direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: Buitengebied Zuid herziening 2007, deelplan de Weideruiters 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118000006-VG01

5.4 Natuur en Ecologie

Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

Het bosgebied rondom de manege is aangemerkt als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. De EHS geniet geen wettelijke bescherming, zoals dat het geval is bij Natura 2000-gebieden, maar is beleidsmatig beschermd. Het uitgangspunt is dat de natuurwaarden van de EHS niet door ruimtelijke ontwikkelingen in het geding mogen komen. Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ''nee-tenzij principe'', hetgeen betekent dat ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan de natuurlijke kenmerken van het gebied. Indien vernietiging of verstoring van de EHS plaats vindt, is de mogelijkheid voor natuurcompensatie van groot belang.

De ontwikkeling betreft de bouw van een rijhal op een locatie die in de huidige situatie wordt gebruikt door een manege. Het bouwen van een overdekte rijhal heeft naar verwachting geen blijvende gevolgen voor de natuurwaarden in het bosgebied. In het landschapsinpassingsplan in Bijlage 1van de planregels is een beknopt Natuurwaarde-onderzoek opgenomen waarin de ontwikkeling is getoetst aan de mogelijk aanwezige soorten en de inpassing van de nieuwe rijhal nabij EHS gebieden. De conclusie luidt dat de ontwikkeling goed is in te passen op de locatie en dat het terrein mogelijk aantrekkelijker wordt voor bepaalde soorten, vanwege de aanleg van nieuwe beplanting.

Voor een goede onderbouwing van deze verwachting wordt momenteel een natuurtoets uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden voorafgaand aan de vaststelling van dit bestemmingsplan verwerkt.

Soortenbescherming

Het gehele plangebied is momenteel intensief in gebruik en in beheer. De nieuwe bedrijfsbebouwing wordt op een momenteel verhard terrein gebouwd. Voor de uitbreiding van de camping hoeven geen houtwallen of sloten te wijken.

Het is niet te verwachten dat binnen het plangebied soorten aanwezig zijn, die in het kader van de Flora- en faunawet beschermd zijn. Wel zitten er in de omliggende bospercelen mogelijk enkele beschermde soorten. De ontwikkelingen binnen het plangebied tasten het volledige leefgebied van dergelijke soorten niet aan en brengen de gunstige instandhouding van beschermde soorten dus niet in het geding. Er bestaan vanuit de soortenbescherming dan ook geen belemmeringen. In het kader van de zorgplicht dienen de werkzaamheden buiten het broedseizoen aan te vangen. De genoemde natuurtoets zal ter onderbouwing van deze verwachting dienen.