming toelaatbaar gebouw mag binnen deze zone niet worden gebouwd.

6.3.16 Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden binnen het plangebied. Deze dubbelbestemming is van toepassing op een gedeelte van het perceel Zuideropgaande 73a. Op grond van deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden. Bebouwing is in beperkte mate toegestaan.

6.3.17 Overige regelingen

In dit bestemmingsplan worden de gronden in het plangebied voor verschillende doeleinden bestemd. Daarbij worden regels gegeven voor het gebruik van de gronden en van de gebouwen, voor zover dat in het belang van een goede ruimtelijke ordening nodig is.

Een bestemmingsplan bevat dus niet alle regels die het bouwen op en het gebruik van de grond regelen. Zo zijn er bijvoorbeeld nog andere gemeentelijke verordeningen, de milieuwetten en de waterschapskeur, waarin eisen en beperkingen kunnen voorkomen, waarover het bestemmingsplan zich niet uitspreekt. Bij een procedure waarbij vergunningen (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor het bouwen) worden verleend, kunnen die andere regels beperkingen opleggen op andere gronden dan planologische.

Het betreft een grotendeels flexibel plan, waarbinnen nieuwe ontwikkelingen worden gestimuleerd. Mochten zich gedurende de looptijd van het plan nieuwe wensen openbaren, dan kunnen deze binnen de grenzen die in het plan zijn aangegeven nader gestalte krijgen, omdat bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels of van de specifieke gebruiksregels of via een wijzigingsbevoegdheid.