direct naar inhoud van 9.3 Nota inzake inspraak en vooroverleg
Plan: Industrieterrein de Wieken 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108012001-VG04

9.3 Nota inzake inspraak en vooroverleg

NOTA INZAKE INSPRAAK EN VOOROVERLEG VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN Industrieterrein De Wieken 2010

Inleiding

Voor het gebied van het industrieterrein De Wieken, dat wordt begrensd door (vanuit noordwesthoek met de klok mee gerekend) Middenveldweg, Edisonstraat, Pesserdijk, percelen aan Smirnofstraat, percelen aan Plesmanstraat, Achteromsedijk, percelen aan Zeppelinstraat, kanaal van Noordscheschut tot en met percelen aan Kanaalweg, Vos van Steenwijklaan, Oranjestraat, Prins Hendrikstraat, Willemskade, Noorderweg omhoog naar Industrieweg, Industrieweg, Voltastraat, westgrens scholenlocatie, grens Stadterij aansluitend op Middenveldweg, is een bestemmingsplan in voorbereiding.

Met de herziening van de huidige bestemmingsplannen wordt beoogd om de veelal oudere plannen aan te passen en ontplooiingsruimte te realiseren voor burgers en bedrijven.

Tot nu toe gevolgde procedure

Inspraak

In de Krant van Hoogeveen van 19 april 2011 heeft de aankondiging van het voorontwerpbestemmingsplan "Industrieterrein De Wieken 2010" gestaan alsmede de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen ten behoeve van de inspraak. Het plan heeft vanaf 20 april 2011 tot en met 31 mei 2010 voor een ieder ter inzage gelegen bij de centrale publieksbalie in het Compagnieshuis van de gemeente Hoogeveen. Het plan kon ook worden geraadpleegd op de site http://ruimtelijkeplannen.nl. Tevens hebben er 27 april 2011 en 10 mei 2011 twee inloopavonden plaatsgevonden. Tijdens deze avonden kon het plan worden ingezien en kon een toelichting op het plan worden gekregen.

Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro)-overleg toegezonden aan een aantal overlegpartners.

Zienswijzen ten behoeve van de inspraak

Tijdens de inzagetermijn zijn er 44 zienswijzen binnengekomen. Hieronder worden kort samengevat de zienswijzen ten behoeve van de inspraak weergegeven en vervolgens van de gemeentelijke reactie (cursief) voorzien.

1. eigenaar/gebruiker perceel/pand Noord 223 te Noordscheschut.


Door bovengenoemde indiener van de zienswijze wordt gevraagd om goedkeuring voor het bouwen van een huis eventueel naast (ten oosten) van de bestaande woning. Dit ter vervanging van de oude woning, die daarna zal worden afgebroken.

Reactie
De huidige woning heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen met bouwvlak. Ons inziens zou het bouwen van een nieuwe woning ten oosten van en in de plaats van de huidige woning op dit perceel een goede ontwikkeling zijn.
Ten behoeve van dit verzoek zullen we de verbeelding in die zin aanpassen dat een ruimer bouwvlak voor één woning wordt opgenomen, waardoor indiener van de zienswijze ten oosten van de huidige woning een nieuwe woning kan bouwen en dan de oude woning dient te verwijderen.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons aanleiding om het plan aan te passen in die zin dat een groter bouwvlak wordt opgenomen op de verbeelding en in de regels een bepaling sba-5 wordt toegevoegd ten behoeve van maximaal 1 woning in betreffend bouwvlak.

2. eigenaren/gebruikers bouwterrein Industrieweg 106 te Hoogeveen.


Door indieners van de zienswijze wordt aangegeven dat zij in juli 2009 een bouwterrein aan de Industrieweg 106 hebben gekocht, met dien verstande dat er twee bedrijfswoningen bij gebouwd mochten worden. Zij geven aan dat dit schriftelijk is bevestigd door de gemeente. Indieners van de zienswijze zijn het er niet mee eens dat hen dat recht ontnomen wordt, tenzij de gemeente hen voor een deel schadeloos stelt.

Reactie
De aanwezige bedrijfswoningen op het geluidgezoneerde industrieterrein worden als bedrijfswoning bestemd. Nieuwe bedrijfswoningen worden niet toegestaan.
Voor bedrijfswoningen op gezoneerde industrieterreinen vindt geen toetsing plaats in het kader van de Wet geluidhinder, omdat op een gezoneerd industrieterrein bedrijven zijn toegestaan met een hoge geluidsbelasting. De bescherming op grond van de Wet milieubeheer is zeer beperkt, aangezien het specifieke vestigingsklimaat voor bedrijven met een grote geluidbelasting niet mag worden ingeperkt.
Vanuit de gedachte dat in woningen personen 24 uur per dag aanwezig (kunnen) zijn en de gemeente wel een zeker beschermingsniveau ten aanzien van geluid in woningen wil bieden, is een dergelijk gezoneerd terrein niet een gebied waar we nog meer, nieuwe, bedrijfswoningen kunnen toestaan.
Daarnaast is het in de huidige tijd (met o.a. huidige technologieën) zelden nog noodzakelijk om voor de bedrijfsvoering bij het bedrijf te wonen. Terwijl aan de andere kant het gevaar van kavelsplitsing blijft bestaan, waardoor aanwezige bedrijven kunnen worden belemmerd.

Om bovenstaande te waarborgen, is, in tegenstelling tot de huidige bestemmingsplannen, de (vrijstellings)mogelijkheid voor nieuwe bedrijfswoningen niet meer opgenomen.

Als indiener van de zienswijze denkt planschade te hebben, dan kan op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade worden ingediend bij de gemeenteraad.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

3. eigenaar/gebruiker Nobelstraat 8 te Hoogeveen.


