direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Wijsbersche Hooge 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006002-OH02

3.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid met betrekking tot de realisering van nieuwe landgoederen en buitenplaatsen is opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan II (POPII), dat door Provinciale Staten van Drenthe is vastgesteld op 7 juli 2004.

Binnen de planperiode van het POPII wordt gestreefd naar de realisatie van tien nieuwe landgoederen. Een nieuw landgoed wordt omschreven als een functionele eenheid en heeft een productiedoelstelling. Vormen van bosbouw en landbouw kunnen deel uitmaken van de bedrijfsvoering van het landgoed. Een landgoed heeft uitgesproken ruimtelijke kenmerken: een ruimtelijk raamwerk van wegen, waterlopen, lanen en singels, waarbinnen de verschillende gebruiksvormen zijn gerangschikt. Op een landgoed staat de woning van de landgoedeigenaar, een huis met allure en uitstraling. Een landgoed bestaat uit minimaal 5 ha bos en is in principe openbaar toegankelijk. Een landgoed dient een ecologische, economische en esthetische eenheid te vormen. De invulling hiervan is aangepast aan het aanwezige landschap, de cultuurhistorie en bodemgesteldheid. Het totale landgoed heeft een belangrijke maatschappelijke waarde.

Bij het realiseren van nieuwe landgoederen doen zich tal van mogelijkheden voor om doelstellingen van het omgevingsbeleid te realiseren. Zo kunnen nieuwe landgoederen helpen de bestaande natuurwaarden te beschermen, dan wel nieuwe natuur te ontwikkelen. Ze kunnen een buffer vormen rond kwetsbare natuurgebieden en deel uitmaken van een ecologische verbindingszone. Tevens kan de waterhuishouding worden afgestemd op de eisen voor natuurgebieden.

Bij nieuwe landgoederen wordt gezocht naar functies die op elkaar zijn afgestemd en elkaar versterken. Functies die op nieuwe landgoederen ontwikkeld kunnen worden, zijn waterwinning, milieuvriendelijke land- en tuinbouw, sierteelt, toerisme en recreatie, atelier, cursuscentrum en verkooppunt voor bijzondere producten (bijvoorbeeld landbouwproducten en kunstvormen). Voorwaarde om te komen tot nieuwe landgoederen of buitenplaatsen is dat het ruimtelijk ontwerp kwaliteit heeft. Door een goede ruimtelijke vormgeving zal een aantrekkelijker geheel ontstaan, dat fraaier is dan de afzonderlijke elementen. Landgoederen worden alleen gestimuleerd wanneer zij een positieve uitwerking hebben op een gebied hebben. Hierdoor ontstaan economisch, ecologisch en esthetisch waardevolle gebieden.

De provincie zal de oprichting van nieuwe landgoederen ondersteunen binnen de mogelijkheden die het omgevingsbeleid biedt. Dit betekent in het bijzonder dat nieuwe landgoederen passen in het bosclusteringsbeleid, er sprake is van het versterken van natuur en landschapswaarden en aansluiten op bestaande bebouwing. Voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen groter dan 50 ha is aansluiting op bestaande bebouwing niet noodzakelijk. De provincie heeft een voorkeur voor situering van nieuwe landgoederen in de Veenkolonien, heideontginningen, stadsranden of substreekcentra.

Nieuwe buitenplaatsen.

Een buitenplaats is een voornaam huis in het landelijk gebied, vaak op een mooie plaats in het landschap, op een niet al te grote afstand van de stad. De bewoners hebben geen directe functionele binding met het landelijk gebied.

Buitenplaatsen dienen minimaal 1 hectare bos te bevatten. Zij worden gezien als een instrument in de stedelijke sfeer. Dit om te komen tot woningbouwdifferentiatie, aantrekkelijke woonomgeving en aantrekkelijke gebieden voor recreatief medegebruik. Met name gebieden waar nieuwe landschapskwaliteiten en wonigbouw toegestaan zijn komen hiervoor in aanmerking. Het betreft de stadsranden van Assen, Beilen, Roden, Hoogeveen, Meppel, Stadskanaal, Emmen en Coevorden.

Omgevingsvisie.

Met ingang van 7 januari 2010 heeft de provincie Drenthe de ontwerp-omgevingsvisie Drenthe ter inzage gelegd. Deze dient onder andere als provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening die op 1 juli 2008 in werking is getreden. De verwachting is dat de omgevingsvisie Drenthe in 2010 wordt vastgesteld en daarmee het POP II vervangt.

In de omgevingsvisie wordt het beleid met betrekking tot landgoederen zoals dat in het POP II is verwoord gecontinueerd. De ontwikkeling van nieuwe landgoederen wordt, als vorm van kleinschalige nieuwe woonmilieus, gestimuleerd. Daarbij worden de volgende voorwaarden gehanteerd (pag. 35):

  • het landgoed bestaat uit minimaal 5 hectare bos;
  • het landgoed is in principe openbaar toegankelijk;
  • het landgoed vormt een ecologische, economische en esthetische eenheid;
  • het landgoed past in het aanwezige landschap en houdt rekening met de cultuurhistorie en de bodemgesteldheid.