direct naar inhoud van 5.1 Bedrijven en Milieuzonering
Plan: Industrieterrein de Wieken 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108012001-VG05

5.1 Bedrijven en Milieuzonering

Inleiding
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het garanderen van een goed woon- en leefklimaat enerzijds en een goed ontwikkelingsklimaat voor bedrijvigheid anderzijds. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Deze methode wordt milieuzonering genoemd.

Plangebied De Wieken omvat in hoofdzaak de bestaande bedrijven op het bedrijventerrein De Wieken. Dit bestemmingsplan beoogt een doelmatig bedrijfsgebruik voor de aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein en voorziet in een actuele regeling van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden. Vanwege deze bestaande situatie is het toepassen van milieuzonering niet noodzakelijk, er is immers geen sprake van een nieuwe ontwikkeling. Toch is de methodiek van 'milieuzonering' uitermate geschikt voor het vastleggen van toegestane bedrijfsfuncties en biedt daarmee in het bestemmingsplan veel duidelijkheid voor de toekomst.

In de vigerende plannen voor plangebied De Wieken is de systematiek van milieuzonering niet toegepast, waardoor een eenduidig toetsingskader ontbreekt. In deze actualisatie wordt voor het gehele plangebied beoogd wel een eenduidig toetsingskader te bieden voor de toekomst. Daarom is ervoor gekozen om ook in dit relatief conserverende bestemmingsplan de systematiek van milieuzonering, daar waar mogelijk, toe te passen.

Systematiek
Toetsing van de bedrijven vindt plaats op basis van de VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering 2009'. De VNG.- publicatie is op de volgende wijze opgebouwd.
Ieder bedrijf is door middel van haar bedrijfsactiviteiten door het Centraal Bureau voor de Statistiek ingedeeld in de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Op basis van deze SBI-indeling is vervolgens door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' opgesteld, welke onder andere door veranderingen in wetgeving inmiddels verschillende keren is bijgewerkt.

In de publicatie zijn per bedrijfscategorie richtafstanden opgenomen welke aangehouden kunnen worden ten opzichte van gevoelige functies (zoals woningen) teneinde een goed woon- en leefklimaat te garanderen en milieuhinder te voorkomen. Daarbij wordt voor wat betreft de ligging van de gevoelige functies onderscheidt gemaakt in twee omgevingstypen, namelijk rustig en gemengd gebied. De richtafstand wordt gevormd door een viertal aspecten, te weten geur, stof, geluid en gevaar. Voor ieder van deze aspecten wordt indicatief aangegeven welke afstand tot de dichtstbijzijnde gevoelige functie men kan aanhouden. De grootste van deze vier afstanden bepaald uiteindelijk in welke milieucategorie het bedrijf wordt ingedeeld. In onderstaande tabel (tabel 1) zijn de richtafstanden van de verschillende milieucategorieën weergegeven.

Tabel 1: Effectafstanden milieucategorieën ten opzichte van twee omgevingstypen

Milieucategorie publicatie VNG 2009   Richtafstand (m) t.o.v.
rustig gebied  
Richtafstand (m) t.o.v.
gemengd gebied  
Categorie 1   10   0  
Categorie 2   30   10  
Categorie 3.1   50   30  
Categorie 3.2   100   50  
Categorie 4.1   200   100  
Categorie 4.2   300   200  
Categorie 5.1   500   300  
Categorie 5.2   700   500  
Categorie 5.3   1.000   700  
Categorie 6   1.500   1.000  


Bij toepassing van deze systematiek kan in het bestemmingsplan vastgelegd worden welke milieucategorieën waar zijn toegestaan. Om voldoende duidelijkheid te scheppen, ook voor de toekomst, wordt aanvullend op de regels en de verbeelding een bedrijvenlijst opgesteld waarin alle toegestane bedrijven binnen de betreffende milieucategorieën zijn opgenomen.

In het geval van bedrijventerrein De Wieken geldt dat een groot deel van het bedrijventerrein gezoneerd is in het kader van de Wet geluidhinder. Het geluidsaspect van bedrijven die op het gezoneerde industrieterrein liggen, wordt geregeld in de geluidszone. In geval van een wettelijke geluidzone dient voor het aspect geluid de Wet geluidhinder als toetsingskader en niet de systematiek van milieuzonering. Voor andere aspecten, zoals geur, stof en gevaar kan de systematiek van milieuzonering in beginsel wel als toetsingskader dienen.

Voor veel bedrijfsactiviteiten is het aspect geluid bepalend voor de richtafstand. Als het aspect geluid buiten beschouwing wordt gelaten, wijzigt daardoor in veel gevallen de grootste afstand op basis waarvan de milieucategorie bepaald wordt. Dit is verwerkt in de bedrijvenlijsten behorende bij dit bestemmingsplan.