Als eerste maakt indiener van de zienswijze bezwaar tegen het niet meer toestaan van bedrijfswoningen in het nieuwe bestemmingsplan. Hij is van mening dat wonen en werken samen moet kunnen gaan op een bedrijventerrein en dat blijkt dat veel mensen graag bij hun bedrijf willen wonen om zo flexibel te kunnen werken en wonen. Een voordeel is tevens dat er geen verlaten bedrijventerrein is 's avonds. Met de nieuwe milieuzonering kan werken en wonen in de lichte zones worden gepland.
Ten tweede is indiener van de zienswijze van mening dat het feit dat het bouwvlak van de bestaande woning in het nieuwe plan bestemd wordt tot ruimte waarbinnen bouwen voor bewoning mag plaatsvinden, elke uitbreiding aan de woning in de toekomst uitsluit. Naar zijn mening zijn de bestaande rooilijnen, samen met wet- en regelgeving voldoende om ongewenst bouwen te voorkomen. Dit brengt onnodige beperkingen met zich mee.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Voor wat betreft de uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijfswoningen merken wij het volgende op. Uitgangspunt voor dit gebied is geen nieuwe bedrijfswoningen en geen significante toename aan oppervlakte voor deze functie (zie tevens onze reactie onder nummer 2). Om toch nog enigszins op toekomstige uitbreidingswensen van bestaande bedrijfswoningen in te spelen, is er voor gekozen om voor de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen (waaronder aan- en uitbouwen begrepen) maximaal 60 m² toe te staan binnen het bouwvlak. Dit kan dus buiten het aanduidingsvlak “bw” (bedrijfswoning) en moet binnen het bouwvlak van de bedrijvenbestemming liggen.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

4. eigenaar/gebruiker Industrieweg 38 en 40 te Hoogeveen.


Door indiener van de zienswijze wordt aangegeven het met name niet eens te zijn met de invulling voor het gebied Voltastraat, Industrieweg en Prins Mauritsplein. Hij vindt dat er meer ruimte moet worden gegeven in de bestemming voor de terreinen in de overgangsgebieden.
De bestemming op Industrieweg 38 en 40 is niet samen te vatten in de categorie bedrijventerrein 1. Er ligt op deze percelen al sinds jaar en dag een andere bestemming. Deze bestemming zou moeten worden meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.

Reactie
Ten aanzien van de reactie die handelt over de invulling van genoemd gebied, merken we het volgende op.
In het kader van het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan zijn vele aspecten, functies, invullingen, wettelijke eisen en dergelijke voor de verschillende gebieden bekeken en afgewogen. Voor genoemd gebied zijn we uiteindelijk tot de invulling gekomen zoals verwerkt in onderliggend bestemmingsplan.

De functie die op dit moment op genoemde percelen nr 38 en 40 wordt uitgeoefend is in het verleden inderdaad vergund, maar betreft een functie die op die locatie qua huidige milieueisen (industrielawaai en wegverkeerslawaai) niet gewenst is en niet kan, in die zin dat er niet op de gehele percelen geluidgevoelige ruimten als praktijkruimten aanwezig mogen zijn. Slechts voor een beperkt gedeelte geldt dat er praktijkruimten zijn toegestaan in verband met de Wet geluidhinder.
Ten behoeve van de functie die op dit moment wordt uitgeoefend op beide percelen, zal de aanduiding “gezondheidszorg” alsmede de aanduiding “praktijkruimten uitgesloten” (per perceel) worden opgenomen.
De eerste genoemde aanduiding is bedoeld om de uitgeoefende functie (gezondheidszorg) te regelen. De tweede genoemde aanduiding “praktijkruimten uitgesloten” wordt opgenomen ter plaatse van waar geen praktijkruimten (geluidgevoelige ruimten) zijn toegestaan, om zo aan de huidige milieueisen ten aanzien van industrielawaai te voldoen.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons aanleiding om het plan aan te passen, in die zin dat de aanduidingen ten behoeve van 'gezondheidszorg' en 'praktijkruimten uitgesloten' op de verbeelding worden opgenomen en ten behoeve daarvan de regels worden aangepast.

5. eigenaars/gebruikers verschillende percelen te Hoogeveen te weten: 


1. Edisonstraat 32
2. Pascalstraat 9
3. Nobelstraat 3
4. Stephensonstraat 96
5. Stephensonstraat 94
6. Stephensonstraat 102
7. Pesserdijk 3
8. Stephensonstraat 24
9. Nobelstraat 1
10. Stephensonstraat 100
11. Nobelstraat 6
12. Europaweg 23a (2x)
13. Europaweg 23b
14. Smirnoffstraat 6a
15. Pascalstraat 3A
16. Stephensonstraat 98
17. Stephensonstraat 110
18. Stephensonstraat 88
19. Pesserdijk 9
20. Stephensonstraat 106
21. Dieselstraat 16
22. Stephensonstraat 76
23. Pesserdijk 1B
24. de Lavalstraat 6
25. Morsestraat 1-3
26. Stephensonstraat 2
27. Stephensonstraat 8

Bovengenoemde indieners van de zienswijzen hebben een zelfde zienswijze ten behoeve van de inspraak ingediend. Dit is de reden dat deze zienswijzen samen in één samenvatting staan verwoord en tevens op deze zienswijzen één reactie wordt geformuleerd.

Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat in het voorontwerpbestemmingsplan de bouw van bedrijfswoningen niet meer is toegestaan. Wonen en werken moet volgens indieners van de zienswijzen samen kunnen gaan op een bedrijventerrein. Veel mensen kiezen daarvoor om zo flexibel te kunnen wonen en werken. Tweede voordeel is dat er 's avonds geen verlaten industrieterrein achterblijft met alle gevolgen van dien.
Met de nieuwe milieuzonering kan werken en wonen goed in de lichte zones worden gepland.

Tevens een bezwaar is het feit dat het bouwvlak van de bestaande woningen de ruimte is waarbinnen bouwen voor woningen mag plaatsvinden. Dat sluit nagenoeg elke uitbreiding aan de woning uit. Naar de mening van de indieners van de zienswijzen zijn de bestaande rooilijnen, samen met de huidige wet- en regelgeving voldoende om ongewenst bouwen in de toekomst te voorkomen.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Conclusie
Deze zienswijzen ten behoeve van de inspraak geven ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

6 . eigenaar/gebruiker Stuifzandseweg 51a te Hoogeveen


De zienswijze heeft betrekking op de percelen 51 en 51a.

Uit de verbeelding blijkt dat aan perceel Stuifzandseweg 51 (kadastraalnr. 5998) de bestemming Groen wordt toegekend. Echter op dit perceel wordt het hoveniersbedrijf met bijbehorend bedrijfspand uitgeoefend. Met de bestemming Groen op dit perceel wordt het bedrijf belemmerd in de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten.

In 2009 is op het perceel Stuifzandseweg 51a (kadastraalnr. 6000) ter vervanging van de oude bedrijfsbebouwing een bedrijfswoning gerealiseerd. Dit perceel (kadastraalnr. 6000) is opgesplitst in twee percelen waarop het ene deel de bedrijfswoning staat en het andere deel niet gebruikt wordt in hun bedrijfsactiviteiten.
Door deze nieuwe situatie en het feit, dat de bedrijfswoning en het bedrijfspand worden gescheiden door het voormalig stamspoor, die volgens indiener van de zienswijze een recreatieve functie krijgt, wordt er voor gepleit om de functie van het perceel met kadastraalnummer 6000 een nieuwe bestemming te geven die meer aansluit op de woonomgeving van de Stuifzandseweg. De hovenierswerkzaamheden kunnen ze dan blijven uitoefenen op het perceel Stuifzandseweg 51.

