direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied Noord, deelplan RWZI Echten 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006005-OH01

Artikel 5 Leiding - Gas

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding.

5.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorkomende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
  • b. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    • 1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2 sub a en lid 4.2 sub b en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde gebouwen worden gebouwd, mits uit vooraf ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat;
  • b. het bepaalde in lid 4.2, sub a en lid 4.2, sub c en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits uit vooraf ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  • a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsgvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder rietbeplanting;
    • 2. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    • 3. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    • 6. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

  • b. Het bepaalde in lid 4.4 onder a is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. normaal onderhoud en beheer betreffen, waaronder normaal spit- en ploegwerk, anders dan diepploegen;
    • 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

  • c. De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4 sub a zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.