Noot van aandacht
De indeling in milieucategorie is indicatief, voor een specifiek bedrijf kan de situatie anders zijn. Afdoende milieutechnische maatregelen kunnen een kortere afstand tot gevoelige functies mogelijk maken. De toetsing van bedrijven die zich vestigen op het bedrijventerrein gebeurt in eerste instantie op basis van de indeling in milieucategorie volgens de VNG-publicatie en secundair op basis van de feitelijk verwachte milieuhinder.

Gebiedstypering
Bij de toetsing van de invloed van de bedrijven op de omgeving is het van belang de omgeving juist te typeren. Volgens de VNG-publicatie kan een gebied getypeerd worden als 'rustige woonwijk en rustig buitengebied' of 'gemengd gebied'. Daarbij wordt een rustig gebied hoofdzakelijk gekenmerkt door woningen en komen er vrijwel geen andere functies voor. In een gemengd gebied daarentegen is sprake van functiemenging van wonen en bedrijvigheid, zoals in winkelcentra, bebouwing langs hoofdinfrastructuur en agrarisch buitengebied.

Rustig gebied
De gebieden ten zuiden van de Stephensonstraat zijn typische woongebieden en worden derhalve aangemerkt als 'rustig'. Het betreft de woonwijk Krakeel en de woningen in rustig buitengebied aan de Noord langs het Kanaal.

Gemengd gebied
Gelet op de directe omgeving van het plangebied kan een zeer groot deel van het aangrenzende gebied worden aangemerkt als 'gemengd gebied'. Het betreft het winkelcentrum van Hoogeveen met aangrenzende woongedeelten ten westen van het plangebied. Ook in de betreffende woongedeelten komt nog bedrijvigheid voor, daarnaast zijn de woongedeelten ingeklemd tussen het bedrijventerrein en de bedrijvigheid in het centrum, waardoor sprake is van een gemengd gebied.

In het noordwestelijke deel van het plangebied is sprake van lintbebouwing langs het spoor , welke is ingeklemd tussen bedrijvigheid ten noorden ervan en de bedrijvigheid en het scholencomplex ten zuiden ervan. Gelet op de aanwezige functies in het gebied en zijn directe omgeving, wordt ook dat deel aangemerkt als gemengd gebied. Aan de zuidzijde van het plangebied langs de Vos van Steenwijklaan is sprake van een combinatie van wonen en werken, waarbij bedrijvigheid de boventoon voert. Daardoor is ook dat gedeelte duidelijk aan te merken als gemengd gebied.

Vanaf Noordscheschut richting het noorden en het gehele gebied ten noorden van plangebied De Wieken is sprake van agrarisch buitengebied. In het betreffende gebied zijn verspreid agrarische bedrijven gelegen met bijbehorende woonbebouwing. Incidenteel is sprake van enkel woonbebouwing. Uitgangspunt voor dit gebied is de typering 'gemengd'. Maar gelet op de beperkte bebouwing in dit gebied is dit een wezenlijk ander gebied dan de andere als 'gemengd gebied' getypeerde gebieden. Het aantal objecten is gering ten opzichte van de andere gebieden welke grenzen aan het plangebied. Daarom geldt voor deze zijde van De Wieken dat bestaande bedrijvigheid mogelijk moet blijven en de incidentele bebouwing geen belemmeringen mogen vormen voor de ontwikkeling van De Wieken. In het bestemmingsplan wordt geen bedrijvigheid mogelijk gemaakt met grotere milieubelasting dan nu aanwezig, waardoor geen verslechtering van de bestaande situatie zal optreden.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108012001-VG05_0010.png" Afbeelding 6: Gebiedstypering De Wieken

Bij de toetsing wordt met deze gebiedstypering rekening gehouden.

Inventarisatie bestaande situatie
Binnen het plangebied zijn ruim 600 bedrijven gelegen. In het kader van dit bestemmingplan zijn deze bedrijven geïnventariseerd. Deze inventarisatie had een tweeledig karakter: in het veld is een visuele inventarisatie uitgevoerd en aan de hand van de vergunningdossiers heeft een administratieve inventarisatie plaatsgevonden. De beide inventarisaties zijn aan elkaar gekoppeld en op die wijze is een zo volledig mogelijk beeld verkregen van de aanwezige bedrijvigheid in het plangebied. Iedere bedrijfsactiviteit is conform de VNG-publicatie ingedeeld in de van toepassing zijnde milieucategorie.

Daaruit is naar voren gekomen dat de variatie op het bedrijventerrein groot is, de milieucategorieën variëren van 1 tot en met 5.3. Het gros van de bedrijven (ca. 40 %) valt in milieucategorie 2. De bedrijven in milieucategorie 1 en 3.1 omvatten ieder circa 20% van het bedrijvenbestand. Circa 15% van de bedrijven valt in milieucategorie 3.2 en circa 4 % in milieucategorie 4.1. Deze bedrijven zijn allemaal verspreid over het plangebied gesitueerd. De overige bedrijven (slechts 1%) vallen in categorie 4.2 tot en met 5.1. Deze bedrijven zijn met name gelegen in het deel ten noorden van de Europaweg en in het centrale deel van het plangebied. De luchthaven tenslotte valt onder milieucategorie 5.3.