Reactie
Gezien de huidige situatie, zoals ook indiener van de zienswijze aangeeft, dat de bedrijfswoning niet meer noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het hoveniersbedrijf en het feit dat de woning is gelegen aansluitend op een bestaand woonlint aan de Stuifzandseweg, hebben we de afweging gemaakt om ten behoeve van de woning er de woonbestemming op te leggen. Dit brengt wel met zich mee dat het perceel zal worden meegenomen in het bestemmingsplan waarin de rest van het woonlint aan de Stuifzandseweg ook is gelegen, namelijk het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Stationsgebied.

Per abuis is in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming “Groen” op het perceel ten oosten van het stamspoor gelegd. Dit zal in het ontwerpbestemmingsplan worden aangepast in die zin dat het de bestemming”Bedrijf-Hovenier” zal krijgen. Deze bestemming sluit aan op de huidige bestemming en bedrijfsactiviteiten.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak leidt tot 2 aanpassingen op de verbeelding, in die zin dat op het perceel ten oosten van het oude stamspoor de bestemming “Groen” wordt gewijzigd naar “Bedrijf-Hovenier”. Ook de regels zullen met deze nieuwe bestemming worden aangevuld.
Daarnaast zal de plangrens in die zin worden aangepast, dat de woning met bijbehorende woonbestemming zal worden opgenomen in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Stationsgebied.

7 . eigenaar/gebruiker Siemenstraat 7 te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze geeft aan dat wonen en werken prima samen gaan en dat gezien de vele nieuwe bedrijfswoningen op Buitenvaart, er veel vraag naar blijkt te zijn binnen de gemeente Hoogeveen.
Verder wordt de veiligheid er mee gediend en worden verdachte auto's en personen 's avonds en 's nachts in de gaten gehouden.
Daarnaast heeft indiener van de zienswijze geconstateerd dat de gemeente t.a.v. de nieuwe milieuzonering geen enkele rekening houdt met de reeds bestaande bedrijfswoningen. Zo komt de bedrijfswoning van indiener van de zienswijze in een zware zonering te staan, met alle gevolgen van dien. Hierdoor worden ze min of meer vogelvrij verklaard.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Ten aanzien van de opmerking dat de bestaande bedrijfswoning van indiener van de zienswijze in een zware zonering komt te liggen met alle gevolgen van dien, kan het volgende worden opgemerkt.
Op basis van het huidige/oude bestemmingsplan werd geen onderscheid gemaakt in categorieën en konden, indien voldaan werd aan overige eisen, in het hele bedrijventerreingebied zware categorieën bedrijven worden gevestigd. Met het nieuwe plan wordt daar een nuancering in aangebracht. Ten opzichte van de huidige situatie verslechtert de situatie van indiener van de zienswijze niet met de categorie- indeling zoals die in het nieuwe plan wordt opgenomen.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

8. eigenaar/gebruiker Stephensonstraat 96A te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze kan nu niet overzien welke gevolgen dit plan voor nu en de toekomst heeft. Planschade zal echter wel op de gemeente Hoogeveen verhaald worden.

Het niet meer toestaan van bedrijfswoningen vindt indiener van de zienswijze een gebrek aan visie. De maatschappij richt zich meer en meer op alternatieve vormen van arbeid en velen zouden hier voor kiezen als dit binnen hun mogelijkheden lag.

Indiener van de zienswijze heeft meegedacht in de Klankbordgroep namens de “kleine ondernemers”. Dat deze hele groep geen stemrecht had verbaasde hem.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Onze reactie op de opmerking over de Klankbordgroep en de groep “kleine ondernemers" is de volgende.
Wat betreft de tot standkoming van het bestemmingsplan wordt opgemerkt dat het voorontwerpbestemmingsplan voor advies is voorgelegd aan de Klankbordgroep ondernemers. De Klankbordgroep heeft op 23 mei 2011 advies uitgebracht in de vorm van een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn meegenomen in de afweging om tot onderliggend ontwerpplan te komen. Ons inziens is op goede wijze samengewerkt met de Klankbordgroep bij de tot standkoming van het onderliggende ontwerpbestemmingsplan.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

9. eigenaar/gebruiker Nobelstraat 9 te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze geeft aan dat de bepalingen in artikel 6.2.3 Bedrijfswoningen een beperking zijn op zijn huidige rechten en mogelijkheden van zijn bestaande bedrijfswoning. Met name het onder sub a. van artikel 6.2.3 (betrekking op maximaal toegestane oppervlakte) perkt zijn huidige rechten in.
In de toelichting hierop geeft indiener van de zienswijze aan dat hij voor het gedeelte van het perceel ten behoeve van de bedrijfswoning een ander prijs/m² heeft betaald dan voor het gedeelte ten behoeve van de bedrijfsruimte. Tevens heeft hij op dit moment slechts een klein gedeelte van de oppervlakte die hij gekocht heeft ten behoeve van een bedrijfswoning in gebruik. Het overgebleven deel zou hij op dit moment nog kunnen gebruiken voor een uitbreiding. Door de bepalingen in artikel 6.2.3 sub a wordt hij beperkt in zijn rechten.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Als indiener van de zienswijze denkt planschade te hebben, dan kan op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade worden ingediend bij de gemeenteraad.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

1 0. eigenaar/gebruiker Nobelstraat 11 te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze geeft aan dat de bepalingen in artikel 6.2.3 Bedrijfswoningen een beperking zijn op zijn huidige rechten en mogelijkheden van zijn bestaande bedrijfswoning. Met name het onder sub a. van artikel 6.2.3 (betrekking op maximaal toegestane oppervlakte) perkt zijn huidige rechten in.
In de toelichting hierop geeft indiener van de zienswijze aan dat hij voor het gedeelte van het perceel ten behoeve van de bedrijfswoning een ander prijs/m² heeft betaald dan voor het gedeelte ten behoeve van de bedrijfsruimte. Tevens heeft hij op dit moment slechts een klein gedeelte van de oppervlakte die hij gekocht heeft ten behoeve van een bedrijfswoning in gebruik. Het overgebleven deel zou hij op dit moment nog kunnen gebruiken voor een uitbreiding. Door de bepalingen in artikel 6.2.3 sub a wordt hij beperkt in zijn rechten.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Als indiener van de zienswijze denkt planschade te hebben, dan kan op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade worden ingediend bij de gemeenteraad.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

11. eigenaar/gebruiker Pascalstraat 11A en 11B


Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat in het voorontwerpbestemmingsplan de bouw van bedrijfswoningen niet meer is toegestaan. Wonen en werken moet volgens indiener van de zienswijzen samen kunnen gaan op een bedrijventerrein. Veel mensen kiezen daarvoor om zo flexibel te kunnen wonen en werken. Tweede voordeel is dat er 's avonds geen verlaten industrieterrein achterblijft met alle gevolgen van dien.
Met de nieuwe milieuzonering kan werken en wonen goed in de lichte zones worden gepland.

