direct naar inhoud van Artikel 3 Sport - Manege
Plan: Buitengebied Zuid herziening 2007, deelplan de Weideruiters 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118000006-VG01

Artikel 3 Sport - Manege

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. manege;
  • b. gebouwen, zoals een kantine;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. parkeervoorzieningen, overeenkomstig de parkeernorm van CROW-uitgave 182;
  • e. water;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. geluidwerendevoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

een en ander met dien verstande dat gebruik van de gronden ten behoeve van de manege pas is toegestaan als binnen de bestemming 'Manege' beplanting wordt aangelegd en in stand gehouden zodat het behoud en de versterking van de landschapswaarden voldoende wordt gegarandeerd waarbij het beplantingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 Beplantingsplan van de regels als uitgangspunt wordt genomen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 4,50 meter bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt ;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 12,00 meter hoogte bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 3,50 meter bedragen.
  • c. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3,00 meterbedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • het bepaalde in lid 3.2.1 sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de toegestane oppervlakte aan gebouwen en de buiten het bouwvlak op te richten oppervlakte van het gebouw niet meer dan 50 m² bedraagt.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van lichtmasten zodanig dat ze niet zijn voorzien van een afschermende kap, waardoor de omgeving gevrijwaard blijft van lichthinder;
  • c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting;
  • e. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als zelfstandig horecabedrijf.