Vastleggen bestaande situatie
Omdat het een bestaande situatie betreft is de systematiek van milieuzonering conform de VNG-publicatie niet zonder meer toepasbaar. Er zijn situaties aanwezig, zeker langs de randen van het plangebied, die op basis van de richtafstanden niet inpasbaar zijn. Het betreft echter bestaande bedrijven die middels hun milieuvergunning inpasbaar gemaakt zijn op de betreffende locaties. De bestaande bedrijvigheid is gewenst op het bedrijventerrein en daarom wordt in het bestemmingsplan de bestaande situatie op het bedrijventerrein vastgelegd en van een ruimtelijke-juridische regeling, conform huidige wet- en regelgeving, voorzien en daarmee integraal beheersbaar gemaakt.

Dit betekent dat bedrijven en gevoelige functies die vlak bij elkaar liggen in principe zijn bestemd conform deze bestaande situatie, ondanks het feit dat zij op grond van de milieuzoneringssystematiek bij voorkeur verder van elkaar worden gesitueerd. De bestaande situatie op bedrijventerrein De Wieken kan voor wat betreft de milieuzonering niet meer worden vastgelegd conform de gewenste indicatieve richtafstanden op grond van de VNG-publicatie aangezien zij reeds een feit is. Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Er wordt geen bedrijvigheid van een zwaardere categorie toegestaan dan nu aanwezig is. Daarmee verandert de situatie niet ten opzichte van de bestaande situatie.

Onderbouwing milieuzonering bestemmingsplan
In onderstaande afbeelding 7 is opgenomen welke milieucategorieën in welke gebieden van het plangebied zijn toegestaan. De bijbehorende bedrijvenlijsten geven expliciet aan om welke bedrijfsactiviteiten het gaat. Bij de zonering is uitgegaan van de aanwezige bedrijvigheid gecombineerd met de te beschermen gevoelige functies conform de gebiedstypering zoals eerder omschreven. De bedrijven met een lichte bedrijvigheid zijn in het zuidwesten en zuiden gesitueerd. De zwaarste bedrijvigheid komt voor in het noordoostelijk deel van het industrieterrein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108012001-VG05_0011.jpg" Afbeelding 7: Milieuzonering (zie ook Bijlage 14 Milieuzonering)

Het is in beginsel niet de bedoeling bedrijven weg te bestemmen gelet op de functie van het bedrijventerrein. In de regels is derhalve opgenomen dat bestaande (vergunde) bedrijfsactiviteiten toegestaan zijn. In de regels van het bestemmingsplan is tevens in de bepalingen een bevoegdheid opgenomen voor vestiging van nieuwe bedrijven in een zwaardere milieucategorie dan op grond van de bestemming is toegestaan. Er kan uitsluitend medewerking worden verleend wanneer het bedrijf kan aantonen dat het qua milieuomvang gelijk gesteld kan worden aan de milieucategorie die ter plaatse is toegestaan. Derhalve zou het in de toekomst kunnen voorkomen dat een categorie 4.1 bedrijf komt te liggen in een gebied dat als categorie 3.2 bestemd is, zonder dat die situatie in de toekomst tot een milieuknelpunt leidt.

Toch zijn er enkele locaties aan de randen, waar het bestemmingsplan erop gericht is om na beëindigen van de aanwezige bedrijfsactiviteiten, welke conform de milieuzoneringssystematiek niet passend zijn, te voorkomen dat zich nieuwe bedrijfsactiviteiten met een dergelijke milieuzonering zullen gaan vestigen. De gevestigde bedrijven zijn middels vergunningen inpasbaar gemaakt, maar voor de toekomst moet gegarandeerd worden dat de gevoelige functies beschermd worden bij nieuwvestiging van andere bedrijfsactiviteiten. Het betreft locaties grenzend aan gebieden met gevoelige functies, namelijk:

  • De zuidwestelijke punt van het plangebied begrensd door een deel van de Newtonstraat, de Prins Hendrikstraat, het kanaal en de Kanaalweg en de woonbebouwing langs de Vos van Steenwijklaan en de Oranjestraat.
  • Het westelijk gedeelte begrensd door de Voltastraat in het noorden, de Industrieweg in het zuiden, de Franklinstraat in het oosten en een strook bebouwing langs de Voltastraat in het westen.
  • Het gebied ten noorden en zuiden van de Dr. A. Philipsstraat.
  • Het gebied ten zuiden van de Stephensonstraat.

Aangezien het gros van de vigerende bestemmingsplannen een andere systematiek hanteert voor de toegestane bedrijfsactiviteiten is een vergelijking moeilijk te maken. Insteek van dit bestemmingsplan is echter niet om zwaardere bedrijfscategorieën toe te staan dan in het verleden toegestaan waren. De bestaande bedrijvigheid is zoveel als mogelijk conform feitelijk gebruik bestemd en de toegestane milieucategorieën zijn daarbij aangesloten, met in achtneming van de gevoelige functies langs de randen van het plangebied.