Tevens een bezwaar is het feit dat het bouwvlak van de bestaande woningen de ruimte is waarbinnen bouwen voor woningen mag plaatsvinden. Dat sluit nagenoeg elke uitbreiding aan de woning uit. Naar de mening van de indiener van de zienswijzen zijn de bestaande rooilijnen, samen met de huidige wet- en regelgeving voldoende om ongewenst bouwen in de toekomst te voorkomen.

Daarnaast geeft indiener van de zienswijze aan dat ze graag in de toekomst nog een woning zouden zetten aan de Pascalstraat (op dit moment privé-adres elders).

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

12. eigenaar/gebruiker Stephensonstraat 43 te Hoogeveen


Als eerste wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat in het nieuwe bestemmingsplan de bouw van nieuwe bedrijfswoningen en uitbreiding van bestaande bedrijfswoningen niet meer is toegestaan. Indiener van de zienswijze is van mening dat wonen en werken samen moet kunnen gaan op een bedrijventerrein.
In de praktijk blijkt dat er veel ondernemers zijn die er voor kiezen om bij hun bedrijf te kunnen wonen en werken. Een tweede voordeel is dat er 's avonds geen verlaten bedrijventerrein achterblijft met alle gevolgen van dien (dit is wat de gemeente middels het op te richten parkmanagement zelf prefereerde door het aanstellen van een beveiligingsbedrijf).
Daarnaast wordt door het aanleggen van de nieuwe 'vliegveldweg' een ontlasting ofwel verkeerafname van de Stephensonstraat beoogd. Dit schept naar idee van de indiener van de zienswijze juist meer mogelijkheden voor woon- en werkcombinaties.
Met de nieuwe milieuzonering kan werken en wonen goed in de lichte zones worden gepland.
Het bouwvlak van de bestaande bedrijfswoningen wordt de ruimte waarbinnen bouwen voor woningen mag plaatsvinden. Dat sluit nagenoeg elke uitbreiding van de woning uit. Naar de mening van de indiener van zienswijze zijn de bestaande rooilijnen, samen met de huidige wet- en regelgeving voldoende om ongewenst bouwen in de toekomst te voorkomen.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

13. eigenaar/gebruiker Pesserdijk 4a te Hoogeveen


Als eerste merkt indiener van de zienswijze op dat uitbreiding van de bestaande bedrijfswoning straks niet meer mogelijk is. Alleen eventueel nog de hoogte in, maar geen groter oppervlak meer, zoals bijvoorbeeld een uitbouw als een bijkeuken of een grotere woonkamer.
Als tweede wordt opgemerkt dat zodoende het wooncomfort afneemt en er geen nieuwe woningen meer bijkomen, er per saldo mensen zullen vertrekken. Terwijl de sociale controle de beste remedie is tegen inbrekers en vandalisme.

Als derde wordt opgemerkt dat de eerste twee punten financiële gevolgen hebben voor de huidige ondernemers/bewoners. Direct in de zin dat er waardevermindering optreedt doordat de bedrijfswoningen nu nog meer beperkingen krijgen opgelegd en indirect omdat het bedrijventerrein minder aantrekkelijk wordt gemaakt voor eventuele nieuwe ondernemers, doordat er geen bedrijfswoningen gebouwd mogen worden en de veiligheid afneemt.
De verkoopbaarheid van zijn bedrijfspanden en woning worden daardoor minder, waardoor de waarde ervan fors zal dalen.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen en mogelijke waardevermindering verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Als reactie op het onderdeel van de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijfswoningen verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 3.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

14. eigenaar/gebruiker Voltastraat 4 te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze heeft de indruk dat het voorontwerpbestemmingsplan consequenties heeft voor zowel hun nieuwbouwplannen als voor het bestaande bouwwerk aan de Voltastraat 4.
Indiener van de zienswijze krijgt de indruk dat de nieuwbouwlocatie binnen zowel de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone (47 Bkl)' als binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone-Industrie 50 dB(A) ligt. Ze gaan er vanuit dat het door hen op te richten gebouw, gelet op het bepaalde in artikel 1.44 van de regels, een geluidgevoelig gebouw is, dat niet in deze zone gebouwd mag worden.
De formulering van artikel 23 lid 23.2 maakt onvoldoende duidelijk of de nieuwbouwplannen wel gerealiseerd kunnen worden.
Met betrekking tot artikel 23.6 is voor indiener van de zienswijze niet duidelijk of de regels onder 23.6.2 cumulatief zijn.
Ook wordt afgevraagd of de hogere geluidwaardeprocedure niet samen met de bestemmingsplanprocedure op zou moeten lopen.

Voor de bestaande bouw aan de Voltastraat 4 wordt afgevraagd of dit gebouw op grond van het bepaalde in artikel 23.6 onder het overgangsrecht wordt gebracht.

Ten aanzien van de bestemmingsomschrijvingen 'Gemengd' en 'Wooncentrum' wordt afgevraagd of hetgeen ze aan activiteiten willen, er ook mogelijk is, zoals (al dan niet ambulante) orthopedagogische behandelingen. De omschrijvingen zouden volgens indiener van de zienswijze uitgebreid moeten worden met 'behandeling'.

Reactie
Op 21 december 2011 heeft de provincie een nieuw Luchthavenbesluit Luchtsportcentrum Hoogeveen vastgesteld, waarin nieuwe zones (de 48 Lden en het Aanvullend beperkingengebied) zijn aangegeven, waarbinnen beperkingen gelden ten aanzien van geluidsgevoelige objecten in relatie tot het luchtvaartgeluid. De locatie Voltastraat ligt niet binnen het Aanvullend beperkingen gebied van het luchtvaartterrein. Ten aanzien van het luchtvaartgeluid gelden er dan dus geen beperkingen voor deze locatie.
Binnen de gebiedsaanduiding “Geluidszone-industrie 50 dB(A)” zijn geen nieuwe geluidgevoelige objecten toegestaan, die vanwege de geluidsbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden.
Bij een omgevingsvergunning kunnen B&W daarvan afwijken indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van het gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde (zie volledige bepaling in artikel 24.2 van de bestemmingsplanregels).

