direct naar inhoud van 5.9 Water
Plan: Industrieterrein de Wieken 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108012001-VG04

5.9 Water

5.9.1 Procedure

In opdracht van de gemeente Hoogeveen heeft Aveco de Bondt de watertoetsprocedure uitgevoerd voor industrieterrein De Wieken te Hoogeveen. Het waterschap Reest en Wieden is om informatie gevraagd, waarbij het waterschap het watertoetsdocument heeft opgesteld. In dit watertoetsdocument van het waterschap is uiteengezet welke aspecten nader uitgewerkt dienen te worden. Dit is uitgewerkt en als samenvatting van die uitwerking is onderhavige paragraaf samengesteld, de waterparagraaf. Het waterschap heeft aangegeven in akkoord te zijn met de inhoud.

5.9.2 Waterhuishouding

In het opgestelde watertoetsdocument is een uitgebreide beschrijving van de waterhuishouding gegeven. Als samenvatting is deze paragraaf opgenomen. Industrieterrein De Wieken wordt aan de zuidzijde begrensd door een watergang en industriehaven. De industriehaven is direct gekoppeld aan de Hoogeveensche Vaart. Voor het grootste deel van De Wieken wordt het waterpeil van de Industriehaven/ Hoogeveensche Vaart op 11,0 m + NAP gehandhaafd. De geohydrologische opbouw is samengevat in tabel 1.

Tabel 8: Geohydrologische opbouw

Bodemlaag   Diepte [m-mv]   Bodemsamenstelling  
Deklaag en eerste watervoerend pakket   0 – 1   (Veen) en/of fijn zand  
Slecht doorlatende laag   2 – 13   Keileem  
2e en 3e watervoerend pakket   13 – 200   Fijne tot grove zanden  
Hydrologische basis   200 - ?    

Vanuit het waterschap wordt niet aangegeven dat er een aandachtspunt bestaat met betrekking tot de waterkwaliteit. De aandachtspunten die van belang zijn, zijn: het beekdal, de keurwatergangen en de hydrologische beïnvloedingszone.

5.9.3 Beleidsthema's

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's waar het waterschap zich mee bezighoudt:

  • 1. Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld. Het plangebied ligt in de zone van hydrologische beïnvloeding. De zone is bedoeld als signaal voor mogelijke knelpunten in het uitvoeren van het dagelijkse waterbeheer. Ruimtelijke ontwikkelingen die binnen deze zones liggen mogen geen grote peilverschillen teweegbrengen.
  • 2. Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert. Het plan ligt in een van de lagere delen van het beheergebied van Reest en Wieden. In het beekdal kunnen extreme omstandigheden nadrukkelijk leiden tot wateroverlast en schade.
  • 3. Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000- gebieden is geen uitstel mogelijk. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten rekening houden met de externe werking van Natura 2000-gebieden.
5.9.4 Conclusie

Als leidraad voor de waterparagraaf is het watertoetsdocument van het waterschap Reest en Wieden gebruikt. Hierin is aangegeven dat extra aandacht besteed dient te worden aan de 'aspecten: 'het beekdal, de keurwatergangen en de hydrologische beïnvloedingszone', bij toekomstige ontwikkelingen. Bij de huidige bestemmingsplanwijziging is er geen sprake van een aandachtspunt.

Bij de voorgenomen bestemmingsplan wijziging worden geen waterhuishoudkundige gevolgen verwacht. De herinrichting van kavels of een verandering van het areaal verharding mogen geen negatieve consequenties hebben op de waterhuishouding.