Ten aanzien van een procedure hogere geluidwaarde, merken wij het volgende op. Een procedure ten behoeve van eventueel benodigde hogere geluidswaarden loopt gelijktijdige met de procedure van het ontwerpbestemmingsplan.

Ten aanzien van de vraag of de activiteiten die indiener van de zienswijze daar wenst ook mogelijk zijn, merken we het volgende op.
Uit de begripsbepaling van “wooncentrum” blijkt wat we onder die functie verstaan en wat we daar als gemeente al dan niet toestaan. Dat in de begripsbepaling staat dat het handelt om een centrum ten behoeve van begeleid wonen, in de zin van 24 uurs zorg, impliceert dat daar behandeling in de zin van genoemde zorg ten behoeve van het begeleid wonen kan plaatsvinden. Echter om dit nog meer te verduidelijken zullen we in de begripsbepaling het woord “behandeling” opnemen.
Dat de behandelingen die binnen deze functie zijn toegestaan, behandelingen zijn voor degenen die daar begeleid wonen, zoals bedoeld in de begripsbepaling, en niet voor anderen, moge duidelijk zijn.

Conclusie
Deze zienswijze geeft ons aanleiding om de regels aan te passen, in die zin dat in de begripsbepaling van “wooncentrum” het woord “behandeling” wordt opgenomen.

15. eigenaar/gebruiker Morsestraat 2, 2a en 2b te Hoogeveen


Bovengenoemde indiener van de zienswijze heeft in mei 2009 het bedrijfsgebouw met erf verworven. De koopprijs is in hoge mate beïnvloed door het feit dat er volgens het bestaande bestemmingsplan twee bedrijfswoningen op het betreffende terrein zouden kunnen worden gesticht.
Door het voorontwerpbestemmingsplan wordt eigenaar van genoemd perceel de mogelijkheid ontnomen om bedrijfswoningen te gaan bouwen. Dit bestemmingsplan frustreert de plannen van cliënt, die hem ook financieel gezien onaangenaam zal treffen.

Reactie
Als reactie op het onderdeel van het niet toestaan van nieuwe bedrijfswoningen en mogelijke waardevermindering verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie op de zienswijze zoals verwoord onder nummer 2.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

16. eigenaren/gebruikers Industrieweg 94a en 96 te Hoogeveen


Opgemerkt wordt dat particuliere verkoop op divers gebied op het gehele terrein reeds wordt toegestaan. Tevens treffen ze accountancy, leisure, snackbars e.d. aan op willekeurige locaties.
Indieners van de zienswijze voorzien door het dicht schrijven van het bestemmingsplan zware beperkingen in de uitvoering van huidige bedrijven, alsmede toekomstige mogelijkheden bij bijvoorbeeld verhuur of verkoop van de panden. Tevens voorzien ze veel leegstand en daarmee rotzooi door beperkingen en waardevermindering van de bestaande panden.
Indieners van de zienswijze geven aan dat Industrieweg 96 reeds een kantoorpand is en Industrieweg 94a een kantoorpand met een loods. Ze willen op beide percelen een kantoorfunctie behouden, aangezien ze reeds meer dan 20 jaar in gebruik zijn als kantoor.

Reactie
Perifere detailhandel(PDV) in een aantal branches wordt in het nieuwe bestemmingsplan in de meeste gebieden bij recht geregeld. Daarnaast worden de aanwezige kartbaan en 2 snackbars bij recht geregeld.
Bij de keuze van de branches van detailhandel die bij recht worden toegestaan is de detailhandelsstructuurvisie als uitgangspunt gehanteerd. Daarin wordt buiten de winkelgebieden alleen detailhandel toegestaan in een aantal uitzonderingscategorieën, namelijk auto's, boten, caravans, bouwmarkten, tuincentra, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen.
Dit betekent dat er geen detailhandel op bedrijventerrein De Wieken thuishoort dat in het Stadscentrum en op de PDV locatie Griendtsveenweg, dit laatste voor wat betreft woninginrichting, thuishoort.
Op De Wieken wordt daarmee ruimte geboden aan specifieke vormen van PDV, zoals: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, sanitair en (grove)bouwmaterialen. Deze zijn bij recht toegestaan op De Wieken, met uitzondering van het gebied met de bestemming Bedrijventerrein – 6 (BT-6), het gebied met de bestemming maatschappelijk (M), gemengd (GD) en wooncentrum (WC).

Daarnaast worden de kartbaan en de 2 snackbars inderdaad bij recht geregeld.
Het feit dat we de overige gebieden van De Wieken uitsluiten voor leisure heeft er mee te maken, dat het gemeentelijke beleid er op gericht is, dat het gebied Bentinckspark daar voor is aangewezen.
Daarnaast zijn de twee huidige locaties op De Wieken voor een dergelijke vorm van horeca als een snackbar ons inziens voldoende en willen we wildgroei voorkomen.

Met onderliggende wijze van bestemmen en de daarbij opgenomen Staten van bedrijfsactiviteiten worden er binnen de grenzen van de milieuwetgeving en het gemeentelijk beleid vele mogelijkheden van bedrijfsactiviteiten alsmede verschillende vormen van detailhandel toegestaan in het nieuwe bestemmingsplan.

Als indieners van de zienswijze denken planschade te hebben, dan kan op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade worden ingediend bij de gemeenteraad.

Op basis van het voorontwerpbestemmingsplan zijn hier activiteiten toegestaan die onder andere staan opgenomen in bijbehorende Staat van Bedrijfsactiviteiten . Eén van de categorieën van bedrijvigheid die daarin is opgenomen, betreft “Uitgeverijen, drukkerijen, en reproduktie van opgenomen media”. Binnen deze categorie is een aantal expliciete bedrijfsactiviteiten benoemd die zijn toegestaan, zoals kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen alsmede overige grafische activiteiten. De in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde vormen van drukkerijen en grafische activiteiten zijn dus op grond van het voorontwerpbestemmingsplan reeds toegestaan.

Een kantoor behorende bij een volgens het bestemmingsplan toegestaan bedrijf is reeds toegestaan.
Tevens willen wij er nog op wijzen dat in het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid is opgenomen voor zelfstandige kantoren tot een maximale oppervlakte van 1500 m2.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

17. eigenaren/gebruikers Edisonstraat 4, 2 en 20-22 te Hoogeveen


Opgemerkt wordt dat particuliere verkoop op divers gebied op het gehele terrein reeds wordt toegestaan. Tevens treffen ze accountancy, leisure, snackbars e.d aan op willekeurige locaties.
Parkeervoorzieningen bij huidige bedrijven is niet toereikend (zelfs in de Stadterij).
Indieners van de zienswijze voorzien door het dicht schrijven van het bestemmingsplan zware beperkingen in de uitvoering van huidige bedrijven, alsmede toekomstige mogelijkheden bij bijvoorbeeld verhuur of verkoop van de panden. Tevens voorzien ze veel leegstand en daarmee rotzooi door beperkingen en waardevermindering van de bestaande panden.

Kantoorpand op Edisonstraat 4 moest destijds van de gemeente in 2 lagen in verband met aanzien van de rondweg. Nu wordt doorgaande weg omgeleid, waardoor waardevermindering van het pand. Extreem hoog aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein. Huidige functie is kantoren met instructieruimte t.b.v. agentschap in keukens.

Showroom op Edisonstraat 2 moest destijds van de gemeente in 2 lagen in verband met aanzien van de rondweg. Nu wordt doorgaande weg omgeleid, waardoor waardevermindering van het pand. Extreem hoog aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein. Huidige functie is showroom met instructieruimte t.b.v. (bij)keukens, (bad)meubelen, kasten, verlichting en spiegels en tuinmeubelen, b.b.q's e.d..

Distributiecentrum Edisonstraat 20-22 heeft ook een extreem hoog aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein. Door het toekomstig verleggen van de Edisonstraat is de bereikbaarheid sterk beperkt en de visie van de indieners van de zienswijze teniet gedaan, gebaseerd op de toenmalige bestemming. Over de omlegging zijn ze niet geïnformeerd en ze verwachten er veel overlast van. Hierover is gesproken met de gemeente en ze verwachten nog een terugkoppeling.
Samenvattend geven indieners van de zienswijze aan dat ze extra getroffen worden door de revitalisering, lees bereikbaarheid en zichtlocatie. Gedwongen hoge stichtingskosten, extreem grondgebruik, extreme bouwopleggingen en groenaanleg en onderhoud om de 'sloopbuur' te verbergen.
De huidige bestemmingen van de panden is niet correct weergegeven in het nieuwe bestemmingsplan en tevens wordt een verruiming van de bestemmingen verzocht.

Reactie
Voor een reactie op het eerste deel van de zienswijze, ten aanzien van functies als leisure, snackbars e.d., verwijzen wij kortheidshalve naar onze reactie zoals verwoord onder 16.

Ten aanzien van de genoemde parkeervoorzieningen kan worden opgemerkt dat uitgangspunt was en is dat geparkeerd dient te worden op eigen terrein. Bij realiseren van bedrijven worden inderdaad normen gesteld aan benodigde parkeergelegenheid, zodat parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd.

Ten aanzien van het kantoorpand op Edisonstraat4 / de showroom op Edisonstraat 2 en de opmerking over de rondweg en aanwezige functies, merken wij het volgende op.
De doorgaande weg ter hoogte van Edisonstraat 2 en 4 wordt niet omgeleid. De situatie van de weg blijft daar ongewijzigd.

In het nieuwe bestemmingsplan wordt voor dat gebied onder andere de mogelijkheid opgenomen voor detailhandel in keukens en sanitair.
Daarnaast is in het voorontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid van zelfstandige kantoren niet opgenomen. Door voortschrijdend inzicht zal deze mogelijk voor een groot deel van het gebied van De Wieken wel in het ontwerpbestemmingsplan worden opgenomen.

Ten aanzien van Edisonstraat 20-22 en het toekomstige verleggen van de Edisonstraat en de bereikbaarheid, merken we het volgende op.
Voor het bestemmingsplan voor de Weg langs het vliegveld en aansluitende infrastructuur, waar indiener van de zienswijze op doelt, is reeds een bestemmingsplanprocedure doorlopen. Verschillende malen heeft daar een aankondiging van in de krant gestaan en is er in de nieuwsbrief van De Wieken over geïnformeerd. Lopende dat proces waren er verschillende momenten waarop door een ieder gereageerd kon worden op het plan. Indiener van de zienswijze heeft daar op dat moment geen gebruik van gemaakt. Na het onherroepelijk worden van dat plan is een start gemaakt met de uitvoering daarvan en is dat bestemmingsplan verwerkt in onderliggend plangebied van het gehele terrein van De Wieken
De genoemde terugkoppeling is reeds geweest.

Ten aanzien van de opmerking over het verruimen van de bestemmingen, merken wij het volgende op.
Met onderliggende wijze van bestemmen en de daarbij opgenomen Staten van bedrijfsactiviteiten worden er binnen de grenzen van de milieuwetgeving en het gemeentelijk beleid vele mogelijkheden van bedrijfsactiviteiten alsmede verschillende vormen van detailhandel toegestaan in het nieuwe bestemmingsplan.

Als indieners van de zienswijze denken planschade te hebben, dan kan op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade worden ingediend bij de gemeenteraad.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

18. eigenaar/gebruiker Voltastraat 25 te Hoogeveen


Indiener van de zienswijze vraagt aandacht voor die onderdelen in het voorontwerpbestemmingsplan die betrekking hebben op de gebiedsaanduiding “Luchtvaartverkeerzone (47 Bkl) en de gebiedsaanduiding “Geluidzone-Industrie 50 dB(A).
In artikel 23, lid 23.2 en lid 23.6 staat dat ter plaatse van die gebiedsaanduidingen geen geluidgevoelige objecten aanwezig mogen zijn cq zijn toegestaan. Bouwwerken voor onderwijsdoeleinden vallen hier onder bedoelde categorie van geluidgevoelige objecten. De positief bestemde bebouwing voor onderwijs strookt niet met de over het gebied liggende geluidcontouren.
Indiener van de zienswijze wijst daarbij nog wel op de bepalingen in de leden 23.2.1 en 23.6.1, waarbij wel wordt afgevraagd of de procedure voor een hogere geluidwaarde niet samen op zou moeten lopen met onderhavige bestemmingsplanprocedure.
Ook wordt verzocht om de in artikel 12.2.2 toegestane bouwhoogte van 10 meter (sba-1) te verhogen naar 15 meter (sba-2) zoals ook op het naastgelegen perceel. Dit geeft namelijk meer mogelijkheden om tot een goede uitvoering van hun ruimtelijk functioneel programma te komen.

Reactie.
Op 21 december 2011 heeft de provincie een nieuw Luchthavenbesluit Luchtsportcentrum Hoogeveen vastgesteld, waarin nieuwe zones (de 48 Lden en het Aanvullend beperkingengebied) zijn aangegeven, waarbinnen beperkingen gelden ten aanzien van geluidsgevoelige objecten in relatie tot het luchtvaartgeluid. De locatie Voltastraat ligt niet binnen het Aanvullend beperkingen gebied van het luchtvaartterrein. Ten aanzien van het luchtvaartgeluid gelden er dan dus geen beperkingen voor deze locatie.
Ten aanzien van artikel 23 lid 23.2 merken wij het volgende op.
Artikel 23 lid 23.2 handelt over nieuwe geluidgevoelige objecten. Aangegeven is dat ter plaatste van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone-Industrie 50 dB(A)'geen nieuwe geluidgevoelige objecten, die vanwege de geluidsbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden, zijn toegestaan. Bij een omgevingsvergunning kunnen B&W daarvan afwijken indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van het gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde (zie volledige bepaling in artikel 24 lid 24.2 (voorontwerpbestemmingsplan was dat 23.2) van de bestemmingsplanregels) .

Ten aanzien van een procedure hogere geluidwaarde, merken wij het volgende op. Een procedure ten behoeve van eventueel benodigde hogere geluidswaarden loopt gelijktijdig met de procedure van het ontwerpbestemmingsplan.

Met betrekking tot het verzoek om de bouwhoogte binnen sba-1 te verhogen van 10 meter naar 15 meter, kan het volgende worden opgemerkt.
De opbouw voor wat betreft toegestane bouwhoogtes in het gebied is gebaseerd op de huidige mogelijkheden alsmede beredeneerd vanuit de opbouw ten opzichte van de omliggende percelen cq gebieden. Grenzend aan het gebied waar maximaal 10 meter bouwhoogte is toegestaan, zijn namelijk de woonbebouwing aan de Stuifzandseweg en het gebied met de bestemming 'Gemengd' gesitueerd.
De aangrenzende woonbebouwing, de gemengde bebouwing gelegen ten westen van de scholenlocatie (waar een maximale bouwhoogte van 9 meter is toegestaan) alsmede de huidige planologische mogelijkheden (maximaal 10 meter), brengen met zich mee dat we voor bedoeld gebied 10 meter aan maximaal toegestane bouwhoogte, de juiste stedenbouwkundige invulling vinden.

Conclusie
Deze zienswijze ten behoeve van de inspraak geeft ons geen aanleiding om het plan aan te passen.

volgnummer   Instanties   hoofdpunten overlegreacties  
1   TENNET   Tennet verzoekt om de belemmerende strook van 25 meter ter weerszijden van de hartlijn van de aanwezige hoogspanningsverbinding (totaal 50 meter) op de verbeelding op te nemen.
Tevens verzoekt Tennet om een aanvullend artikel op te nemen met een aanlegvergunningstelsel (zie voor de volledige tekst de reactiebrief van TENNET).  
2   Waterschap Reest en Wieden   Het waterschap geeft aan dat in hoofdstuk 5.9 het thema water voldoende is uitgewerkt. De procedure in het kader van de watertoets is goed doorlopen conform de handreiking watertoets III. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies.  
3   Gasunie   De Gasunie geeft aan dat het plan door hen getoetst is aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M voor hun aardgastransportleidingen, zoals bepaald in het per 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen.
De Gasunie komt tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitsgrens van de dichtst bij gelegen leiding valt. Deze leiding heeft dus geen invloed op de verdere planontwikkeling.  
4   Inspectie VROM   Het bestemmingsplan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB (Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijke Beleid).  
5   Provincie   Op basis van de Omgevingsvisie Drenthe zijn in onderhavig bestemmingsplan de volgende aspecten van provinciaal belang:
-mobiliteit en bereikbaarheid
dit belang is voldoende in het plan meegewogen;
-zorgvuldig ruimtegebruik
dit belang is voldoende in het plan meegewogen;
-economische ontwikkeling en werkgelegenheid
het plan past goed binnen de uitgangspunten van de Omgevingsvisie Drenthe en de Visie op de Drentse Zuidas.
Wel wordt in overweging gegeven om in de regels over kantoorhoudende bedrijvigheid onderscheid te maken tussen bestaande situaties en nieuwvestiging. In overweging wordt meegegeven om de gebruikelijke 30%-grens van het bedrijfsoppervlak dat mag worden gebruikt voor kantoorhoudende activiteiten, aan te houden;
-milieu- en leefomgevingskwaliteit
er wordt op geattendeerd dat de boringsvrije zone behorend bij de nabij gelegen waterwinning, het plangebied doorkruist. Deze verbodszone kan consequenties hebben voor bijvoorbeeld toepassing van WKO. Geadviseerd wordt om de bedoelde zone op de verbeelding op te nemen;
-Stadsrandzone
In de Omgevingsvisie is aangegeven dat veel waarde wordt gehecht aan de kwaliteit van de overgang van stad naar land, de zogenaamde 'stadsrandzones'. In het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan komt deze overgang niet nadrukkelijk aan de orde. Omdat dit onderwerp meer op zijn plaats is in een structuurvisie, wordt voorgesteld om in de door de gemeente nog op te stellen Structuurvisie aandacht te besteden aan de kwaliteit van de stadsrandzone rondom De Wieken.

Geadviseerd wordt het voorontwerpbestemmingsplan aan te passen alvorens verder in procedure te brengen.  

Commentaar/reactie op de reacties uit het vooroverleg

Op de bovenstaande ingediende reacties in het kader van het vooroverleg wordt hierna puntsgewijs ingegaan.

ad.1. TENNET

Ten aanzien van de opmerking over de belemmerende strook van 50 naar 25 meter, merken wij het volgende op.
Wij gaan bij planvorming niet uit van de zakelijk rechtstrook, maar van de indicatieve zone die bepalend is voor de magneetvelden. Op basis van de netkaart van het RIVM blijkt de 110 kV hoogspanningslijn een indicatieve zone te hebben van 2 x 50 meter. De verbeelding (voorheen plankaart) zal dan ook niet aangepast worden op dit punt.

Ten aanzien van de opmerking over een op te nemen aanlegvergunningstelsel, merken wij het volgende op.

In de praktijk gaan wij uit van een aanlegvergunningstelsel voor gronden als niet duidelijk is of er iets geprojecteerd zal worden of niet.
Het betreft hier een bovengrondse hoogspanningslijn. Het artikel zoals door u is aangegeven, is dan ook niet relevant. Het betreft immers geen ondergrondse leiding. In het voorontwerpbestemmingsplan hebben wij een dubbelbestemming opgenomen voor gronden onder de hoogspanningslijn (artikel 21). Hierin is opgenomen dat op deze gronden geen bouwwerken mogen worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze aanvullende bestemming. Verder is opgenomen dat hiervan kan worden afgeweken indien er vooraf advies is ingewonnen bij de betreffende hoogspanningsleidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding. Op grond hiervan zijn wij van mening dat het opnemen van een aanlegvergunningenstelsel niet noodzakelijk is en het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding voldoende wordt gewaarborgd.
 

Conclusie
Bovenstaande reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.

ad.2. Waterschap Reest en Wieden

Aangezien het Waterschap aangeeft een positief wateradvies af te geven, behoeft het plan naar aanleiding van deze reactie niet te worden aangepast.

Conclusie

Bovenstaande reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.


ad. 3 Gasunie
Aangezien de Gasunie tot de conclusie komt dat de genoemde leiding geen invloed heeft op verdere planontwikkeling, behoeft het plan naar aanleiding van deze reactie niet te worden aangepast.

Conclusie

Bovenstaande reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.

ad.4. Inspectie –VROM, regio noord

Aangezien het plan de rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, behoeft het plan naar aanleiding van deze reactie niet te worden aangepast.

Conclusie

Bovenstaande leidt niet tot aanpassing van het plan.

ad. 5. Provincie Drenthe

  • Mobiliteit en bereikbaarheid
    Dit provinciaal belang is voldoende in het bestemmingsplan meegewogen en leidt daarmee niet tot aanpassing van het plan.
  • Zorgvuldig ruimtegebruik
    Dit provinciaal belang is voldoende in het bestemmingsplan meegewogen en leidt daarmee niet tot aanpassing van het plan.
  • Economische ontwikkeling en werkgelegenheid
    Naar aanleiding van het advies van de provincie om in overweging te nemen om in de regels over kantoorhoudende bedrijvigheid onderscheid te maken tussen bestaande situaties en nieuwvestiging alsmede om in overweging te nemen om de gebruikelijke 30%-grens van het bedrijfsoppervlak dat mag worden gebruikt voor kantoorhoudende activiteiten, aan te houden, merken wij het volgende op.

    In verband met voortschrijdend inzicht zijn we tot de conclusie gekomen dat in de gebieden met de bestemmingen Bedrijventerrein 1 t/m 5 zelfstandige kantoren mogelijk dienen te zijn.
    De reden hiervoor is de volgende.
    Ondernemend Nederland staat niet stil. Voortdurend komen ondernemers met nieuwe bedrijfsconcepten en vervallen ook weer oude.
    Dit vraagt ook van de overheid flexibiliteit in haar optreden.
    Op het terrein van de ruimtelijke ordening betekenen de veranderingen dat we op zoek zijn gegaan naar mogelijkheden om flexibeler in te spelen op huidige en toekomstige situaties.
    Daarbij speelt ook mee dat we vanuit het oogpunt van revitalisering willen voorkomen dat bedrijfspanden of delen daarvan leeg komen te staan.
    In die lijn past het dan ook om meer ruimte te geven aan kantoren op het bedrijventerrein De Wieken. Voorwaarde daarbij is wel dat de bedrijvigheid op het terrein niet belemmerd mag worden in de bedrijfsvoering in verband met de komst van zelfstandige kantoren. Specifiek gaat het daarbij om het aspect externe veiligheid. Dit betekent dat zelfstandige kantoren niet groter mogen zijn dan 1.500 m², een grens vanuit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

    Wel passen we de begripsbepaling van “kantoor” aan, in die zin dat die aansluit bij begripsbepalingen van kantoor in andere bedrijventerreingebieden van Hoogeveen. De genoemde 80% wordt gewijzigd in 60%, zodat een kantoor de volgende begripbepaling krijgt.
    Kantoor: een gebouw waarvan ten minste 60 % van de vloeroppervlakte wordt gebruikt voor administratieve activiteiten, inclusief daaraan gerelateerde activiteiten, zoals kantine en sanitair.
  • Milieu- en leefomgevingskwaliteit
    In reactie op de opmerking om de verbodszone diepe boringen op de verbeelding op te nemen, merken wij het volgende op.
    Voor de duidelijkheid en ter bescherming van het waterwingebied dat ten zuiden van het plangebied van De Wieken ligt, zullen we de daar om heen liggende verbodszone diepe boringen, zoals die is verwerkt in de Omgevingsvisie Drenthe van de provincie (kaart 11), op de verbeelding verwerken en de regels daarop aanpassen. De regels zijn afgeleid van het gestelde in artikel 7.15 van de provinciale Omgevingsverordening.

  • Stadsrandzone
    In reactie op de opmerking om in onze Structuurvisie aandacht te besteden aan de kwaliteit van de stadsrandzone rondom De Wieken verwijzen wij naar onze Structuurvisie (2004) en Visie Landelijk gebied (2008). Hierin hebben wij onze visie op de stadsrandzones van Hoogeveen, de Groene Ketting en de Blauwe Slinger uitgewerkt. In deze twee stadsrandzones  vloeit de dynamiek van de stad tegen een bijzondere achtergrond over in de rust van het landelijk gebied. De overgang van bedrijventerrein De Wieken naar het landelijk gebied is onderdeel van de Groene Ketting. Onze visie hierop is door de opname in de Structuurvisie en Visie op het Landelijk gebied gewaarborgd.

Conclusie
Bovenstaande reactie leidt tot aanpassing van het plan, in die zin dat de verbodszone diepe boringen op de verbeelding wordt opgenomen en ten behoeve daarvan tevens een bepaling in de regels wordt verwerkt.

Vervolgprocedure

Na het aanpassen van het voorontwerpbestemmingsplan, zal dit aangepaste plan (ontwerpbestemmingsplan) ter inzage worden gelegd gedurende een periode van 6 weken. Gedurende deze inzagetermijn kan een ieder een zienswijze kenbaar maken. De bekendmaking hiervan zal plaatsvinden in de Krant van Hoogeveen alsmede in de Staatscourant en via elektronische weg.

Het vervolg daarop bestaat, kort samengevat, uit de volgende stappen in de procedure:

- vaststelling (al dan niet gewijzigd) door de gemeenteraad;

- beroepsmogelijkheid bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.